Bolivia weert VN-aanval op traditionele coca af

“Over mijn lijk”, zegt Luis Mamani, een Boliviaanse cocaboer, over een rapport van de Verenigde Naties dat de Boliviaanse regering aanmaant het einde te maken aan het traditionele kauwen van cocabladeren. De regering in La Paz reageert eveneens verbolgen en beschuldigt de VN ervan de rechten van inheemse gemeenschappen met voeten te treden.
De familie Mamani woont in het dorpje Arapata, op 120 kilometer van La Paz, in de streek van Yungas aan de voet van de Andes. Luis heeft zo zijn eigen theorie over het rapport van de International Narcotics Control Board (INCB), de drugswaakhond van de Verenigde Naties. Volgens hem gaat het om een “wraakactie” tegen president Evo Morales, die zijn carrière begon als leider van de cocaboeren in de regio van Chapare. Veel Bolivianen denken er net zo over als hij, zegt Luis, terwijl hij bedachtzaam cocabladeren plukt uit een plastic zakje en in zijn mond stopt.

“De gringo’s hebben geen respect voor de president omdat hij ooit een ‘cocalero’ was, en nu willen ze ons doen betalen”, zegt Luis’ vrouw Alicia. Samen met haar man en vier kinderen heeft ze net de laatste zaailingen geplant, in een strak geometrisch patroon van voren dat sterk afsteekt bij de omringende subtropische vegetatie en weldra getooid zal zijn in het opvallende groen van de cocaplanten.

De INCB schreef eerder deze maand in haar jaarlijkse rapport dat “de praktijk van het kauwen van cocabladeren in Bolivia en Peru blijft voortbestaan” en dat de betrokken regeringen dringend wat moeten doen om “al het gebruik van cocabladeren, ook het kauwen, uit te roeien omdat het indruist tegen de conventie van 1961 over drugs.”

Een reactie van de Boliviaanse regering liet niet lang op zich wachten. President Morales schreef een brief aan VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon om te zeggen dat Bolivia “geen unilaterale verklaringen of druk van buitenlandse regeringen accepteert.” De brief verwees naar de Universele Mensenrechtenverklaring van 1988, die het traditionele gebruik van coca erkent, en verschillende verdragen over de rechten en de vrijheden van inheemse volkeren.

Uit antropologisch onderzoek is gebleken dat de cocateelt in de streek van Yungus ver teruggaat. Uit koloniale archieven blijkt dat in 1793 in de koloniale hoofdstad Potosi 27 procent van de inkomsten uit de verkoop van lokale producten afkomstig was van coca. Archeologen vonden in oude opslagplaatsen langs de kust van Peru kalebassen met sporen van een ‘alkaline substantie’ die dateren van meer dan duizend jaar voor onze tijdrekening.

Het gebruik van coca is nog altijd springlevend, vooral bij mensen die zwaar werk doen of ’s nachts werken. Taxichauffeur Alberto Sosa koopt om de drie dagen een zakje cocablaren op de traditionele markt van Villa Fátima in de hoofdstad La Paz. “Het helpt me om wakker te blijven ’s nachts”, zegt hij, terwijl hij het zakje wegstopt in het handschoenenkastje.


Wetenschappelijk bewijs



De mensen in Bolivia geloven dat coca helpt tegen honger, vermoeidheid, slaperigheid en hoogteziekte, wat door wetenschappelijk onderzoek lijkt te worden bevestigd. Hilda Spielvogel van de Universiteit van Mayor de San Andrés deed onderzoek naar het effect van coca op fysieke inspanningen. Ze kwam tot het besluit dat het kauwen van coca de aanmaak van adrenaline vermindert en er dus voor zorgt dat het lichaam minder zuurstof verbruikt.

Voor haar onderzoek deed ze een proef met twaalf ongeveer even grote en sterke mannen uit twee stadjes op de Boliviaanse hoogvlakte ten zuiden van La Paz. De helft van hen kreeg 31,5 gram cocablaren te kauwen, de anderen suikervrije kauwgom. Na een uurtje van afmattende fysieke tests waren de zes mannen die coca hadden gekauwd veel minder vermoeid dan de anderen.

De Boliviaanse wet laat het kauwen van coca toe als een traditionele praktijk en voor medicinaal en ritueel gebruik. Om aan die behoefte te voldoen mag er in het stamgebied van de plant, dat vooral in Yungas ligt, coca worden verbouwd. In 2007 verkochten cocaboeren ongeveer 81,5 miljoen kilo coca op de traditionele markten van Villa Fátima in La Paz en Sacaba in Cochabamba, voor een totale waarde van 29,2 miljoen dollar (19 miljoen euro).

Volgens rapport van de Verenigde Naties en de Verenigde Staten is er in Bolivia meer dan 27.000 hectare legale en illegale coca aangeplant.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.