Hoofd van overgangsregering in Mali is ook presidentskandidaat

Mali wil in 2013 verkiezingen houden, ten minste als het noorden van het land heroverd is op gewapende islamistische groepen. Om dat mogelijk te maken, beloofde de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) zondag om een jaar lang drieduizend soldaten in te zetten in Mali.

Het was diezelfde Ecowas die in juli besliste dat de Malinese overgangsregering zich niet verkiesbaar mag stellen. De beslissing werd nog ter bevestiging in Mali voorgelegd, maar reeds in april kwamen de Malinese politieke kampen tot dezelfde conclusie.

Dat was buiten interim-premier Modibo Diarra gerekend. Tijdens een kabinetsraad op 31 oktober maakte hij zijn kandidatuur bij de presidentsverkiezingen bekend. Diarra hield ook een communiqué tegen waarin stond dat leden van de overgangsregering geen kandidaat mogen zijn bij de volgende verkiezingen.

Zaterdag op de nationale televisie ontkende Diarra zijn ambitie niet, maar noemde hij het te vroeg om erover te praten.

Debat

De Malinezen zijn verdeeld over de vraag of de leden uit de overgangsregering verkiesbaar mogen zijn. Het nieuws dat Diarra een gooi doet naar het presidentschap maakt de tongen los op straat in Bamako. Ook in de lokale media woedt de discussie over de vraag of de premier niet moet aftreden als hij wil deelnemen aan de verkiezingen.

“De eerste minister is een burger zoals iedereen. Hij heeft het recht om zich kandidaat te stellen bij de volgende verkiezingen”, vindt Cheick Koné, een leerkracht Engels in Bamako. “Hij strijdt fel tegen corruptie, net daarom moet hij deelnemen aan de presidentsverkiezingen”, voegt Koné eraan toe.

Oumou Berthé, lid van de nationale koepel van organisaties uit het middenveld, gelooft dat de verklaring van de Ecowas de zaken zal uitklaren. “Het feit dat de West-Afrikaanse staatshoofden herhalen dat leden van de overgangsregering niet mogen deelnemen aan de volgende verkiezingen, doet het debat op internationaal niveau weer opleven. De premier moet rekening houden met de bezorgdheden van de internationale gemeenschap.”

Amadou Toumani Touré

De Malinese premier moet nationaal overleg plegen met alle politieke spelers om de kwestie op te lossen. Maar sommige politici verdenken hem ervan dat te doen met de bedoeling om uiteindelijk zijn eigen kandidatuur toe te staan.

“De eerste minister heeft ontdekt dat hij van macht houdt”, verklaart activist Boubacar Diarra. “Hij wil de volgende president worden, terwijl diegenen die hem steunden – zoals leden van de gewezen junta – zijn kandidatuur niet steunen.”

Bij een staatsgreep op 22 maart werd de regering van president Amadou Toumani Touré afgezet. De belangrijkste aanleiding was de ontevredenheid bij het leger en de bevolking over de manier waarop de regering-Touré een opstand in het noorden van Mali enkele maanden eerder had aangepakt. Verschillende strijdersgroepen maakten vervolgens van de instabiliteit gebruik om het noorden van het land in te nemen.

Politieke ambities

Op 6 april werd Modibo Diarra, een zestigjarige astrofysicus aangesteld als interim-premier in een deal tussen de coupplegers en de Ecowas.

Dat Diarra nu de volgende president wil worden, heeft tot een crisis in het hart van de overgangsregering geleid. Begin november liet de minister van Territoriale Administratie, Moussa Sinko Coulibaly, die verantwoordelijk is voor de organisatie van de verkiezingen, weten aan vertegenwoordigers van politieke partijen dat hij tegen Diarra’s kandidatuur gekant is.

“Je kan niet deel uitmaken van een overgangsregering en politieke ambities koesteren. Als we aanvaarden dat leden van deze regering in de verkiezingsstrijd stappen, riskeren we het spel te verstoren”, aldus Coulibaly.