Qanooni erkent nederlaag

Met meer dan 94 procent van de stemmen heeft Karzai 55,3 procent van de stemmen behaald. Dat maakte de kiescommissie, een mengeling van Afghanen en VN-vertegenwoordigers, gisteren (zondag) bekend. Karzais belangrijkste concurrent, Yunus Qanooni, kreeg 16,2 procent van de stemmen achter zich. Haji Mohammmad Mohaqiq, een voormalige minister, won 11,8 procent. De voormalige verzetsheld Abdul Rashid Dostum, stevent met 10,3 procent af op een vierde plaats. Het dozijn andere kandidaten blijft steken rond één procent. Massooda Jalal, de enige vrouw op de lijst, werd verdienstelijk zesde met 1,1 procent van de stemmen. Drie op vier stemgerechtigde Afghanen brachten een stem uit.

Qanooni gaf zijn nederlaag al toe. Om de wil van de natie te respecteren, beschouwen we Karzai op basis van wat we nu weten als overwinnaar, verklaarde zijn woordvoerder Sayed Hamid Noori in Kaboel.

De 47-jarige Karzai leidt het land al sinds december 2001 als interim-president. In juni 2002 werd hij in die positie bevestigd door de loya jirga, de wetgevende vergadering waaraan honderden afgevaardigden uit het hele land deelnemen. Karzai is een pathaan uit de stad Kandahar. Hij groeide op in Kaboel en emigreerde naar Pakistan tijdens de bezetting door de Sovjets in de jaren 80 en tijdens het regime van de fundamentalistische Taliban (1996-2001). Hij stak in die tijd regelmatig de grens over om te vechten aan de zijde van de mujahedin tegen de Sovjets en tegen de Taliban. Toen de Amerikanen Afghanistan binnenvielen in 2001, maakte Karzai deel uit van de Noordelijke Alliantie.

Karzai staat nu voor de gigantische taak om de verschillende stammen en etnische groepen - naast Pathanen vooral Oezbeken en Tadzjieken en andere - onder zijn gezag te krijgen. Panghar Noorani, de hoofdredacteur van het weekblad ‘Rozgaran’, hoopt dat Karzai beleidsmakers zal selecteren op basis van hun competenties en niet op basis van hun etnische afkomst. Mogelijk neemt Karzai enkele verliezers op in zijn regering. Qanooni, Mohaqiq en Dostum willen niet als individuen onder Karzai werken, maar hun naaste medewerkers doen dat mogelijk wel.

Sayed Hossain Alami Balkhi, de running mate van Qanooni, toont zich bereid. Als het resultaat van de verkiezingen zuiver en transparant wordt, dan zullen we de regering helpen. Of de president ons daartoe nu uitnodigt of niet, zegt Balkhi. Maar als het bedrog tijdens de verkiezingen niet behoorlijk wordt afgehandeld, dan zullen we dat niet doen. Een woordvoerder van Mohaqiq, heeft een gelijkaardig standpunt. We zullen met de president samenwerken als de hinderpalen bij de verkiezingen worden opgeruimd.

Beide woordvoerders verwijzen naar het geknoei met zogezegd onuitwisbare inkt tijdens de verkiezingen. In sommige bureaus konden kiezers de inkt afwassen, zodat ze een tweede keer konden stemmen.

De uitdagingen waar Karzai voor staat zijn gigantisch, erkent een woordvoerder van de toekomstige president. Veel hangt af van de steun van de Verenigde Staten voor de ontluikende democratie in Afghanistan.

Als Karzai extra geld wil loskrijgen in Washington, zal hij meteen maatregelen moeten nemen om de stijgende opiumproductie aan te pakken. Heroïne en opium zijn goed voor 60 procent van het Afghaanse bruto binnenlands product. Het is het winstgewas bij uitstek geworden voor een land in chaos en oorlog, waar het gemiddelde inkomen twee dollar per dag is. De VN-drugswaakhond UNODC waarschuwt dat de drugteelt niet vanzelf zal verdwijnen. Gezien de huidige opiumprijs in Afghanistan, is het duidelijk dat geen enkel ander gewas kan concurreren met de opium klaproos als bon van inkomsten, stelt de Organisatie voor de Bestrijding van Misdaad en Drugs van de Verenigde Naties in een recent rapport.

Een andere prioriteit voor Karzai wordt de repatriëring van de miljoenen Afghanen die het land de afgelopen jaren ontvlucht zijn. Drie miljoen Afghanen hebben de wijk genomen naar Pakistan en Iran telt één miljoen Afghaanse vluchtelingen. (MM)