Alqueva-stuwmeer blijft controversieel

Na 46 jaar discussie is de Alqueva-dam op de
rivier Guadiana in het zuidoosten van Portugal gedicht en begint het
stuwmeer stilaan vol te lopen. Ook nu nog blijven milieuorganisaties en
behoeders van het archeologisch erfgoed bezwaren opwerpen tegen wat het
grootste kunstmatige meer in Europa moet worden. Al moeten ook zij toegeven
dat het project ook voordelen heeft.


De plannen voor een dam op de Guadiana dateren uit 1955, toen Portugal werd
geregeerd door dictator Antonio de Oliveira Salazar. Het meer langs de grens
met Spanje in de Alentejo, een van de droogste streken van Portugal, moet
tegen 2025 helemaal volgelopen zijn. Tegen dan zal het 250 vierkante
kilometer groot zijn met een maximale diepte van 152 meter.

Eind 2002 moeten twee turbines van elk 120 megawatt elektriciteit beginnen
leveren. Nu al levert het meer irrigatiecapaciteit voor 5.800 hectaren
landbouwgrond. Tegen 2006 zal het irrigatiepotentieel 25.000 hectaren
bedragen, tegen 2025 110.000 hectaren. Een dorp en enkele huizen die onder
water zullen komen te staan, werden al heropgebouwd langs de toekomstige
oever van het meer.

Milieuactivisten dringen erop aan dat de maximumdiepte van het meer zou
worden teruggebracht tot 139 meter, omdat dan aanzienlijk minder schade zou
worden berokkend aan de lokale flora en fauna. Volgens het Studiecentrum
voor Onderaardse Waterreserves in de Alentejo is het stuwmeer niet de meest
economische optie om de streek van water te voorzien. De boeren zouden
goedkoper af zijn wanneer werk wordt gemaakt van de ontginning van
onderaardse waterreserves.

Recent werd gevraagd de werken helemaal stil te leggen, nadat in de vallei
van de Guadiana rotstekeningen werden gevonden van naar 6.500 tot 10.000
jaar oud. Milieuactivist Miguel Pais beschuldigt het bedrijf dat de dam
bouwt ervan de vondsten te hebben willen geheimhouden, ondanks een
overheidsfonds van 4,9 miljoen euro voor archeologisch onderzoek in de
regio. In 1995 werd de bouw van een dam in het meer noordelijk gelegen Vila
Nova de Foz Coa stilgelegd na een gelijkaardige vondst, al ging het toen om
vondsten van naar schatting 22.000 jaar oud.

Zwaarwichtiger wegen de bezwaren tegen de economische haalbaarheid van het
project. Het totale prijskaartje bedraagt 1,76 miljard euro, waarvan 977
miljoen van de Europese Unie, 588 miljoen uit de Portugese schatkist en 196
miljoen van privé-investeerders. De voormalige directeur van het
infrastructuur- en ontwikkelingsbedrijf voor Alqueva, Aderito Serrao, zei
bij zijn ontslag in april dat de overheid geen verantwoordelijkheid neemt
voor het ontwerpen van een rendabele strategie voor de dam. Het project, dat
49 miljoen euro per jaar kost, is slechts gefinancierd tot 2006, aldus
Serrao.

Toch ziet iedereen ook de voordelen in van het project, dat moet zorgen voor
een grotere beschikbaarheid van water in een streek die ernstig wordt
bedreigd door woestijnvorming. Door de controverse is ook de publieke
belangstelling voor de regio en zijn archeologische rijkdom gestegen. In
combinatie met de aanwezigheid van een meer opent dat in de toekomst
perspectieven voor toerisme. De eeuwenoude dorpen met hun typische Iberische
architectuur en de talloze boerderijen in de streek lenen zich bijzonder
goed voor het agrotoerisme dat momenteel overal opgang maakt.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.