Grillige Niña

Ongemeen zware regenval die wekenlang aanhield, veroorzaakte begin december in Venezuela en Colombia catastrofale overstromingen en aardverschuivingen.

In Venezuela eiste de regen tientallen doden en moesten ruim 70.000 mensen geëvacueerd worden. Vooral het centrum en het westen van het land werden getroffen. President Chávez stal de show door vijfentwintig families onderdak te bieden in het presidentiële paleis van Miraflores. Met die geste wilde hij de kritiek afblokken dat de overheid te weinig preventieve maatregelen had genomen tegen overstromingen. Ook op de traagheid in het huisvestingsbeleid –onstabiele sloppenwijken op de berghellingen blijven groeien– klonk kritiek. In Caracas ligt de ramp van tien jaar geleden nog vers in het geheugen. Duizenden mensen kwamen toen om het leven bij een aardverschuiving nabij de hoofdstad.

Colombia kreeg het nog zwaarder te verduren. Het land werd wekenlang geteisterd door extreem zware regens die grondverschuivingen, verzakkingen en modderstromen veroorzaakten. 1,6 miljoen Colombianen kwamen in de problemen in 28 van de 32 departementen. 110.000 hectare kwam onder water te staan, waardoor volgens de Colombiaanse Vereniging van Landbouwers 450.000 ton voedsel verloren ging. De voorzitter van de vereniging, Rafael Mejía, berekende het verlies op 367 miljoen euro. De departementen Bolivar, Magdalena, Córdoba, Sucre, Chocó en Antioquia werden het meest getroffen. President Juan Manuel Santos zag zich genoodzaakt zijn reis naar Cancun af te gelasten en kondigde de noodtoestand af. De Interamerikaanse Ontwikkelingsbank beloofde een hulppakket van 270 miljoen euro. Volgens de Colombiaanse overheid minstens 250 miljoen euro nodig om eerste hulp te bieden. Meer dan 330.000 gezinnen hebben hulp nodig. Volgens de weerkundige diensten zijn de zware regens veroorzaakt door het weersfenomeen La Niña, die door de klimaatverandering grilliger is dan ooit tevoren. De regens kunnen nog tot maart of mei duren.