VN onderzoeken 'vuile' oorlogen

De oorlog in Afghanistan was niet zo vuil als
die in Joegoslavië. In Afghanistan is er bijna geen industrie, en daardoor
konden de Amerikaanse bommen geen grote milieurampen aanrichten. Dat is één
van de voorlopige conclusies van VN-onderzoekers die in Afghanistan de
milieueffecten van de oorlog van vorig jaar in kaart brengen.


Vijf wetenschappelijke teams van het VN-Milieuprogramma (UNEP) onderzoeken
in samenwerking met plaatselijke Afghaanse instellingen hoe het gesteld is
met de Afghaanse moerassen, bergen, weilanden en steden. De jarenlange
oorlog heeft duidelijke sporen nagelaten: vervuild water, uitgedunde
bossen, miljoenen landmijnen en steden als open riolen. Aanhoudende droogte
en de terugkeer van tienduizenden dakloze vluchtelingen hebben de druk op
het milieu nog verhoogd.

Voor Pekka Haavisto, voorzitter van de UNEP Afghanistan Task Force, vormt
de zorg voor het milieu een wezenlijk onderdeel van elke humanitaire actie:
een schoon en veilig milieu is immers de voorwaarde voor de veilige
terugkeer van vluchtelingen.

Het onderzoek van UNEP verloopt in samenwerking met andere VN-agentschappen
in Afghanistan en met het Afghaanse ministerie voor Irrigatie,
Watervoorraden en Milieu, dat werd opgericht tijdens de Loya Jirga, de
traditionele top tussen Afghaanse stamhoofden waarop de nieuwe regering
werd gevormd. Volgens Haavisto zou het veldwerk op het platteland en in de
vijf steden Kabul, Herat, Jalalabad, Kandahar en Mazar-e-Sharif begin
oktober beëindigd kunnen worden. Na analyse van lucht-, water- en
grondstalen in internationale laboratoria zou dan tegen midden december de
publicatie van het rapport volgen.

Bepaalde nefaste gevolgen van meer dan twintig jaar oorlog zijn ook nu al
duidelijk. Sinds 1979 blijken de Afghaanse bossen met zowat een derde
geslonken. Oorlogsacties, illegale houtkap en de dringende behoefte aan
brandhout zijn daar verantwoordelijk voor. Afghanistan telt zes beschermde
natuurgebieden, maar die beslaan slechts één procent van het totale
oppervlak. De zeldzame diersoorten die in de reservaten leefden - zoals
beren, Marco Polo-schapen, exotische vogels en sneeuwluipaarden - kregen
het onder de oorlog zwaar te verduren. Volgens milieuactivisten werden zij
door wanhopige vluchtelingen opgejaagd en gedood om als voedsel of
handelswaar te dienen.

Volgens de onderzoekers is Afghanistan ondanks alles relatief ‘schoon’ uit
de oorlogsperiode gekomen. Dat heeft alles te maken met de zeer lage
industrialiseringsgraad van het land. Zo is de ecologische situatie in het
voormalige Joegoslavië - waar NAVO-bombardementen op chemische fabrieken en
olieraffinaderijen massa’s giftige stoffen deden vrijkomen - vele malen
erger. UNEP-onderzoek in vier ‘zwarte punten’ op de Balkan - Bor,
Kragujevac, Novi Sad en Pancevo - heeft aangetoond dat de bodem vol PCB’s
en andere kankerverwekkende stoffen zit. Voor de bodemsanering heeft de
UNEP nog maar de helft van de noodzakelijke twintig miljoen euro verzameld.
UNEP voert ook onderzoek naar de effecten van verarmd uranium (DU), een
controversiële stof die in een deel van de NAVO-munitie gebruikt werd.
Wetenschappers zijn er nog steeds niet uit of het goedje zo ongevaarlijk is
als de VS altijd beweerd heeft. Zelfs de WGO geeft toe dat er nog veel te
weinig onderzoek is gebeurd. Veldonderzoekers in Kosovo, Servië en
Montenegro hebben in de grond en de lucht zelfs twee jaar na de oorlog nog
DU-deeltjes aangetroffen. Verroeste munitie zou ook het grondwater kunnen
besmetten. De DU-concentraties zijn weliswaar laag en er is geen
radioactiviteit gemeten, maar volgens Haavisto dient er toch zeer
voorzichtig met de besmette sites omgesprongen te worden. De UNEP zal deze
maand ook in Bosnië-Herzegovina een DU-onderzoek uitvoeren: besmette
plaatsen worden in kaart gebracht, en er volgen aanbevelingen voor de meest
aangewezen sanering.

Haavisto heeft eerder ook een onderzoek geleid naar milieuschade in de
Palestijnse Gebieden. De rapportering daarvan wordt in november verwacht.
Zoals in Afghanistan gaat ook hier de meeste aandacht naar de
watervervuiling, het verdwijnen van de vegetatie en het afvalprobleem.
Volgens Yousef Abu Safieh, Palestijns minister van Milieuzaken, bedreigen
de toenemende dumping van gevaarlijk afval, de besmetting van gedeelde
wateraders en andere vormen van milieubeschadiging de huidige en de
toekomstige generaties in Palestina en Israël. Hij vraagt om dringend
respect voor de gedeelde natuurlijke rijkdommen.

De gevolgen van oorlog voor het milieu zijn verscheiden en wereldwijd
verspreid. Er is onder meer de ontbossing in Cambodja, de radioactieve
neerslag van atoomtests in Frans Polynesië, de duurzame vergiftiging door
chemische wapens in Vietnam en de willekeurige dumping van gevaarlijk afval
in Somalië. Ook landmijnen vormen in conflictgebieden een enorm probleem.

Heel af en toe hebben menselijke conflicten een onbedoeld positief
neveneffect. Zo is de 240 kilometer lange gedemilitariseerde bufferzone
tussen aartsvijanden Noord- en Zuid-Korea een paradijs voor fauna en flora.
Volgens experts floreren hier dieren en planten die elders op het Koreaanse
schiereiland uitgestorven zijn. Koreaanse wetenschappers stellen voor de
bufferzone tot kern van een uitgestrekt natuurgebied te promoveren.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.