Montenegrijnen ruziën over landstaal

De regering, die Montenegro dit jaar naar de onafhankelijkheid leidde, wil het Montenegrijns tot officiële taal uitroepen. Maar een meerderheid - 60 procent van de ongeveer 650.000 Montenegrijnen - spreekt Servisch. Slechts 21 procent van de inwoners spreekt Montenegrijns. Voorlopig is het Servisch nog de officiële landstaal in de Balkanstaat, zo schrijft de krant Mail&Guardian. De Albanese minderheid mag, in de gebieden waar ze een meerderheid vormt, Albanees spreken.

Een meerderheid van de inwoners van Montenegro heeft zich zes maanden geleden voor de afscheiding van buurland Servië uitgesproken. Samen met Servië vormde Montenegro sinds 2003 een confederatie van twee deelstaten. De regering moet nu snel beslissen welke taal de officiële landstaal wordt, aangezien de onafhankelijke staat zo snel mogelijk een grondwet moet opstellen.

Een pro-Servische groep politieke partijen, die samen de grootste oppositie vormt in het parlement van Montenegro, dringt erop aan het Servisch als officiële taal te behouden. De pro-Servische partijen vormden begin dit jaar een front om te protesteren tegen de onafhankelijkheid van het land.

Ook rond de officiële munt van het land bestaat nog onduidelijkheid. Het land gebruikt al sinds 2001, toen het nog samen was met Servië-Montenegro, de euro als officiële munt. Illegaal, want het land voldoet niet aan de strenge Maastrichtnormen. Ook in Kosovo geldt de euro als enige officiële munt.

Montenegro noch Kosovo zijn lid van de Europese Unie, maar Europa laat wel oogluikend het gebruik van de Europese munt toe. Van de voormalige Joegoslavische deelrepublieken is alleen Slovenië momenteel lid van de Europese Unie. Montenegro, Kosovo en Servië kunnen op termijn lid worden.