De grote wereld komt binnen langs het Klein Kasteeltje

Mensen trekken niet vanuit het Congolese regenwoud naar de Vlaamse Polders, maar van Kinshasa of Marrakesh naar Brussel, Antwerpen of Gent. In België is Brussel ongetwijfeld dé grote ingangspoort en binnen dat Brussel steekt de wijk rond het Klein Kasteeltje eruit als hét aanmeldpunt voor legale en illegale migranten. ‘Zelfs in het buitenland is het Klein Kasteeltje gekend onder aspirant vluchtelingen. Als je naar België gaat, en je zoekt werk, dan moet je naar de château,’ zegt iemand die lange jaren als illegaal in België verbleef.
Asiel is, naast gezinshereniging en huwelijk, voor de armen van deze wereld zowat de enige manier was om België binnen te komen -of juridisch correcter: om het recht te verwerven om op het Belgische grondgebied te verblijven. Alle andere immigratiepoortjes zijn gesloten. Het gevolg is dat alle migranten -ook de zogenaamde economische vluchtelingen- aan het asieldeurtje komen kloppen. In België betekende dat sinds de late jaren tachtig concreet dat ze aan de poort van het Klein Kasteeltje kwamen aanschuiven. ‘Soms stonden daar tot 200 mensen buiten aan te schuiven,’ vertelt priester Daniël Alliët die in de buurt kwam werken toen het Klein Kasteeltje -dat decennia lang had gefungeerd als toegangspoort tot het Belgisch leger- in gebruik genomen werd voor de opvang van asielzoekers. De manier waarop België de toestroom van armen probeerde te reguleren, zorgde dus in de buurt van het Kasteeltje voor een concentratie van mensen die gaarne een centje wilden bijverdienen. Dit aanbod van werkwilligen illegalen vond vrij snel aansluiting bij een vraag. Niet zozeer van de onmiddellijke buurtbewoners, want een groot deel daarvan zijn relatief kansarme Marokkaanse inwijkelingen, maar van heel Brussel en omstreken.

‘De eerste jaren gebeurde dat open en bloot,’ vertelt Daniël Alliët. ‘Altijd stonden er tientallen mensen rond het Klein Kasteeltje. Bestelwagens met daarop ‘Rénovation’ stopten, de werkzoekenden stoven erop af en werden ingeladen.’ De zone was dus letterlijk een arbeidsmarkt waar -letterlijk én figuurlijk- zwarte arbeiders te koop waren. Halverwege de jaren negentig werd de wet op het zwartwerk verstrakt: de boetes werden verhoogd van enkele tienduizenden BEF naar honderdduizenden. Bovendien vertoonde de politie zich iets meer in de buurt. Alliët: ‘Dat had tot gevolg dat men voorzichtiger is geworden. Er is nu niet minder zwartwerk, maar het is meer verborgen. Men zal afspreken aan het Klein Kasteeltje: ik heb zoveel mensen nodig, kunnen jullie naar daar komen?’ Zegt een medewerker van het Klein Kasteeltje: ‘Negentig procent van de mensen die aan het Kasteeltje staan te wachten, hebben niks met het opvangcentrum te maken. Slechts tien procent zijn ex-bewoners die nu illegaal zijn geworden.’



Eendracht maakt macht

‘Het zwarte circuit bestaat nog altijd en is niet kleiner geworden,’ zegt een man die zeven jaar als ‘sans papier’ geleefd en gewerkt heeft. ‘De garages hier aan de kanaalzone, dat gaat gewoon door. Tachtig procent van wat die omzetten, gebeurt in het zwart. Ik ken iemand die al jaren zesdagenweken maakt in zo’n garage voor 3500 BEF per week. Dat zijn moderne slaven. Meestal gaat het dan om de mensen zonder technische bagage die wagens schoonmaken, of duwen en trekken. Als ze op het einde van de week hun geld vragen, krijgen ze soms te horen: volgende week. De week daarop hetzelfde. Tot de baas zegt dat ze daar niks meer te zoeken hebben. Wat kunnen ze doen? Naar de politie gaan?’

Het arbeidsaanbod van illegalen wordt ook gulzig gebruikt in de confectie, de bouw en de sector van het huispersoneel. Mensen krijgen bijvoorbeeld 750 BEF per dag om een container te vullen of 500 BEF voor een dag verhuiswerk. De Afrikanen worden dikwijls het minst betaald. Omdat ze vaak minder technische bagage hebben maar vooral omdat ze niet georganiseerd zijn. ‘De Roemenen vormen een soort maffieuze structuren. Als een werkgever het al te bont maakt, kan hij problemen krijgen. Eendracht maakt macht, nietwaar.’ Aan het Kasteeltje staan de ‘volkeren’ ook apart opgesteld. Aan de Westhoek van het Kasteeltje staan de zwarte Afrikanen, aan de Oostkant en voor de ingang de Oost-Europeanen.



De buren van de Grote Wereld

De buurt heeft heel verscheiden gereageerd op deze ‘komst van de wereld’. Een deel van de Marokkanen ervoer de ‘illegalen’ niet enkel als indringers en vreemden maar vooral als concurrenten. Een tijdje geleden brak zelfs een vechtpartij uit tussen Marokkanen en Roemenen. Mijn anonieme getuige staat daarvan niet versteld: ‘Als de Marokkanen 3000 BEF vroegen om een kamer te schilderen, dan stellen de Roemenen zich tevreden met 1500 BEF. Ze ondergraven met andere woorden de markt.’ Ook de woonmarkt reageerde heel duidelijk op het nieuwe migratiefenomeen. ‘Deze buurt is echt bijna per straat uiteengevallen,’ zegt Geert Roukaerts van het Lokaal Integratiecentrum. ‘Ten zuiden van de Vismarkt heeft de speculatie en renovatie alles veel duurder gemaakt. Aan de noordkant is in de meeste huizenblokken al vele jaren amper geïnvesteerd.’

In de loop der jaren is echter ook steun en gastvrijheid gegroeid op deze plek. Het is geen toeval dat de Begijnhofkerk, waar nu al meer dan een jaar ‘sans papiers’ kamperen, hier in de buurt staat. De Nationale Beweging voor Mensen zonder Papieren zag hier min of meer het daglicht. Heel wat initiatieven voor illegalen kwamen overigens uit kerkelijke hoek. Alliët: ‘Als mensen in hoge nood verkeerden, gaven we hen soms ook werk, maar dan tegen 250 of 260 BEF per uur, evenveel als wijzelf verdienen. Men verwijt ons dat we voor zwart werk zijn maar wat kunnen we doen?’ Ook het Klein Kasteeltje trad wat buiten zijn muren met het opstarten van taalcursussen en vrijwilligersgroepen die vluchtelingen helpen bij het vinden van een woning en werk. Zegt Veronique Detrou: ‘Het is zo moeilijk Belgen ervan te overtuigen dat onze vluchtelingen dit land veel te bieden hebben. Het zijn dikwijls hooggeschoolde mensen.’



Werk voor illegalen en missionarissen

Als officiële instantie richt het Kasteeltje zich uitsluitend op mensen die wettelijk in het land verblijven. De Meeting, een initiatief van het Lokaal Integratiecentrum, trekt niet zo’n scherpe lijn. Roukaerts: ‘Er blijft natuurlijk een verschil: voor mensen die hier illegaal verblijven, kunnen we soms heel weinig doen. Ja, ze krijgen een kop koffie, ze kunnen hun verhaal kwijt en het is hier warm in de winter maar we kunnen hen niet aan werk helpen, behalve soms aan een kleine klus. Mensen die hier wettelijk verblijven, helpen we met bijkomende vorming, legalisering van diploma’s, het vinden van werk of een woning.’

Een paar uurtjes doorbrengen in De Meeting, maakt snel duidelijk wie hier allemaal aanspoelt in deze buurt. K. is Marokkaan en verblijft al meerdere jaren illegaal in België. Hij arriveerde in Charleroi. Zocht daar eerst werk, wat moeilijk was. Hij woonde in bij vrienden. Nu leeft hij sinds een jaar in de Begijnhofkerk bij de ‘sans papiers’. Hij heeft het moeilijk om rond te komen. ‘Vorige week woensdag is hij een hele dag in Charleroi werk gaan zoeken. Hij heeft alle resto’s afgelopen maar niets gevonden. Soms helpt hij mij in de voedselbank. Hij kan dan eens goed eten,’ vertelt vrijwilliger Paul. Een jonge Sierraleonees met een enorm kruisbeeld op zijn borst heeft een tijdelijke verblijfsvergunning en het telefoonnummer van een restaurant in Bosvoorde, waar ze iemand zoeken om af te wassen. Hij spreekt wel wat Nederlands maar omzeggens geen Frans en dus belt Paul naar het restaurant… hij mag onmiddellijk gaan. Een van zijn landgenoten wil zich vervolmaken als kleermaker en mag zich binnenkort aanmelden in de beroepsschool van Anderlecht. Enkele Rwandezen zoeken al maanden vergeefs naar een ietwat grotere woning.

De Ghanees O. is illegaal en probeert geld te verdienen door zich aan te bieden op de zwarte arbeidsmarkt rond het Klein Kasteeltje. ‘Mijn vriend heeft een OCMW-uitkering. Hij betaalt de huur maar ik betaal hem daarvan een deel terug.’ Als de verdiensten het toelaten, natuurlijk. Want de zwarte arbeidsmarkt aan de ‘Château’ is geen vetpot. ‘Soms sta ik er een hele week zonder dat ik werk vind, soms heb ik een dag werk, soms twee dagen, uitzonderlijk eens een hele week. O. doet allerlei werk: poetsen, renovaties en ja, soms is het werk ongezond. O. komt de jongste tijd in De Meeting Nederlands leren bij Marc, een van de vrijwilligers die 27 jaar in Brazilië heeft gewerkt. Meerdere ex-missionarissen houden zich nu bezig met het ‘Zuiden in Brussel’. Zegt Daniël Alliët: ‘Ook ik wou vroeger als missionaris naar de Derde Wereld maar dat is er nooit van gekomen. Als ik nu met de fiets naar de Begijnhofkerk rij, kom ik heel de Derde Wereld tegen.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.