Portugal groener dan buur Spanje

In april van dit jaar stelde de Spaanse premier Zapatero de plannen voor om binnen vier jaar een miljoen elektrische auto’s op de baan te brengen, maar de eerste cijfers voorspellen weinig kansen op slagen. Want terwijl hij had gehoopt om op het einde van dit jaar al tweeduizend elektrische auto’s in roulatie te krijgen, zijn er tot nu toe nog maar zestien dergelijke auto’s geregistreerd. Dat heeft de Britse krant The Guardian bekendgemaakt. De invoering van elektrische auto’s is nochtans een belangrijk onderdeel van het groene programma van de Spaanse regering.

Spaanse subsidies

De mislukking om de Spaanse markt van elektrische auto’s open te breken komt er ondanks beloftes op tachtig miljoen euro subsidies voor degene die de auto’s kopen voor eind volgend jaar. De regering staat in voor twintig procent van de aankoop, of voor zesduizend euro van iedere wagen. De door de regering gesponsorde groep Wind Power en Electric Vehicles denkt dat het normaal is dat de verkoop traag op gang komt.
‘Hetzelfde gebeurde bij de invoering van computers en gsm’s,’ argumenteert de groep. ‘De eerste modellen verkopen niet goed omdat ze duur zijn en weinig extra toepassingen hebben.’ Ze voorspelt dat er rond 2012 vele elektrische voertuigen aan een lagere prijs en met lithiumbatterijen verkocht zullen worden. De groep gaat er van uit dat de infrastructuur om auto’s op te laden tegen die tijd ook op punt staat.
De voorlopige mislukking van het project komt er nu de Spaanse overheid werkt aan een beperking van de subsidies voor andere vormen van schone technologie. Vooral de parken die zonne-energie omzetten in elektriciteit zouden het slachtoffer worden, want subsidies voor nieuwe projecten met zonne-energie zouden verminderd worden met 25 tot 45 procent. Vele bedrijven in deze sector trekken daarom naar Latijns-Amerika.

Succes Portugal

Het kleinere broertje op het Iberische schiereiland, Portugal, doet het volgens de Amerikaanse krant The New York Times veel beter op het vlak van hernieuwbare energie. Bijna 45 procent van de energie van het elektriciteitsnet wordt er opgewekt door natuurlijke energiebronnen: zon, wind en water. Dat is een verhoging van zeventien procent sinds de regering vijf jaar geleden een ambitieus project van hernieuwbare energie voorstelde.
Om een elektriciteitsnet te creëren dat aangepast is aan bronnen van hernieuwbare energie heeft de Portugese regering de voormalige energie-installaties van de overheid geherstructureerd en geprivatiseerd. De regering geeft privé-bedrijven subsidies zodat ze meegaan in deze nieuwe markt.
‘Toch heeft het programma het nationale budget van Portugal niet onder druk gezet en heeft het geen overheidsschulden veroorzaakt,’ vertelt Shinji Fujino, hoofd van het departement Landenstudies van het Internationaal Energie Agentschap, aan The New York Times. Portugal zou dit bereiken door te focussen op de goedkoopste vormen van hernieuwbare energie: wind en waterkracht. Daarnaast zou het geleidelijk aan de subsidies afbouwen die het betaalt aan bedrijven om te investeren in hernieuwbare energie.

Weinig jobs

Het beleid van Portugal is geen volledig succesverhaal. Milieugroeperingen vrezen dat meer windturbines het gedrag van vogels in de war zal sturen. Lokale Portugese bedrijven klagen dat de regering multinationals toestaat om hen te vervangen. Ook het aantal jobs die de nieuwe sector zou opleveren blijft beperkt. Bijvoorbeeld omdat zonne-energie opvangen weinig menselijke arbeid vergt. Er hebben wel vierhonderd mensen gewerkt aan de bouw van een van de grootste zonne-energieparken ter wereld in het stadje Moura, maar nu zijn er maar ongeveer twinitig mensen meer nodig om het draaiende te houden.