Afrikanen verdienen ontzag

Met het proces Van Temsche is racisme en geweld tegen mensen met een andere huidskleur weer razend actueel. Maar we moeten meer doen dan respect en verdraagzaamheid opbrengen. Afrikanen verdienen ons ontzag en we zouden beter wat leren van hun manier van omgaan met mens en geluk.
Sedert midden 2006 duiken in de media berichten op over de merkwaardige achterstelling op de Belgische arbeidsmarkt van mensen met een donkere huidskleur. Een voormalige bedrijfsleider, nu actief in het promoten van de sociale economie, merkte op televisie dat onze buurlanden verder staan. Enkel in Belgische banken kwam hij nooit in contact met een kleurige gesprekspartner in maatpak, als het over grote sommen geld ging.
Persoonlijk ken ik verschillende mensen van West-Afrikaanse origine die aan onze universiteiten een doctoraat behaalden, maar om hun gezin te onderhouden borden wassen of pakjes verschepen.
De historische banden met Kongo hebben niet geleid tot meer soepelheid naar leden van die natie op onze arbeidsmarkt of in de behandeling van asielaanvragen, iets dat observatoren in de buurlanden verbaasd. Gelukkig duiken  in de aanloop naar de verkiezingen posters op van kandidaten met gekleurde gezichten op, niet enkel meer van noordafrikaanse origine, maar ook van personen met roots in sub-sahara Afrika. De kandidatuur van Christopher Oliha op de 21ste plaats van de senaatslijst van CD&V betekent wellicht een historische ommekeer voor België; hij ontving overigens meer dan 20.000 stemmen. Meer openheid voor het diep-Afrikaanse genie lijkt intussen meer dan welkom.
Vorig jaar heb ik een jonge vrouw van Nigeriaanse origine bijgestaan bij de inschrijving in een hogeschool in Brussel. Het aanbieden van wat tijd en aanwezigheid bij het helpen nemen van deze drempel leek ons een doeltreffende humanitaire investering. Het meisje stamt uit een adellijke familie.  Bij de balie van de school bleek dat sedert kort vanwege de overheid een financiële dam was ingesteld, een inschrijvingsgeld van 5000 euro voor vreemdelingen. Dit wellicht opdat buitenlanders zich niet  zouden inschrijven als hefboom bij de juridische procedure van inburgering. Sommige mensen zonder papieren hebben deze weg misschien bewandeld zonder de bedoeling een diploma te behalen.
We hebben bij die gelegenheid ondervonden hoe belangrijk aanwezigheid van een autochtoon kan zijn, die vertrouwd is met de nuances van de Nederlandse taal en met de geplogenheden en stijl van onze administratie.  Zelfs zonder enige slechte wil blijft er een lastig te overbruggen communicatiekloof. De jongedame werd na enkele dagen alsnog ingeschreven tegen gewone condities. Tijdens de examens en de stage behaalde zij dat jaar goede punten, behalve, zo liet zij verstaan, bij leerkrachten die antipathie lieten meespelen in de beoordeling. Als autochtonen kunnen wij slechts vermoeden hoe zwaar de “culturele handicap” doorweegt bij het plannen van een leven, van een carrière.
Het feit dat zwartafrikanen met talent en motivatie niet vlotter tot integratie komen in deze samenleving heeft iets spijtigs.  Waarden die sterk leven in deze groepen, zoals een natuurlijke godsdienstigheid, gastvrijheid, openheid, luistervaardigheid, vriendelijkheid, solidariteit, bescheidenheid, empathie, expressiviteit (zang en dans!) een sterk familiaal leven (waar het individu een rol ontvangt en verantwoordelijkheid opneemt naargelang zijn leeftijd en zijn positie in de “extended Family” en waarin elke man zorg opneemt als “oom” voor een aantal jongere mannen en vrouwen die niet noodzakelijk bloedverwanten zijn), gekoppeld aan een diep besef van de eigenheid en complementariteit van de mannelijke en de vrouwelijke identiteit: het zijn waarden met een diepe historisch-culturele verankering die een verrijking kunnen worden van onze eigen cultuur.
Jarenlange contacten met deze mensen en ervaring met een aantal psycho-medisch-sociale probleemvelden in de Vlaamse populatie, onder andere via medewerking aan de telefonische hulplijn Tele-Onthaal, heeft ons de overtuiging opgeleverd dat “zij” iets te bieden hebben dat precies in “ons” cultuurpatroon lijkt te ontbreken. Zoals de waardering voor het wonder van de ont-moeting, de bereidheid tijd voor elkaar te maken, een luisterend oor te bieden.
Uit recent onderzoek, onder andere door sociologe Ruth Soenen, blijkt het relatief grote belang van zogenaamd Kleine Ontmoetingen om verzuring en verschraling van de sociale dimensie tegen te gaan. Gedragswetenschappers met veldervaring wijzen erop dat de toegenomen vereenzaming in ons land een risicofactor is voor depressie. En deze aandoening op haar beurt verhoogt de kans dat de gemarginaliseerde mens op termijn aan wanhoopsdaden als zelfdoding gaat denken.
Per dag ‘slagen’ in dit land acht mensen in een zelfdoding, terwijl ruim honderd anderen een zelfdodingspoging ondernemen… Bij de analyse van de oorzaken van deze pijnlijke problematiek wijs ik reeds sedert midden jaren negentig in opinieartikels op de gevaarlijke neveneffecten van een overdreven arbeidsethos. Van een cultus van de productiviteit die ten koste gaat van de mens en zijn natuurlijke psycho-sociale behoeften. 
Gelukkig groeit het bewustzijn van de problemen; niet voor niets voerde CD&V campagne gecentreerd rond het ‘Wij-thema’. In de taal van de biowetenschappers klinkt het dat de mens “een warmbloedige, sociale diersoort” is; politici, economisten en filosofen leggen dit basale inzicht best niet naast zich neer. De verlichting, met haar kernidee dat alle maatschappelijke problemen dichter bij hun oplossing komen “als wij ons verstand maar gebruiken”, lijkt vandaag te zijn doorgeschoten.
De mens heeft een diepe behoefte aan een emotionele, sociale omkadering waarvan de waarde vaak niet in getallen is om te zetten. Dit is ook de opinie van een filosoof als Hans Achterhuis die van mening is dat wij als hedendaagse burgers de kans moeten krijgen onze leef - tijd terug te “personaliseren”.  De Verlichting heeft het metriek stelsel ingevoerd, wat de greep van de mens op de natuur, op het tijdsgebruik enorm heeft vergroot. Maar de keerzijde van het afwegen van de uren en de minuten is een fragmentatie van het bestaan die voor steeds meer individuen problematisch wordt. Theologe Lytta Basset doet in haar hoofdwerk, “Le pardon originel” de intrigerende uitspraak “Ce qui est compté, ne peut être béni”. De Zwartafrikaan is nog niet de slaaf van de klok; de tijdsbeleving van die mensen kan een verademing betekenen, en een levend voorbeeld bieden van onthaasting.
Op meer metafysisch niveau groeit met de dag het besef dat rassenhaat een onvruchtbaar straatje is; dat juist “culturele kruisbestuiving” de goede vruchten oplevert. (Hiervan bestaat overigens een merkwaardige pendant op het fysisch-biologische niveau, waar we het fenomeen kennen van de zogenaamde “bastaardkracht”. Een individu dat uit genetisch sterk verschillende ouders voortkomt is groter, mooier, ambitieuzer, weerbaarder dan de kinderen van ‘same race’ huwelijken. In het plantenrijk is het effect bekend onder de naam “bastaardluxuriantie”.) In het veld van de cultuur stellen wij vast dat wederzijdse “culturele bevruchting” vaak moeizaam verloopt, langs een pad geplaveid met grote en kleine “cultuurschokken”, maar dat de inspanning vaak fantastische vruchten oplevert. Wat zou onze eetcultuur zijn zonder de invoer van in oorsprong  exotische ingrediënten als de banaan, de cacao, de koffie? Wat zou de muziek zijn zonder exotische culturele input zoals in de tango, de jazz, de wereldmuziek? Wat zou de vlag van de Vlaming zijn zonder de  leeuw, toch echt wel een Afrikaanse diersoort?
In elke mens leeft een bijna natuurlijke wending naar het perfecte, naar harmonie, naar het zuivere. Daardoor hebben mensen een natuurlijke weerstand tegen handicap, ziekte en dood. Hier ligt ook de diepe grond van weerstand tegen andersdenkenden, homoseksuelen, vreemdelingen. Het is echter ook eigen aan een mens dat hij boven zijn weerstanden kan worden uitgetild. Bij Franciscus kwam zijn grote innerlijke ommekeer na de omhelzing van een melaatse. Juist in de omhelzing van de mens die geheel anders was dan hemzelf ervoer hij de vereniging met God.  Juist in de overwinning van de weerstand, en in het zich durven verbinden met wie weerstand oproept, ligt de bron tot diepere menswording.
Het besef groeit dat het goed is dat deze Afrikaanse mensen hier willen zijn. Dat zij, om het wat visionair te verwoorden, te beschouwen zijn als ‘African Angels’, die hier bij ons vitale, diepmenselijke waarden en attitudes komen in herinnering brengen. Zij doen dit meestal bescheiden, door hun uitstraling en hun levend voorbeeld.  Een houding van ontzag, van vriendelijke interesse en niet van afwijzing zal het meest vruchtbaar blijken.
De morele en religieuze attitude van het ontzag verdient overigens onze volle aandacht en een bewuste uitdieping. Ontzag (awe in het Engels) haalt zijn kracht uit de combinatie van drie componenten: vertederde liefde, verwondering (wonder) en vrees. De liefdescomponent (Reverence) houdt het besef in van onschendbaarheid en van het tentoonspreiden van eerbetoon, zoals in de ontmoeting met een hoogwaardigheidsbekleder of… een boreling. Ontzag is ook de houding die de grote ethologen zoals Jane Goodall of Francine Patterson bij zichzelf bemerken in hun omgang met hun studieobject, de mensapen.
Een van de vitaalste en creatiefste sectoren in onze samenleving, de reclamesector, heeft de bocht in de perceptie reeds gemaakt: mensen uit Afrika sieren met hun bronzen huidskleur steeds vaker de posters van bedrijven en overheden, ongetwijfeld om een intermenselijke, humane dimensie op te roepen. In zekere zin kunnen wij als westerlingen in de leer gaan bij de Afrikanen. Laten wij niet vergeten dat de wetenschap zich vandaag realiseert dat de Afrikanen het meest oorspronkelijke mensenras zijn.
De “Out of Africa-leer” over de oorsprong van de Homo sapiens stelt dat de bruine huidskleur de originele is, reeds meer dan vijf miljoen jaar. De mens is pas veel later blank geworden, toen hij naar het Noorden emigreerde, om zo meer zonnewarmte te kunnen ontvangen. Wij verhopen dat Vlaanderen gaandeweg mag tot het inzicht komen dat Afrika niet alleen onze oorsprong betekent, maar dat haar mensen ook ervaren gidsen kunnen zijn naar een goede toekomst. Het alternatief lijkt een onafwendbare verzuring en verkilling van de intermenselijk ruimte, die reeds merkbaar is ingezet sedert minstens een generatie. Het gaat hier dus om een sluipende afkoeling van de intersubjectieve sfeer, die op merkwaardige wijze haar omgekeerde spiegelbeeld kent in een wereldwijd gepercipieerde  “opwarming van het klimaat” …
Stefaan C. Hublou is historicus, publicist, vrijwillig hulpverlener in de medische en de sociale sector.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.