Steeds meer Noord-Koreanen vluchten naar Thailand

De berichten over groepen Noord-Koreanen die de honger en armoede ontvluchten en hun heil in Thailand zoeken, zijn niet nieuw. Maar volgens de Thaise politie is het aantal vluchtelingen gestegen van 40 in 2003, tot 367 in 2006. In de eerste vijf maanden van dit jaar telde de politie in de noordelijke stad Chiang Rai al 235 vluchtelingen.
“Er zullen er nog meer komen, zeker wanneer het winter wordt in Noord-Korea en voedseltekorten dreigen”, zegt Surachai Thienchai, politie-inspecteur van het district Chiang Saen. Zuid-Korea maakte vrijdag bekend dat vanaf volgende week de voedselhulp aan Noord-Korea wordt hervat. Die werd vorig jaar stilgelegd na nucleaire proeven door Noord-Korea.
Vluchtelingen worden overgebracht naar detentiecentra in Bangkok, waar Zuid-Korea en het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen (UNHCR) hun aanvragen voor Zuid-Korea en andere asiellanden verwerken.
“We kunnen de vluchtelingen niet terugsturen naar Noord-Korea. Ze beweren dat ze dan vermoord worden door de Noord-Koreaanse autoriteiten”, zegt Watthanachai Chaimuanwong, veiligheidsadviseur van premier Surayud Chulanont. Hij geeft echter toe dat de Thaise regering moeite heeft met de vluchtelingen, waarvan sommigen veel geld betaald hebben aan mensensmokkelaars.
Thai in de regio zijn niet altijd blij met de komst van de vluchtelingen. “Ik zal ze niet helpen”, zegt Singthong Wongsri, een 40-jarige speedboot-eigenaar in Chiang Saen. Hij beweert dat de vluchtelingen alleen in Thailand kunnen komen omdat ze met speedboten vanuit Laos de Mekong oversteken. De rivier vormt daar de grens tussen beide landen.
Uit recente berichten blijkt dat veel Noord-Koreanen eerst richting China vertrekken, om vanuit de haven van Guanlei in de provincie Yunnan verder te reizen. Met Chinese vrachtschepen, die sinds kort een groter deel van de Mekong naar het zuiden kunnen bevaren, reizen ze naar Laos. In Muang Mom, in Laos, zouden ze overstappen op speedboten naar Thailand. Familieleden in Zuid-Korea betalen soms 3.300 tot 4.400 euro om hun familieleden uit Noord-Korea in Thailand te krijgen.
Een andere route die de vluchtelingen volgen, is van Noord-Korea door China en dan naar het zuiden, waar ze de grens met Laos oversteken. Ze passeren dan de steden Bo Tan, Luang Namtha en de provincie Houay Xai in Laos, voordat ze de Mekong oversteken naar Thailand. Deze route is de laatste jaren gemakkelijker geworden door toenemend handelsverkeer over de grenzen en de aanleg van snelwegen.
Momenteel zitten 51 Noord-Koreanen, negen mannen en 42 vrouwen, vast op het Bureau voor Immigratie in Bangkok. Ze wachten op toestemming om verder te reizen naar Zuid-Korea. Veel meer zaken liggen inmiddels bij de rechter. De achterstand in de behandeling van aanvragen zorgt ervoor dat de opvang van de vluchtelingen steeds moeilijker wordt. In april begonnen zo’n 100 Noord-Koreanen een hongerstaking om aandacht te vragen voor hun slechte leefomstandigheden en de lange procedures. Er zouden in april 400 asielzoekers in het detentiecentrum hebben gezeten.
Thailand en de Verenigde Naties verwachten niet dat het aantal Noord-Koreaanse vluchtelingen op korte termijn zal afnemen. De vluchtelingen moeten ten koste van alles zien te voorkomen dat ze in China vast komen te zitten, want de Chinese autoriteiten sturen Noord-Koreanen terug naar hun eigen land omdat het economische migranten zouden zijn.
In het noordoosten van China zouden zich naar schatting tussen 100.000 en 300.000 Noord-Koreanen schuilhouden. Watthanachai noemt ze “een gevaar voor de nationale veiligheid”, mochten ze besluiten hun heil te zoeken in Thailand.