VN-rapporteur niet meer welkom in Birma
VN-mensenrechtenrapporteur Tomas Ojea Quintana riep in maart op tot een onderzoek naar vermeende oorlogsmisdaden door de militaire junta in Birma. Een oproep die hem prompt zijn visum kost voor zijn vierde bezoek aan het land, zeggen bronnen binnen de VN.
Marwaan Macan-Markar . 9 augustus 2010
Burmese activisten in ballingschap zijn niet verrast door de behandeling van de Argentijnse advocaat, die momenteel op bezoek is in Thailand en Indonesië. Hij bereidt er een nieuw rapport voor over Birma. Zijn voorganger, Paulo Sergio Pinheiro, was ook niet meer welkom in Birma na enkele kritische rapporten.
“Het is heel duidelijk dat Quintana een erg gevoelige snaar heeft geraakt bij het Birmaanse regime toen hij opriep om een internationale commissie in het leven te roepen die vermeende oorlogsmisdaden moet onderzoeken”, zegt Khin Ohmar van het Burma Partnership, een netwerk van organisaties die strijden voor de democratie en de mensenrechten in het land.
Quintana verraste in maart door zijn sterke woordkeurze, zegt Khin. “Het was de eerste keer dat een mensenrechtenrapporteur van de VN opriep om een onderzoek in te stellen rond misdaden tegen de menselijkheid”, zegt hij.
De VN kregen in 1992 voor het eerst een mandaat om een onderzoek in te stellen naar mensenrechtenschendingen. Maar het was pas in 2002 dat er ook sprake was van oorlogsmisdaden als onderdeel van een groeiende repressie en misbruiken in een land dat al lang gebukt ging onder mensenrechtenschendingen.
In zijn rapport in maart had Quintana het over een waslijst van schendingen waaronder de dood en foltering van gevangenen, dwangarbeid, de arrestatie van dissidenten en een gebrek aan vrije meningsuiting.
“Het rapport was de hoogste bevestiging van wat de etnische minderheden in de oorlogsgebieden al jaren vertellen”, zegt Charm Tong van de mensenrechtengroep SWAN. “De slachtoffers zijn nog altijd bedreigd en moeten vluchten voor het Birmaanse leger.”
Om aan die praktijken iets te doen, moet Quintana’s oproep de stilte bij de Veiligheidsraad van de VN doorbreken, zegt hij. “We willen dat Birma daar besproken wordt.”
“Het is heel duidelijk dat Quintana een erg gevoelige snaar heeft geraakt bij het Birmaanse regime toen hij opriep om een internationale commissie in het leven te roepen die vermeende oorlogsmisdaden moet onderzoeken”, zegt Khin Ohmar van het Burma Partnership, een netwerk van organisaties die strijden voor de democratie en de mensenrechten in het land.
Quintana verraste in maart door zijn sterke woordkeurze, zegt Khin. “Het was de eerste keer dat een mensenrechtenrapporteur van de VN opriep om een onderzoek in te stellen rond misdaden tegen de menselijkheid”, zegt hij.
De VN kregen in 1992 voor het eerst een mandaat om een onderzoek in te stellen naar mensenrechtenschendingen. Maar het was pas in 2002 dat er ook sprake was van oorlogsmisdaden als onderdeel van een groeiende repressie en misbruiken in een land dat al lang gebukt ging onder mensenrechtenschendingen.
In zijn rapport in maart had Quintana het over een waslijst van schendingen waaronder de dood en foltering van gevangenen, dwangarbeid, de arrestatie van dissidenten en een gebrek aan vrije meningsuiting.
“Het rapport was de hoogste bevestiging van wat de etnische minderheden in de oorlogsgebieden al jaren vertellen”, zegt Charm Tong van de mensenrechtengroep SWAN. “De slachtoffers zijn nog altijd bedreigd en moeten vluchten voor het Birmaanse leger.”
Om aan die praktijken iets te doen, moet Quintana’s oproep de stilte bij de Veiligheidsraad van de VN doorbreken, zegt hij. “We willen dat Birma daar besproken wordt.”
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2793 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Column
-
Analyse
-
Analyse