Gevangenissen: spiegel van onze samenleving

In de Verenigde Staten nam sinds de ‘War on Drugs’ in de jaren tachtig het aantal gevangenen astronomisch toe. Veelal gaat het om armen en Afro-Amerikanen. Ook de privatisering van gevangenissen, het opsluiten van jongeren en wrede behandelingen zoals langdurige eenzame opsluiting worden door tegenstanders aangeklaagd. MO* polste bij Luk Vervaet hoe het België en Europa intussen vergaat. Vervaet was vele jaren leraar Nederlands in Belgische gevangenissen. Hij is actief bij Egalité rond het Belgisch gevangeniswezen en politieke gevangenen.

  • Olivia Rutazibwa Olivia Rutazibwa

Gaan we in België en Europa ook richting Amerikaanse toestanden?

De specifiek Europese manier van gevangenen behandelen en rechtspraak is aan het verdwijnen. Gezien de mondialisering denk ik niet dat we kunnen verwachten dat ook de behandeling van gevangenen geen mondialisering ondergaat. Op een gegeven moment is er een bepaald model dat overal ingang vindt. Aangezien het dominant model, zowel economisch als politiek, het Amerikaans model is, zie je dat ook hun gevangenissysteem en de manier waarop zij met delinquentie, criminaliteit en politiek verzet omgaan, zijn weg baant op het Europees continent.

Hoe vertaalt die Amerikanisering zich concreet bij ons?

Er zijn verschillende elementen. Zo is er de massale opsluiting van mensen. Vermits we in België maar een klein land zijn zie je dat natuurlijk maar op kleinere schaal. In landen als Groot-Brittannië en Frankrijk is het duidelijker. In België zagen we een verdubbeling van de gevangenen. In 1980 waren er 5.000, in 2013, 12.000. Dat is meer dan een verdubbeling, en er lijkt geen einde van deze trend in zicht.

Daarnaast is er ook op alle vlakken een harder strafbeleid. In tegenstelling tot wat mensen denken, zijn de straffen zeer streng en veel langer dan vroeger. Het aantal straffen boven de drie jaar is enorm toegenomen. Ook het aantal daden dat gecriminaliseerd wordt neemt toe. Een klein voorbeeld  daarvan zijn de GAS-boetes.

Een ander aspect is de explosie van het aantal gevangenissen. In België gaat men er meer dan tien bijbouwen. Ditzelfde fenomeen zie je ook in de grote Europese landen.

In de VS ging de exponentiële groei van gevangenissen gepaard met privatiseringen en begon men te spreken van de ‘prison-industrial-complex’: een gedeeld belang tussen politici en de industrie om het gevangeniswezen te doen groeien. Zien we dit in België ook?

Het is er ook bij ons, al is het niet zo manifest. Minister De Clerck haalde zelf economische argumenten aan toen hij de bouw van nieuwe gevangenissen bepleitte. Hij zei dat een gevangenis van 440 plaatsen 500 jobs creëert voor minstens honderd jaar. Je hebt dus economische en commerciële belangen voor de gemeenten die een gevangenis bouwen.

Ten tweede zullen er met het masterplan dat nu op tafel ligt voor het eerst in de Belgische geschiedenis gevangenissen gebouwd worden door privé-maatschappijen. Die zullen op hun beurt beheerd worden door de DBFM formule: design, build, finance and maintain. Dat wil zeggen dat een overheid, in tegenstelling tot vroeger een gevangenis huurt.

Bij ons blijft het personeel, anders dan in enkele Britse en Amerikaanse situaties, wel van de overheid. Het is interessant om dan eens te kijken wie daar allemaal geld mee verdient. Bedrijven als Dexia Bank en Sodexo Belgium zitten daar bijvoorbeeld bij.

Een andere kritiek op de ‘prison-industrial-complex’ is dat het gevangeniswezen goedkope arbeidskrachten zou leveren aan bedrijven.

Vroeger dienden gevangenissen echt als werkhuizen. Mensen werden klaargestoomd om in grote industrieën te werken, omdat er veel werkkrachten nodig waren. Nu echter is er geen werk en je krijgt situaties waar gevangenen voor een paar euro normaal werk uitvoeren zonder ziektevergoeding of dat dat meetelt voor het pensioen. Dat is compleet illegaal.

De overgrote meerderheid echter werkt niet, doet niets. De gevangenis wordt dus een volledig nutteloze plaats. Het bevolkingsoverschot waar men niets mee weet te doen, heeft men in de gevangenis gestopt.

De War on Terror heeft veel van de recente Amerikaanse geschiedenis bepaald. Is dat ook iets dat bij ons speelt?

De oorlog tegen het terrorisme is al tien jaar aan de gang — dubbel zo lang als de twee wereldoorlogen- zonder duidelijk front, perspectief of einde. Dit heeft een verschrikkelijk negatief effect gehad op heel veel dingen, ook op de binnenlandse situatie.

Het erge aan Guantánamo bijvoorbeeld is niet zozeer enkel het feit dat dat kamp bestaat, het gaat vooral om het symbool. Het feit dat je mensen kan kidnappen, vernederen met oranje uniformen en zwarte maskers, dat je hen kan waterboarden, folteren en onbeperkt vasthouden zonder enige vorm van proces, … die mentaliteit heeft onvermijdelijk een effect op hoe we mensen in het algemeen behandelen.

Als ik er van uit ga dat folteren efficiënt is voor terroristen, waarom zou het dan niet zijn voor anderen? Het heeft een zware invloed gehad op ons denken en vooral op onze tolerantie van de pijn die we elkaar berokkenen. Als er niet minstens levenslang of dertig jaar wordt gegeven, dan is men tegenwoordig al niet meer tevreden. We hebben dingen in Belgische gevangenissen gezien die zich duidelijk inspireren op wat er in Abu Ghraib gebeurde. Er is het incident in Vorst geweest, aangeklaagd door het Comité ter Preventie van Foltering. Vanuit een situatie van oorlog zie je dus dat er een mentaliteit is die in onze samenleving penetreert. Het symbool Guantánamo zal heel moeilijk terug te herstellen zijn. We zijn heel ver teruggegleden sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen men dacht dat dat allemaal achter de rug was.

Vaak leeft bij ons het gevoel dat we niet zo actief deelnemen aan die War on Terror. Tegelijkertijd bent u iemand die zich inzet voor mensen als Ali Arras, die jullie als politieke gevangenen van deze oorlog zien.

Het Westen heeft een houding aangenomen waarmee het de handen zelf niet te vuil maakt in deze War on Terror. Bij ons wordt er niet gefolterd. Men heeft de Arabische landen gebruikt als een vorm van outsourcing. Dit geldt zeker voor Marokko, dat door de Amerikanen is gebruikt als tussenbasis tussen Pakistan en Guantánamo. Maar dat geldt ook in het geval van Belgo-Marokkanen zoals Ali Arras of in de zaak Beliraj, waarin België informatie heeft gegeven, en op geen enkele manier wil tussenkomen in zaken die duidelijk illegaal zijn, zoals de uitlevering van Arras door Spanje aan Marokko.

De Mensenrechtencommissie van de VN had duidelijk gevraagd om dat niet te doen omdat men vreesde voor foltering. België was gevraagd om hierin tussen te komen, want het zijn Belgen, — die mannen hebben een identiteitskaart zoals jij en ik. Arras verdween twaalf dagen van de aardbodem en was uiteindelijk effectief gefolterd.

Toen hij terug kwam bovendrijven had hij een papier ondertekend waarvan hij niet eens precies wist wat er op stond. Wij hebben toen aan België gevraagd om eerst en vooral te zoeken waar hij was. Dat hebben ze niet willen doen. Toen we hen vroegen om op zijn minst zijn foltering formeel aan te klagen wilden ze dat ook niet doen omdat er geen bewijs van foltering was.

Vandaag heeft de rapporteur van de VN, Juan Mendéz, bevestigd dat er effectief sprake was van foltering. Nu zijn we opnieuw naar de Belgische overheid gegaan, maar die willen zich er nog steeds niet in mengen omdat het om een Belgo-Marokkaan gaat en hij dus twee nationaliteiten heeft. Als je er echter de Conventie tegen Foltering op naslaat, is dat een argument dat vervalt als er effectief sprake is van foltering en ben je verplicht om het met alle middelen tegen te gaan.

Welke processen, naast de War on Terror geven mee vorm aan ons gevangeniswezen vandaag?

‘Misschien moeten we gewoon de kraan repareren.’

 

Je hebt ook de economische crisis. Alle statistieken wijzen er op dat tijdens een economische crisis ook het aantal gevangenen toeneemt. In de jaren tachtig waarover ik het daarnet had, waren er maar 70 000 werklozen, nu spreken we over een miljoen werklozen. In de Brusselse volkswijken is er een jeugdwerkloosheid van veertig tot zestig procent. Dat zijn Spaanse of Griekse toestanden. Een ander element is dat de strijd tegen de criminaliteit meer een politiek dan een gerechtelijk discours is geworden. Wie voor de harde aanpak van criminaliteit staat, wordt gegarandeerd verkozen. Je ziet dat thema terugkomen bij extreem rechts uiteraard maar het is ook opgenomen door de traditionele partijen tot en met links of extreem links. De media doen hier ook aan mee. Criminaliteit is een ‘topic’, het is voorpagina nieuws. De rol van het gerecht wordt in feite meer en meer door de media en de politici opgenomen.

Criminaliteit is op zich iets van alle tijden en had dus altijd al zo kunnen ingezet zijn geweest. Waarom is het iets dat vandaag precies zo wordt gebruikt?

Het gaat om de staat. Die blijkt hoe langer hoe minder capabel om wat dan ook op te lossen. Op sociaal en economisch vlak zijn overheden volledig lamgeslagen. Wordt er een fabriek van het ene naar het andere land verkast zeggen ze dat ze daar niets aan kunnen doen. Is er een bankencrisis, dan kunnen ze daar niets aan doen behalve de bevolking vragen om de rekening te betalen. De sociale rol van de staat, de welvaartstaat verdwijnt meer en meer. De functie die in de plaats komt is de politiefunctie. Daar zie je dat de staat wel punten mee kan scoren. Tegelijkertijd zie je dat er tegen bepaalde criminelen, zoals de banksters – je hebt gangsters en banksters – die miljoenen mensen en hele landen in de miserie stortten, niets wordt gedaan. Dat is revolterend. Toen ik in de gevangenis werkte, zag ik alleen maar arme mensen. De rest ontsnapt er gewoon aan.

In de VS vloeit er veel inkt over de etnische samenstelling van de gevangenissen, die naast armen vooral Afro-Amerikanen huist. Is dat iets dat bij ons ook speelt?

Absoluut. De gevangenisbevolking is totaal veranderd van kleur. Er is een oververtegenwoordiging van mensen met migratie achtergrond. Wat gebeurt met de zwarten in Amerika zie je gebeuren met de migranten in Europa. Men probeert het voor te stellen alsof het om echte buitenlanders gaat. Dat is echter niet waar. 44 procent van de gevangenen zijn zogenaamd buitenlanders, maar uiteindelijk zijn maar 1450 van die 4986 zogenaamde buitenlanders ook echt buitenlanders. Indien de opsluitingsgraad 65 is op 100 000 inwoners, dan is die 316 bij de migranten. De recidive van 44 procent in onze gevangenissen toont daarnaast hoe succesvol het allemaal is. De bevolkingsdichtheid in de Belgische gevangenissen is bovendien groter dan die in Frankrijk of Nederland. Als die 108 op 100 plaatsen is in Frankrijk, is die 111 in België of 92 in Nederland.

Is het dan niet goed op korte termijn dat er meer gevangenissen worden gebouwd?

Dat is de logica van een lekkende kraan waaronder we in eerste instantie een kopje zetten, daarna een emmer, een bad en uiteindelijk een heel zwembad. Terwijl we misschien gewoon de kraan moeten repareren. Hier komen we terug bij de staat. We hebben niet meer gevangenissen nodig, we hebben scholen nodig, ziekenhuizen, woningen en werk.  Dat is uiteraard moeilijker te realiseren dan een gevangenis bouwen. Dat is de hele discussie over scholen, woningen, werk en ziekenhuizen of gevangenissen. Het gaat niet om én, maar om het één óf het ander.

U volgt dus mensen als Angela Davis die zichzelf als abolitionisten zien, en helemaal komaf willen maken met het gevangeniswezen.

Ik ben abolitionist in de zin dat ik me geen illusies maak. De idee dat we geen gevangenissen nodig hebben is iets dat op dit moment niet in de publieke opinie kan binnendringen. Ik ben het eens met mensen als Angela Davis dat als je bepaalde dingen in het gevangeniswezen wil humaniseren, je tot de conclusie komt dat er dingen zijn die niet te humaniseren zijn. Dat wil niet zeggen dat ik voor straffeloosheid ben. Ik ben het er mee eens dat er bepaalde mensen zijn die je niet in de samenleving kan loslaten. Dit gaat echter om een extreme minderheid. Voor de rest denk ik dat het gaat om zorg of straf. Het is niet dat er geen straf moet zijn, maar er moet vooral zorg zijn. In de gevangenis heb ik vooral mensen gezien met heel veel problemen, fysieke en psychische. Men kan hen allemaal opsluiten, de druggebruikers, verkrachters en incest plegers, maar misschien is er ook een sociaal of seksueel of ander probleem op te lossen. In de gevangenis is er geen zorg, enkel straf.

Is het dan een positieve evolutie dat we vandaag bijvoorbeeld meer aandacht besteden aan het alternatief van de elektronische enkelband?

Ik zie een uitbreiding van de gevangenis in de maatschappij. Enkelbanden zijn daar een voorbeeld van. Met zit dan nog altijd in dezelfde logica. Gevangenissen anno 2013 zijn een symbool van hoe we willen dat het er binnen onze samenleving aan toe gaat. In sommige rechtbanken heb je de indruk dat je al in de gevangenis zit. Er zijn mitraillettes en dergelijke. Vroeger was dat er helemaal niet. Nu zijn rechtbanken bijna een verlengstuk van de gevangenis. Zelfs in shoppingcenters zie je overal camera’s, privébewaking, alarmen die bij het minste afgaan. Die ideologie van de gevangenis breidt uit. In Engeland zijn ze na de enkelband overgegaan tot de control orders. Dat zijn mensen die thuis werkelijk in de gevangenis leven. Zijzelf, maar ook hun familie. Kinderen die hun computer niet mogen gebruiken omdat papa niet op het internet mag. Dat kennen we hier nog niet, maar dat zijn dingen die komen. De fundamentele discussie gaat over welke weg we uiteindelijk willen opgaan: een sociale welvaartstaat of een repressiestaat? Daarna kunnen we ons de vraag stellen hoe delinquenten dan het best worden aangepakt.

Kom je in je werk haalbare alternatieven tegen voor het bestaande systeem?

Ik werk veel met mensen als Jean-Marc Mahiy. Hij is een ex-gedetineerde die bijna negentien jaar heeft gezeten. Hij was verwikkeld in een zaak waarbij twee mensen zijn omgekomen. In september 2013 beëindigt hij zijn voorlopige vrijlating. Hij is tien jaar geleden vrijgelaten en heeft in die tijd enorm veel geïnvesteerd in de jongeren. Hij gaat getuigen, maakte een toneelstuk ‘Un homme debout’, en stampte een project uit de grond ‘Revivre’, samen met Jean-Pierre Malmendier, een man wiens dochter samen met haar vriend verkracht en vermoord werd. Dader en slachtoffer dus. Hun bedoeling is, — en het gaat hier over zeer zware zaken, wat voor driekwart van de gevallen niet eens geldt -,  om een soort herstel in gang te zetten. Malmendier, die onlangs overleed, was voormalig MR senator. Na de dood van zijn dochter lanceerde hij een petitie voor onsamendrukbare strafmaatregels. Hij had meteen 250 000 handtekeningen. Achteraf is hij tot het inzicht gekomen dat wraak een mens kapot maakt en dat je iets positief moet proberen te doen. Het gaat niet noodzakelijk over vergeven, maar een poging om iets nieuws te creëren. Zo zijn er talloze voorbeelden van goede projecten, maar vaak vinden ze de middelen niet om hun project naar behoren te doen.

Waar moeten we beginnen als we vandaag iets aan het gevangeniswezen willen doen?

Voor mij is de ommekeer van het gevangeniswezen een kwestie van een ommekeer in de maatschappij. Op dit ogenblik denk ik niet dat we de tendens kunnen stoppen zolang de maatschappij niet van koers verandert. Verenigingen, organisaties, drukkingsgroepen en vakbonden zouden het gevangenissysteem systematisch in hun werk moeten meenemen. Denk niet dat de wereld van de gevangenissen een geïsoleerde wereld is. Het is, in tegendeel, de kern van waar we in feite mee bezig zijn.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.