Minder olievervuiling aan Belgische kust

Dat blijkt uit strandtellingen van het INBO, waarbij onderzoekers langs het strand wandelen of fietsen en bij elke dode vogel onderzoeken of er olie op de veren zit. De zeekoeten overwinteren op het Belgische deel van de Noordzee, en daarom zijn ze een goede graadmeter van de algemene olievervuiling in de Noordzee.
‘In 2008 is minder dan 50% van de aangespoelde zeekoeten besmeurd met olie. Het streefdoel is 10%’, zegt Eric Stienen, die het onderzoek coördineert. De Belgische kust behoort op het gebied van olieslachtoffers namelijk nog altijd tot één van de meest vervuilde gebieden aan de Noordzee. Chronische olievervuiling wordt veroorzaakt door het al dan niet moedwillig lozen van brandstof en is veel belangrijker dan vervuiling na een scheepsramp.
Het INBO vindt dat schepen ook in kleinere (jacht)havens goedkoop het scheepsafval zouden moeten kunnen achterlaten, nu kan dat alleen in grote havens. Controles op illegale lozingen aan de Belgische kust blijven ook noodzakelijk.

Plastic

Bij strandtellingen worden ook dode noordse stormvogels geteld en meegenomen voor dissectie. Op zoek naar voedsel pikt deze vogel kleine deeltjes op van het wateroppervlak, waaronder plastic, dat zich vervolgens in de maag van de vogel ophoopt.
Op basis van de maaginhoud kunnen de onderzoekers de plasticverontreiniging op zee analyseren. In 97% van de gevallen bevatten de noordse stormvogels plastic, gemiddeld gaat het om 74 stukjes plastic in de maag.