Turkse regering voor sociaal-economische vuurproef

Meer mensen aan het werk krijgen en het onderwijs in een hogere versnelling schakelen: dat zijn de belangrijkste uitdagingen voor de Turkse regeringspartij AKP na haar indrukwekkende verkiezingsoverwinning van juli. De thema’s waarop de partij van premier Recep Tayyip Erdogan inspeelde, dreigen haar nu problemen op te leveren.
De AKP haalde op 22 juli bijna 47 procent van de stemmen, 13 procent meer dan bij de vorige verkiezingen. Maar nu moet de regering in Ankara zich over minder fraaie cijfers buigen. In juni was amper 49,3 procent van de Turkse beroepsbevolking ingeschakeld op de arbeidsmarkt, maakte het Turkse Bureau van de Statistiek (TUIK) maandag bekend. De Wereldbank denkt dat het echte cijfer zelfs dichter bij 43 procent ligt.
De werkloosheidscijfers klinken beter, maar daarin worden veel categorieën van mensen niet meegeteld. Officieel zat in juni 8,8 procent van de Turken zonder werk. De vijf tot zes procent Turken die vinden dat ze niet genoeg werk hebben, de grote groep mensen die slechts af en toe aan de slag gaan en Turken die om nog andere redenen uit de tellingen worden geweerd, zijn niet in dat cijfer opgenomen. De werkloosheidsgraad is bovendien onveranderd gebleven in vergelijking met juni 2006.
In vergelijking met Europa scoort Turkije niet goed met die cijfers. De Eurozone heeft een gemiddelde activiteitsgraad van 65 procent, terwijl de officiële werkloosheid er 6,7 procent bedraagt. De Turkse economie groeide de afgelopen jaren met gemiddeld meer dan 7 procent per jaar, maar toch lijkt het onwaarschijnlijk dat er in Turkije weldra een even groot deel van de bevolking aan de slag zijn als in de kernlanden van de EU.
Nog verontrustender is dat de helft van de Turkse werknemers geen sociale zekerheid geniet. Bij Turkse boeren is dat zelfs bij negen op tien het geval.
Het gevolg is wijdverbreide armoede. Volgens de regering zit 18,7 procent van de bevolking onder de armoedegrens; de Wereldbank komt uit op 27 procent. Andere landen in de regio doen het veel beter. Met een gemiddeld inkomen dat lager ligt dan het Turkse, telt Bulgarije toch maar een 6,1 procent armen.
De AKP heeft bij de verkiezingen met succes ingespeeld op de onvrede over de werkloosheid en de levensduurte. Ze profiteerde ook van de grote inkomenskloof tussen grootsteden als Istanbul, Ankara en Izmir en kleinere steden en het platteland. De machtsbasis van de regeringspartij ligt in de armere streken. Om die macht te behouden, moet de regering daar nu wel voor vooruitgang zorgen.
Naast de werkloosheid was het onderwijs een belangrijk strijdthema voor de AKP. Maar de regering lijkt nog niet meteen een plan te hebben voor de enorme investeringen die nodig zijn in de sector.
Turkije telt 15 miljoen leerlingen in de lagere en de secundaire scholen. Die zitten samengeperst in 362.000 klaslokalen. In de lagere school telt de gemiddelde klas daardoor 60 kinderen. De onderwijsvakbonden berekenden dat er één toilet is per 145 leerlingen en één sporthal voor elke 5.412 jongeren. Maar het ergste is het gebrek aan leerkrachten. Volgens Suayip Ozcan, de voorzitter van de Turkse lerarenvakbond TES, zijn er in Turkije 300.000 bijkomende onderwijzers en leraars nodig om de minimumnorm te halen van de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO).
Tien procent van de Turkse kinderen gaat niet naar de lagere school en amper 16 procent leert verder. Ondanks de jonge bevolking kunnen in Turkije ongeveer 10 miljoen mensen niet lezen en schrijven.
Bij het begin van het nieuwe schooljaar maandag (17 september) beloofde premier Erdogan dat het onderwijs goed bedeeld zal worden in de nieuwe begroting. Maar tot hiertoe heeft het ministerie van Onderwijs maar 25.000 bijkomende leerkrachten in het vooruitzicht gesteld.
De regering lijkt voorlopig meer aandacht te besteden aan de beperkingen waaraan islamitische scholen en leerlingen die voor hun geloof uitkomen onderworpen zijn. Gisteren (19 september) pleitte premier Erdogan voor het opheffen van het hoofddoekverbod aan de Turkse universiteiten. Dat verbod is één van de maatregelen waarmee vroegere regeringen de strikte scheiding tussen moskee en staat probeerden te bewaken. De AKP van Erdogan zegt dat ze zich aan dat principe wil houden, maar wil vermijden dat studenten omwille van hun geloof gediscrimineerd worden. Erdogan zelf kende problemen om hogere studies te volgen omdat hij aan een islamitische school had gestudeerd.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.