Zapatero verdubbelt ontwikkelingshulp
Spanje zal dit jaar meer dan 4 miljard euro uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking. Van een achterblijvertje is Spanje daarmee een goede middenmotor geworden in het Europese peloton. En premier José Luis Rodríguez Zapatero wil nog beter doen.
Tito Drago . 16 februari 2007
Toen Zapatero in 2004 aantrad, besteedde Spanje amper 0,22 procent van zijn Bruto Binnenlands Product aan hulp voor de ontwikkelingslanden. Dit jaar is dat 0,42 procent. De Spaanse premier heeft beloofd dat aandeel tegen 2012 verder op te trekken tot de internationale fatsoensnorm van 0,7 procent, als hij in 2008 herverkozen word. Tot hiertoe zijn alleen Nederland, de Scandinavische landen en Luxemburg zo gul.
Spanje is ook bezig met een hervorming van het AECI, het Spaanse Agentschap voor Ontwikkelingssamenwerking. Die zal eind dit jaar rond zijn. De samenwerking met Latijns-Amerika blijft prioritair voor het AECI, maar de hulp aan Afrika en Azië wordt gevoelig opgetrokken. Madrid investeert onder meer in samenwerking met de landen vanwaar veel vluchtelingen richting Spanje in zee steken.
Spanje verkent ook alternatieven voor traditionele ontwikkelingshulp. De Spaanse regering tekende vorige week bijvoorbeeld overeenkomsten met banken en spaarkassen in het land om het overmaken van geld door migranten aan hun verwanten makkelijker en goedkoper te maken.
In landen als Ecuador, Marokko en Senegal helpt Spanje ook initiatieven opzetten die migranten de kans bieden het geld dat ze naar huis sturen, productief te investeren. Spanje leerde daarbij uit de ervaringen die het zelf opdeed in de jaren 60 en 70, toen Spaanse migranten uit de rest van Europa veel geld naar huis stuurden.
Niet-gouvernementele organisaties in Spanje zijn blij met de forse stijging van de ontwikkelingshulp. Ze klagen wel dat meer dan een kwart van de hulp bestaat uit exportkredieten, die niet door de Spaanse ontwikkelingssamenwerking maar wel door het ministerie van Financiën worden beheerd.
Spanje is ook bezig met een hervorming van het AECI, het Spaanse Agentschap voor Ontwikkelingssamenwerking. Die zal eind dit jaar rond zijn. De samenwerking met Latijns-Amerika blijft prioritair voor het AECI, maar de hulp aan Afrika en Azië wordt gevoelig opgetrokken. Madrid investeert onder meer in samenwerking met de landen vanwaar veel vluchtelingen richting Spanje in zee steken.
Spanje verkent ook alternatieven voor traditionele ontwikkelingshulp. De Spaanse regering tekende vorige week bijvoorbeeld overeenkomsten met banken en spaarkassen in het land om het overmaken van geld door migranten aan hun verwanten makkelijker en goedkoper te maken.
In landen als Ecuador, Marokko en Senegal helpt Spanje ook initiatieven opzetten die migranten de kans bieden het geld dat ze naar huis sturen, productief te investeren. Spanje leerde daarbij uit de ervaringen die het zelf opdeed in de jaren 60 en 70, toen Spaanse migranten uit de rest van Europa veel geld naar huis stuurden.
Niet-gouvernementele organisaties in Spanje zijn blij met de forse stijging van de ontwikkelingshulp. Ze klagen wel dat meer dan een kwart van de hulp bestaat uit exportkredieten, die niet door de Spaanse ontwikkelingssamenwerking maar wel door het ministerie van Financiën worden beheerd.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
#WijZijnHier
-
Reportage