EU zet in op bilaterale handelsakkoorden

Het besluit van de Europese Unie (EU) om zich te gaan richten op bilaterale handelsakkoorden, kan slecht uitpakken voor ontwikkelingslanden. De EU komt met deze nieuwe strategie na het vastlopen van de multilaterale handelsbesprekingen in de Doha-ronde.
“Het Europese beleid moet duidelijk zijn: verwerpen van protectionisme thuis en actief markten openen in het buitenland”, zei commissaris voor Handel, Peter Mandelson gisteren (woensdag) in Brussel.

De oproep tot het afschaffen van protectionistische maatregelen in de EU zal in Europa wat rimpeling veroorzaken, maar voor de ontwikkelingslanden kunnen de plannen veel dramatischer uitpakken. Het bilateraal openen van markten betekent dat kleine en economisch zwakke economieën moeten onderhandelen met de veel grotere en machtige Europese Unie.

Het was deels om de belangen van die landen te beschermen, dat opkomende ontwikkelingslanden zoals India en Brazilië weinig toegeeflijk waren tijdens de recente besprekingen over de vrijmaking van de wereldhandel. De belangrijkste reden voor het uitblijven van een overeenkomst was dat deze sterke ontwikkelingslanden geen compromissen wilden sluiten en partij kozen voor de armere landen.

De nieuwe EU-plannen zetten landen als India en Brazilië in dit opzicht buiten spel: met hun standpunt hoeft geen rekening te worden gehouden. De Europese Commissie wil zich nu bilateraal gaan richten op het openen van buitenlandse markten voor Europese goederen en diensten. Daarbij gaat het niet alleen om kleine, kwetsbare landen. De EU wil zich in eerste instantie richten op de twee grote markten in China en India, waar de Verenigde Staten en Japan al voor de EU uitlopen in het uitwerken van bilaterale vrijhandelsakkoorden.

“Ik vind het een snood plan”, zegt John Hillary van de ngo War on Want. “Het is een beleid dat geboren is uit het falen van de WHO-onderhandelingen. De EU wil nu individuele landen één voor één benaderen.”

De EU heeft al overeenkomsten gesloten met landen uit Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACP-landen). Pogingen om de markten te openen hadden een desastreus effect op de economie in die landen. Volgens War on Want heeft het verleden laten zien dat de Europese aanpak leidt tot een verhoogde concurrentie tussen de industrie- en dienstensector in ontwikkelingslanden en de multinationals. “Dat leidt onvermijdelijk tot faillissementen en verlies van arbeidsplaatsen bij lokale ondernemingen.”

De ngo wijst op de situatie in Senegal, waar een derde van alle banen in de textielindustrie verloren ging nadat het land gedwongen werd zijn markt te openen. In Ghana ging twee derde van de banen in de textielsector verloren binnen vijf jaar nadat de markt geliberaliseerd werd. Soortgelijke situaties deden zich voor in andere landen in Afrika en Latijns-Amerika.

De Europese Unie vreest achter te blijven bij de VS en Japan, nu de Doharonde van handelsbesprekingen muurvast zit. Het startschot van Doha-besprekingen werd in 2001 gegeven in Qatar. De bedoeling was om van handel een instrument tot ontwikkeling te maken en daarom werden de besprekingen de ‘Doha Ontwikkelingsronde’ gedoopt.

“Over ontwikkeling horen we niet veel meer”, zegt Hillary. “De EU wil nu een vergaande liberalisering in het belang van het Europese bedrijfsleven.” IPS MDG8 (JS/CRM)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.