Arme landen willen aandacht voor landbouwhandel
Ontwikkelingslanden, geleid door Indonesië, India en China, hebben op het Wereld Economisch Forum (WEF) in Davos gezegd niet te zullen toestaan dat de Doha-onderhandelingen over agrarische handel op een zijspoor gezet worden door bepaalde rijke landen, in het bijzonder de Verenigde Staten.
Ravi Kanth Devarakonda . 28 januari 2007
“De G33 (een groep ontwikkelingslanden, red.) zal zich blijven inzetten om in besprekingen met alle leden van de Wereldhandelsorganisatie hun ontwikkelingsbelangen veilig te stellen, in het bijzonder waar het gaat om de toekomst van kleine kwetsbare boeren wereldwijd”, zei de Indiase minister van Handel Kamal Nath vrijdag tijdens het WEF in Davos. Het forum duurt nog tot en met vandaag.
De handelsministers van de G33 willen de import van sommige agrarische producten, zoals rijst, groenten en suiker beter geregeld zien, zodat hun boeren daar minder negatieve gevolgen van ondervinden. Ook willen ze dat ontwikkeling een belangrijk onderdeel van de multilaterale handelsbesprekingen is. De Doha-ronde van handelsbesprekingen ging in 2001 van start in Doha, de hoofdstad van Qatar.
In juli stelde de directeur-generaal de onderhandelingen uit, nadat ministers van de G6 (de Verenigde Staten, Europese Unie, Brazilië, India, Australië en Japan) geen overeenstemming konden bereiken over het verlagen van de landbouwsubsidies en tarieven.
Tijdens een bijeenkomst achter gesloten deuren vrijdag tijdens het WEF, voorgezeten door WTO-baas Pascal Lamy, zei de Indiase minister van Handel dat veel ontwikkelingslanden graag willen dat de besprekingen formeel worden voortgezet, omdat ze een “geloofwaardige” uitkomst van de Doha Ontwikkelingsagenda willen.
“De Doharonde draait erom om ontwikkelingslanden een rol te geven in het wereldwijde handelssysteem door betere regels en markttoegang in industrielanden”, aldus Kamal Nath. Hij zei verbaasd te zijn dat het WEF zoveel sessies over handel in diensten en industriële goederen had belegd en niet over landbouw, terwijl dat juist het moeilijkste onderwerp is in het Doha-pakket.
De Zuid-Afrikaanse minister van Handel, Mandisi Mpahlwa, liet desgevraagd weten dat “alle Afrikaanse landen en formele lancering van de Doha-besprekingen” willen. “Een multilaterale uitkomst is de beste optie en daarna informele onderhandelingen via vertrouwelijke bilaterale bijeenkomsten.”
De Verenigde Staten willen echter juist een intensivering van de huidige informele onderhandelingen die uitgaan van de verschillende voorzitters van de Doha-onderhandelingsgroepen. Formele hervatting zou volgens de VS uitgesteld moeten worden totdat er duidelijk vooruitgang is geboekt in bilaterale besprekingen tussen de partijen die een sleutelrol spelen, met name de VS en de Europese Unie, en de VS en India.
De handelsministers van de G33 willen de import van sommige agrarische producten, zoals rijst, groenten en suiker beter geregeld zien, zodat hun boeren daar minder negatieve gevolgen van ondervinden. Ook willen ze dat ontwikkeling een belangrijk onderdeel van de multilaterale handelsbesprekingen is. De Doha-ronde van handelsbesprekingen ging in 2001 van start in Doha, de hoofdstad van Qatar.
In juli stelde de directeur-generaal de onderhandelingen uit, nadat ministers van de G6 (de Verenigde Staten, Europese Unie, Brazilië, India, Australië en Japan) geen overeenstemming konden bereiken over het verlagen van de landbouwsubsidies en tarieven.
Tijdens een bijeenkomst achter gesloten deuren vrijdag tijdens het WEF, voorgezeten door WTO-baas Pascal Lamy, zei de Indiase minister van Handel dat veel ontwikkelingslanden graag willen dat de besprekingen formeel worden voortgezet, omdat ze een “geloofwaardige” uitkomst van de Doha Ontwikkelingsagenda willen.
“De Doharonde draait erom om ontwikkelingslanden een rol te geven in het wereldwijde handelssysteem door betere regels en markttoegang in industrielanden”, aldus Kamal Nath. Hij zei verbaasd te zijn dat het WEF zoveel sessies over handel in diensten en industriële goederen had belegd en niet over landbouw, terwijl dat juist het moeilijkste onderwerp is in het Doha-pakket.
De Zuid-Afrikaanse minister van Handel, Mandisi Mpahlwa, liet desgevraagd weten dat “alle Afrikaanse landen en formele lancering van de Doha-besprekingen” willen. “Een multilaterale uitkomst is de beste optie en daarna informele onderhandelingen via vertrouwelijke bilaterale bijeenkomsten.”
De Verenigde Staten willen echter juist een intensivering van de huidige informele onderhandelingen die uitgaan van de verschillende voorzitters van de Doha-onderhandelingsgroepen. Formele hervatting zou volgens de VS uitgesteld moeten worden totdat er duidelijk vooruitgang is geboekt in bilaterale besprekingen tussen de partijen die een sleutelrol spelen, met name de VS en de Europese Unie, en de VS en India.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2793 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Column
-
Analyse
-
Analyse