Werkgevers, vakbonden en Kerk tekenen anti-Chávez pact

Zeven miljoen leerlingen kregen gisteren geen les omdat hun leraars staakten
en zowel het kader als het personeel van het staatsoliebedrijf Petroleos de
Venezuela legde het werk neer. De dokters, de spoorwegarbeiders in Carácas,
het juridisch personeel en andere ambtenaren staakten om hun achterstallige
lonen op te eisen.

De vakbond CTV en Fedecámaras, de grootste werkgeversorganisatie,
ondertekenden gisteren een anti-Chávez pact met de steun van de Venezolaanse
bisschoppen en de rector van de Katholieke Universiteit van Carácas. Chávez
heeft nu de Kerk, de belangrijkste werkgeversorganisatie en de centrale
vakbond tegen zich. De ondertekenaars riepen andere actoren - kerkgroepen,
oppositiepartijen, de academische wereld, de civiele maatschappij en de
media - op om zich achter de tien eisen te scharen.

Het pact bevat een lijst met voorstellen om het land uit de huidige
economische, sociale en institutionele crisis te trekken. De regering van
Hugo Chávez krijgt in de tekst de schuld voor de crisis. Het ontslag van de
omstreden president wordt echter niet uitdrukkelijk gevraagd. Maar de
vakbondsvoorzitter verklaarde dat het regime van de president in coma ligt
en dat de president, voor het welzijn van het land, ontslag moet nemen.
Fedecámaras insinueerde enkel dat het beter zou zijn als Venezuela verder
gaat zonder Chávez.

Het document roept de regering op om iets te den aan haar neiging tot
uitsluiting van het sociale middenveld. De relatie tussen de regering en de
centrale CTV vakbond is al een tijd verzuurd, onder meer door het feit dat
Caracas weigert te praten met de vorig jaar verkozen vakbondsvoorzitter
Carlos Ortega, een man van de traditionele Partij voor Democratische Actie.
Chávez joeg ook het bedrijfsleven en de Kerk tegen zich in het harnas door
zijn kritiek op de Verenigde Staten en de clerus.

Sommige oppositieleden willen in het parlement een voorstel indienen voor
een referendum over de afzetting van de president. Daarvoor zijn meer dan 75
stemmen nodig in het halfrond. De huidige verdeling van de 165 zetels laat
dat in theorie niet toe, maar de oppositiepartijen hopen dat de politieke
malaise voor overlopers zal zorgen in de coalitie.

Chávez werd verkozen in 1998, herschreef de grondwet in 1999 en schreef in
2000 nieuwe verkiezingen uit die zijn mandaat bevestigden tot februari 2007.


De oppositie en sociale organisaties willen de kop van Chávez zien rollen,
maar andere stemmen roepen op tot een dialoog. De voormalige socialistische
leider Teodoro Petkoff, de katholieke priester Armando Janssen van de
organisatie Sinergia en de gezaghebbende mensenrechtengroep PROVEA riepen de
sociale organisaties op om de strijdbijl te begraven en de grondwet te
respecteren. De groep stelde dat niet het hele land verdeeld is tussen
Chavisten en anti-Chavisten - slechts 30 procent van de bevolking is in twee
kampen verdeeld, schat PROVEA. De groep veroordeelt de verkettering van de
oppositie door de president, maar noemt het een mythe dat de afzetting van
de president een oplossing is voor de problemen van het land. Een abrupte
afzetting, tegen de wil van de meerderheid, zal de crisis enkel nog
versterken. (393).