Amerikaans 'partnerplan' voor Midden-Oosten breekt weinigpotten

Washington doet meer dan pro-Amerikaanse autoritaire regimes stimuleren,
zijn oliebelangen veilig stellen en Israël blind steunen. Dat was de
boodschap van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell
vorige week zaterdag bij de lancering van het plan. De VS zijn voor
verandering en hervorming in het Midden-Oosten, benadrukte Powell.

Van Powells mooie woorden is weinig terug te vinden in de officiële reacties
van de Arabische leiders op het plan. Enkel Egypte, Jordanië en Qatar
(Amerika’s beste bondgenoten) lanceerden een officiële reactie op het plan.
De Jordaanse koning Abdullah gaf het zijn onvoorwaardelijke steun: Een
belangrijk initiatief dat de nauwe vriendschap en een gedeelde positieve
toekomst onderstreept. Naast een beleefd dankuwel liet de Egyptische
Buitenlandminister Ahmed Maher ook een kritisch geluid horen. Ondanks
bepaalde positieve punten in het Amerikaanse plan merken we op dat het niets
vermeldt over de wortel van alle problemen in de regio, refereerde Maher
aan de Palestijnse kwestie.

In de meeste Arabische media is de reactie ronduit negatief. Het
partnerschap wordt omschreven als knullig, beledigend, oneerlijk en
ondemocratisch. Het bedrag is een belediging, zegt Assia Trabelsi, een
correspondent in Dubai voor een Frans nieuwsagentschap. Ideeën waren meer
welkom geweest dan extra geld. Hoe kan een plan democratisch zijn als er
niet gevraagd werd naar de visie en de suggesties van de Arabische landen?

De 29 miljoen dollar zijn bedoeld voor projecten in het onderwijs, voor
kleine ondernemingen en politieke participatie. Powell beloofde dat hij het
Amerikaanse parlement extra geld zou vragen naast de 1 miljard dollar die de
VS verlenen aan economische steun aan Arabische landen. Het grootste deel
van dat bedrag gaat naar Egypte.