Autonijverheid lust weer alcohol

Alcohol en autorijden gaan perfect samen. Dat vindt in elk geval de Braziliaanse regering. Brazilië hoopt dit jaar 2 miljard liter ethanol te exporteren, een alcoholsoort die uit suikerriet wordt gewonnen en als biobrandstof wordt gebruikt. In Brazilië zelf krijgt intussen bijna een derde van de nieuwe auto’s een motor die op ethanol draait. De enorme suikerrietvelden in het land zouden binnenkort een grotere troef kunnen blijken dan olievelden of gasvoorraden.


Voorlopig lijkt er in Brazilië geen rem meer te staan op de productie van ethanol. Vorig jaar exporteerde Brazilië 800 miljoen liter van het licht ontvlambare goedje, en de eerste tien maanden van dit jaar is al meer dan het dubbele van die hoeveelheid uitgevoerd. Grote landen als Japan maken zich klaar om systematisch ethanol te mengen in de benzine die er wordt verkocht. Dat gaat de luchtvervuiling tegen. Anders dan bij benzine komen bij de verbranding van ethanol nauwelijks schadelijke stoffen vrij. Er wordt wel koolstofdioxide in de lucht geblazen – het belangrijkste broeikasgas – maar niet meer dan er voordien werd gebonden door het suikerriet waaruit het ethanol werd gewonnen.

Daarom werd er in Brazilië luid gejuicht toen de Russische senaat op 27 oktober besliste het Protocol van Kyoto te ratificeren. Nu Rusland mee van de partij is, kan het verdrag eindelijk in werking treden. Dat verdrag verplicht de industrielanden hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dat is alleen haalbaar als er in het verkeer minder fossiele brandstoffen worden gebruikt.

In Brazilië zelf beginnen biobrandstoffen weer snel populair te worden. Vanaf de oliecrisis van 1973 moedigde de Braziliaanse overheid het gebruik van ethanol aan met zware prijssubsidies. In 1985 en 1986 kreeg drie kwart van de auto’s die in Brazilië gebouwd werden, een alcoholmotor. Daarna verwaterde de inzet van de overheid – de subsidies werden afgebouwd en er doken bevoorradingsproblemen op. Maar sinds 1998 beweegt de slinger weer in de andere richting. Vorig jaar liepen in Brazilië bijna 85.000 auto’s van de band die alcohol lusten – 4,6 procent van het totale aantal nieuwe auto’s. Vooral de vraag naar wagens waarmee zowel benzine als alcohol kan getankt worden, is groot. De bestuurders van die auto’s kunnen flexibel kiezen tussen de twee brandstoffen, afhankelijk van de prijs en de beschikbaarheid ervan. De groei gaat razendsnel: in de eerste negen maanden van dit jaar werden in Brazilië meer dan 250.000 auto’s met een alcoholmotor afgeleverd. Voor september bedroeg het aandeel in de totale autoproductie 32 procent.

Helemaal zonder alcohol rijden gaat overigens niet in Brazilië - alle benzine bevat er 20 tot 25 procent alcohol. Brazilië is intussen zelfs begonnen met de productie van kleine vliegtuigen die ethanol tanken. En ook de productie van biodiesel – die gewonnen wordt uit oliehoudende planten – neemt toe. Vanaf deze maand zal die biodiesel gemengd worden met de traditionele diesel die in het land te koop is. Het aanvankelijke aandeel van twee procent zal de komende jaren worden opgetrokken tot vijf procent. Experts zeggen dat het uitgestrekte Brazilië in de toekomst ook veel propere energie kan halen uit biomassa – landbouwafval en hout die met nieuwe technieken heel efficiënt kunnen worden omgezet worden in gas en stroom. (PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.