Biobrandstof uit hout

Begin 2011 moest het Amerikaanse bedrijf Range Fuels al een van zijn fabrieken sluiten na de productie van een eerste lading biobrandstof uit hout. Private financiers en de overheid investeerden in het verleden al meer dan 215 miljoen euro in hun project. De technologie staat echter nog niet ver genoeg om winst te kunnen maken. De sluiting bij Range Fuels zou investeerders kunnen afschrikken om verder te beleggen in de productie van biobrandstoffen uit hout.

Maar er is ook een ecologisch probleem. Volgens de Global Forest Coalition, een internationale coalitie van ngo’s, zal de stijgende vraag naar hout een grote bedreiging vormen voor het voortbestaan en de biodiversiteit van bossen én voor het levensonderhoud van inheemse en landelijke bevolkingen. Voor de biodiversiteit wijst de organisatie vooral op de gevaren van plantages met genetisch gemanipuleerde bomen.

Het Amerikaanse ArborGen Inc. heeft in het zuidoosten van de VS 28 sites met genetisch gemanipuleerde eucalyptusbomen. Voor houtverwerkingsbedrijven zijn die snelgroeiende, uniforme en koude- en ziektebestendige bomen het meest interessant om te kappen. Maar net die superieure eigenschappen maken hen gevaarlijk voor natuurlijke soorten.

Volgens de Global Forest Coalition zullen ze in een snel tempo nationale parken en bossen binnendringen en er de biodiversiteit aantasten –met als gevolg dat er minder koolstofdioxide zal worden opgenomen. En dat is contradictorisch, want door energie te halen uit biobrandstof willen de VS net hun uitstoot van koolstofdioxide verminderen. Volgens milieuorganisaties is dat echter alleen mogelijk door de totale impact van een project op het milieu grondig te onderzoeken en daarna de bedrijven strikte regels op te leggen.