Vrijheid van religie is uitzondering
In een derde van alle landen ter wereld gelden zware tot zeer zware beperkingen op de vrijheid van religie. Bijna 70 procent van de wereldbevolking woont in landen met zulke zware beperkingen. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het Amerikaanse Pew-onderzoekscentrum.
Eli Clifton . 18 december 2009
De geringe religieuze vrijheid is een gevolg van overheidsbeleid - soms gelden er zelfs grondwettelijke beperkingen - of van sociale vijandigheden door individuele personen en sociale groepen. Die monden soms uit in religieus geïnspireerd geweld of terrorisme tussen religieuze groepen.
De Pew-studie stelde vast dat de meeste landen de vrijheid van religie wel in hun grondwet of wetten opnemen maar dat slechts een kwart van de landen de vrijheid ook in de praktijk toepast.
Saoedi-Arabië, Pakistan en Iran voeren de lijst aan van landen met de zwaarste beperkingen. De landen met de meeste overheidsbeperkingen zijn Saoedi-Arabië, Iran, Oezbekistan, China, Egypte, Myanmar (Birma), de Malediven, Eritrea, Maleisië and Brunei. Bovenaan op de lijst van landen met sociale vijandigheden staan Irak, India, Pakistan, Afghanistan, Indonesië, Bangladesh, Somalië, Israël, Sri Lanka, Soedan en Saoedi-Arabië.
Van de 25 landen met de grootste bevolking staan Iran, Egypte, Indonesië, Pakistan en India bovenaan, en Brazilië, Japan, de VS, Italië, Zuid-Afrika en Groot-Brittannië helemaal onderaan. Bekijken we de regio’s, dan gelden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika de zwaarste beperkingen, in Noord- en Zuid-Amerika de laagste.
Overheidsbeperkingen en sociale beperkingen gaan niet altijd samen. “Vietnam en China hebben bijvoorbeeld zware overheidsbeperkingen op religie maar de sociale vijandigheid is daar middelmatig tot laag”, zegt het rapport. “Nigeria en Bangladesh volgen het omgekeerde patroon: hoog in sociale vijandigheden maar middelmatig op het vlak van overheidsacties.”
De studie maakte gebruik van gegevens van zestien overheidsorganisaties en ngo’s, onder meer de Verenigde Naties, het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en Human Rights Watch.
De Pew-studie stelde vast dat de meeste landen de vrijheid van religie wel in hun grondwet of wetten opnemen maar dat slechts een kwart van de landen de vrijheid ook in de praktijk toepast.
Saoedi-Arabië, Pakistan en Iran voeren de lijst aan van landen met de zwaarste beperkingen. De landen met de meeste overheidsbeperkingen zijn Saoedi-Arabië, Iran, Oezbekistan, China, Egypte, Myanmar (Birma), de Malediven, Eritrea, Maleisië and Brunei. Bovenaan op de lijst van landen met sociale vijandigheden staan Irak, India, Pakistan, Afghanistan, Indonesië, Bangladesh, Somalië, Israël, Sri Lanka, Soedan en Saoedi-Arabië.
Van de 25 landen met de grootste bevolking staan Iran, Egypte, Indonesië, Pakistan en India bovenaan, en Brazilië, Japan, de VS, Italië, Zuid-Afrika en Groot-Brittannië helemaal onderaan. Bekijken we de regio’s, dan gelden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika de zwaarste beperkingen, in Noord- en Zuid-Amerika de laagste.
China
Overheidsbeperkingen en sociale beperkingen gaan niet altijd samen. “Vietnam en China hebben bijvoorbeeld zware overheidsbeperkingen op religie maar de sociale vijandigheid is daar middelmatig tot laag”, zegt het rapport. “Nigeria en Bangladesh volgen het omgekeerde patroon: hoog in sociale vijandigheden maar middelmatig op het vlak van overheidsacties.”
De studie maakte gebruik van gegevens van zestien overheidsorganisaties en ngo’s, onder meer de Verenigde Naties, het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en Human Rights Watch.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws