Experts vrezen voedselcrisis in Guatemala

“We verwachten dat het fenomeen La Niña zal voortduren in 2011 met extreme regens”, zegt Eddy Sánchez, directeur van het Nationaal Instituut voor Meteorologie in Guatemala. La Niña wordt gekenmerkt door een afkoeling van de oceanen en een toename van de passaatwinden, die van oost naar west waaien langs de evenaar, met stortregens als gevolg.
Volgens cijfers van de VN-voedselorganisatie FAO nam het ondervoede deel van de Guatemalteekse bevolking toe van 15 procent (1,4 miljoen mensen) in 1990-1992 naar 21 procent (2,7 miljoen mensen) in 2005-2007. In dezelfde periode daalde de honger in Honduras van 19 naar 12 procent en in Nicaragua van 50 naar 19 procent.

Maïs

Door de impact van de klimaatwijziging liep de productie van maïs, het belangrijkste ingrediënt in de Guatemalteekse keuken, zware schade op, zegt de FAO. De VN-organisatie verwacht dat de oogsten van mei 2010 tot mei 2011 nauwelijks drie kwart zullen opleveren van wat het land gemiddeld verbruikt.
Guatemala is het armste land van Latijns-Amerika. De helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens, 17 procent leeft in extreme armoede, zeggen de VN.
De stormen Agatha, in mei, en Alex, in juni, en de winterse stortregens hebben meer dan honderdduizend mensen getroffen en zware schade toegebracht aan de wegeninfrastructuur. Bovendien hebben de Centraal-Amerikaanse landen zich nog altijd niet hersteld van de verwoestingen die de orkanen Stan (2005) en Mitch (1998) hebben aangericht, vooral in El Salvador, Honduras, Nicaragua en Guatemala.
Paradoxaal genoeg werd de streek vorig jaar getroffen door droogte. Ook toen ging een deel van de graanoogst verloren. In Guatemala stierven daardoor 54 kinderen aan ondervoeding.

Groot alarm

“We gaan naar een periode van groot alarm”, zegt Roberto Cabrera van de ngo Acción Contra el Hambre (Actie tegen de Honger). “We krijgen al bijna drie jaar de ene schok na de andere te verwerken: de wereldwijde economische crisis in 2008, de droogte veroorzaakt door El Niño vorig jaar, en de overvloedige regen dit jaar.”
De kleine landbouwers hebben “niet één succesvolle productiecyclus” gehad als gevolg van het sterk wisselende klimaat, iets waarop het land “niet voorbereid” is.
Cabrera zegt dat de overheid naar een beleid moet dat de landbouwers minder afhankelijk maakt van maïs en bonen. Volgens Gustavo García, van de Guatemalteekse FAO-afdeling, moeten landbouwers daarvoor makkelijker krediet kunnen krijgen. “Velen zouden willen diversifiëren maar hebben daarvoor de middelen niet.”
Andere landen in Latijns-Amerika en de Caraïben waar de voedselsituatie volgens de FAO ernstig is, zijn Bolivia en Haïti.