Mijnbouw als bezettingsmacht: Congolees koper is van Amerikanen noch Chinezen

De arrogantie van sommige transnationale ondernemingen kent geen grenzen. Het recentste geval bereikt ons uit Congo, waar de Amerikaanse onderneming Freeport-McMoran “haar” mijn in de nabijheid van de dorpen Tenke en Fungurume verkoopt aan een Chinese onderneming zonder zelfs maar de Congolese regering daarvan op de hoogte te brengen. China Molybdenum, de overnemer, had tenminste wel de hoffelijkheid de Congolese autoriteiten te ontmoeten.

  • Heidi Lampinen/Union to Union (CC BY 2.0) Een dieplader rijdt de openlucht kopermijn van Fungurume binnen. Heidi Lampinen/Union to Union (CC BY 2.0)
  • Heidi Lampinen/Union to Union (CC BY 2.0) De bevolking van het onooglijke en verpauperde dorpje Funguruma heeft niet veel gezien van de 1,4 miljard dollar aan inkomsten die Freeport-McMoran in 2015 uit de kopermijn haalde Heidi Lampinen/Union to Union (CC BY 2.0)
  • NASA (CC BY-SA 3.0) De Greenberg goudmijn op papoua bevat naar verluidt de grootste gekende goudvoorraad ter wereld en de tweede grootste kopervoorraad. NASA (CC BY-SA 3.0)

Deze handel betreft de openluchtmijn van Tenke-Fungurume, de rijkste in het mijnbekken van Katanga in het Zuidoosten van Congo. Freeport-McMoran is de operator van de mijn. Het is dus deze Amerikaanse transnational die de mijn uitbaat, in opdracht van het consortium Tenke Fungurume Mining (TFM). Freeport bezit 56 % van TFM, de Congolese staat amper 20 % (via de staatsonderneming Gécamines) en de groep Lundin (Canada), een andere buitenlandse privé-onderneming de resterende 24 %.

Maar Freeport-McMoran trekt zich terug en verkoopt zijn participatie voor 2,65 miljard dollar. De onderneming heeft het nieuws op 9 mei bekendgemaakt. Ze zei toen dat ze een definitief akkoord had bereikt met China Molybdenum (CMOC). Volgens Freeport zal “de transactie” voor het einde van het jaar afgehandeld zijn, als onder meer de aandeelhouders van CMOC en de instanties die toezicht houden op deze deals haar goedkeuren. Lundin kan gedurende 90 dagen een voorkooprecht laten gelden. Maar Freeport lijkt uit die hoek geen obstructie te verwachten.

Alsof de staat niet bestaat

En de openbare partner ? Freeport zegt nergens dat hij de Congolese staat heeft geconsulteerd. De staat is nochtans eigenaar van de Congolese ondergrond en heeft de site van Tenke-Fungurume aan TFM in concessie gegeven. Freeport-McMoran moet bovendien een conventie nakomen die hij in 2005 met Congo heeft getekend. Artikel 37 van deze Conventie bepaalt dat ‘TFM geen rechten of verplichtingen, die voortvloeien uit de Conventie, in hun geheel of gedeeltelijk kan overdragen zonder voorafgaandelijke toestemming van de staat’.
Duidelijker kan het niet !

De Amerikaanse overheden hielden de site jarenlang onder hun feitelijke controle, om de ertsafzettingen voor een Amerikaanse uitbater te reserveren.

Freeport-McMoran trekt zich van deze afspraak niets aan en gedraagt zich, zoals men in Congo zegt, “als een bezettingsmacht”. De Amerikaanse onderneming is in feite de erfgenaam van de bijzonder rijke afzettingen van koper- en kobaltertsen in Tenke en Fungurume. In de jaren 1970 startte hier een Amerikaans-Japans mijnproject, dat echter vanwege de slechte conjunctuur snel weer werd stilgelegd. Van dan af hielden de Amerikaanse overheden via hun ambassade in Kinshasa de site jarenlang onder hun feitelijke controle, om de ertsafzettingen voor een Amerikaanse uitbater te reserveren. Die verscheen in 1996 op het toneel. Het betrof de firma Phelps-Dodge. Deze Amerikaanse mijnbouwfirma werd in 2007 door Freeport-McMoran opgeslorpt, inclusief al haar activiteiten waaronder het recht om in Tenke en Fungurume een mijn uit te baten.

Freeport heeft de openluchtmijn geopend en heeft er een fabriek gebouwd waar koperertsen tot koperkathoden wordt getransformeerd. De eerste jaren genoot TFM van aanzienlijke belastingsvoordelen. Vanaf 2009 zijn er grote hoeveelheden koper en kobalt voortgebracht en geëxporteerd. In 2015 werd 204.000 ton koper opgedolven uit de Tenke-Fungurume-mijn, hetgeen het consortium 1,4 miljard dollar aan inkomsten heeft opgeleverd.

Heidi Lampinen/Union to Union (CC BY 2.0)

De bevolking van het onooglijke en verpauperde dorpje Funguruma heeft niet veel gezien van de 1,4 miljard dollar aan inkomsten die Freeport-McMoran in 2015 uit de kopermijn haalde

Hoeveel Freeport aan deze participatie heeft verdiend, valt niet te becijferen. Freeport-McMoran heeft namelijk off-shore filialen in het leven geroepen, om in Congo belastingen “te ontwijken”. Freeport neemt namelijk via het filiaal TF Holdings deel aan het TFM-consortium. En TF Holdings is gevestigd op Bermuda, een “fiscaal paradijs”. Winsten die met de Congolese natuurlijke rijkdommen zijn geboekt, kunnen via deze combine aan een Congolese belastingsaanslag ontsnappen.

Het gevecht voor de controle over de natuurlijke rijkdommen

Freeport-McMoran is één van de grootste producenten van goud en koper. Maar drie jaar geleden spendeerde de onderneming 19 miljard dollar aan een expansie naar de winning van olie en gas. De operatie dreef de schuld van de onderneming op. Die bedraagt momenteel 20 miljard dollar.

Freeport zwijgt over het feit dat hij elk trimester dividenden blijft uitkeren aan de aandeelhouders

Het olie- en gasavontuur draaide uit op een sisser. In december 2015 dwongen ontevreden aandeelhouders Jim Moffet (een medestichter van Freeport-McMoran) om ontslag te nemen. Freeport-McMoran zegt nu zijn participatie in TFM te verkopen om de schulden te verlichten. Freeport zwijgt wel over het feit dat hij elk trimester dividenden blijft uitkeren aan de aandeelhouders (en over de royale ontslagpremier aan voorzitter Moffet)!

Freeport plooit dus kennelijk terug op zijn traditionele activiteit, de mijnbouw, en ondermeer in Indonesië waar hij op Papoua de Grasberg-mijn uitbaat. Grasberg bevat naar verluidt de grootste gekende goudvoorraad ter wereld en de tweede grootste kopervoorraad. Freeport spant zich momenteel in om deze mijn te behouden. De licentie voor Grasberg loopt einde 2021 af. Voor Freeport lijkt het vast te staan dat het contract met de Indonesische regering met twintig jaar wordt verlengd.

NASA (CC BY-SA 3.0)

Greenberg baat op Papoua de Greenberg goud- en koperijn uit.

Maar in de Indonesische regering zijn de meningen verdeeld. Eén strekking vindt dat de staat strikter moet optreden tegenover transnationale ondernemingen. In 2014 heeft de regering aan de mijnbouwers restricties opgelegd voor de uitvoer van ruwe grondstoffen. Freeport heeft een apart akkoord met de regering gesloten en zich zoch gedeeltelijk aan deze regeling onttrokken. Maar op dit ogenblik zijn de regering en de transnationale het niet eens over het aandeel van de overheid in de Grasberg-mijn. De Indonesische staat bezit niet eens 10 % van de groep die Grasberg uitbaat. In het nadeel van Freeport speelt zijn reputatie. Die is ronduit slecht in Indonesië waar het bedrijf onder meer voor enkele milieu-incidenten verantwoordelijk is gesteld.

Regeringen die aan de privé-belangen durven raken, worden doorgaans als “nationalistisch” weggezet.

Over de exploitatie van het gemeengoed zitten de openbare en de privé-sector niet altijd op dezelfde lijn. De natuurlijke rijkdommen maken deel uit van het gemeengoed. Je mag van de overheid verwachten dat ze het zorgvuldig beheert en dat zij beslist of ze al of niet worden uitgebaat. Maar regeringen die dit beginsel in praktijk brengen en aan de privé-belangen durven raken, worden doorgaans als “nationalistisch” weggezet. Regeringen die de ondernemingen daarentegen laten doen, worden door de transnationals en hun theoretici toegejuicht.

De case van Chili, de eerste producent van koper, spreekt boekdelen. In dit land is in 1981 het concept van de “volle concessie” uitgevonden. Chili leed toen onder de militaire dictatuur van generaal Pinochet. De “volle concessie” is nog altijd van kracht. Het betekent dat de staat hele stukken uit het grondgebied overhevelt naar privé-ondernemingen die ermee mogen doen wat ze willen : ze mogen ze uitbaten, ze mogen ze verkopen, hypothekeren, alsof het hun eigendom is. De overdracht naar de privé-uitbater is normaal gesproken van bepaalde duur. Maar ze kan definitief worden omdat de houder van de concessie haar aan zijn erfgenamen kan overlaten. De concessiehouder heeft ook recht op aanzienlijke compensaties als de staat de concessie vroeger dan voorzien zou terugnemen.

Dit ultra-liberale regime berooft Chili van zijn natuurlijk patrimonium maar het laat de transnationale ondernemingen floreren. Het meest flagrante voorbeeld is Exxon. Deze Amerikaanse onderneming kocht in 1978 een kopermijn in Chili voor 80 miljoen dollar maar verkocht haar weer in 2002 voor 1,3 milljard dollar, hetzij zestien keer de koopsom, zonder dat Chili deel had aan de transactie.

De Congolese wet geschonden

Freeport past het concept van de volle consessie in volle vrijheid toe in Congo, waar het nochtans niet in de mijnwet is ingeschreven.

Freeport-McMoran heeft een uitbating in Chili (de El Abra-kopermijn) en kent het concept van de volle concessie. En Freeport past dit concept nu in volle vrijheid toe in Congo, waar het nochtans niet in de mijnwet is ingeschreven. Dat heeft vanzelfsprekend de Congolese overheden en partners gestoord. In een persmededeling van 10 mei 2016 zegt de staatsonderneming Gécamines dat ze via de media heeft vernomen dat ‘Freeport-McMoran zijn hele participatie in TF Holdings overlaat, en zich zodoende eenzijdig terugtrekt uit Tenke Fungurume Mining (TFM), waarmee de meerderheid en de controle over TFM naar een derde entiteit gaat’. Gécamines ‘beslist de bepalingen van deze operatie te zullen onderzoeken en haar rechten te laten gelden’.

Woordvoerder bij de Congolese Eerste Minister en het ministerie van Mijnbouw, die door het persbureau Reuters zijn gecontacteerd, hebben verklaard dat ze over de verkoop niet door Freeport zijn geconsulteerd. De minister van Mijnbouw, Martin Kabwelulu van zijn kant zei dat ‘Freeport een Congolese eigendom van grote waarde aan het buitenland heeft verkocht’.

De verklaring van minister Kabwelulu wordt vier dagen na de het persbericht van Freeport-McMoran gepubliceerd door het Amerikaane persbureau Bloomberg. Maar Bloomberg vermeldt in zijn allereerste bericht de Congolese autoriteiten niet eens, alsof ze niet bestaan. James Wilson, journalist van de zakenkrant Financial Times stelt zich ook zo op. Hij stelt geen vragen bij de demarche van Freeport maar wijdt wel uit over het Grasberg-dossier in Indonesië. Het zegt iets over de mentaliteit van een deel van de internationale pers.

De overnemer van Tenke en Fungurume, China Molybdenum heeft zijn vertegenwoordigers naar Kinshasa gestuurd om de Congolese autoriteiten te ontmoeten. CMOC zou hen verzekerd hebben dat er niet aan de werkgelegenheid wordt geraakt en dat zijn financiële situatie gezond is.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Schrijver, journalist en onderzoeker

    Raf Custers is schrijver, historicus en journalist en publiceerde onder andere Grondstoffenjagers (2013) en De uitverkoop van Zuid-Amerika (2016).

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.