Zimbabwe's middenveld maakt balans op

De Zuid-Afrikaanse president Zuma komt op 28 september naar het Europees Parlement, maar hij werd voorafgegaan door een delegatie van het Zimbabwaanse middenveld. Er moet dringend iets gebeuren om de regering van nationale eenheid te redden, vinden McDonald Lewanika, Gideon Shoko en Machinda Marongwe.

Twee jaar na de Global Political Agreement (GPA) maakten middenveldorganisaties uit Zimbabwe dinsdag 14 september 2010 in het Europese Parlement een balans op van de toestand in hun land. De GPA kwam er naar aanleiding van de gecontesteerde verkiezingsuitslag in 2008.

Onder toeziend oog van de Zuid-Afrikaanse president Jacob Zuma en de regionale organisatie Southern African Development Community (SADC) kwamen het ZANU-PF van president Robert Mugabe en de oppositie partijen MDC-T van Morgan Tsvangirai en MDC-M van Arthur Mutambara op 15 september 2008 overeen om samen in een overgangsregering - ‘Inclusive Government’ (IG) - te stappen. In 2011 zijn er verkiezingen gepland om deze tijdelijke overeenkomst om te zetten in een democratische machtsverdeling, gekozen door het volk.

Na een hoorzitting met de Europarlementariërs zette MO* het gesprek verder met enkele van de gasten uit Harare: McDonald Lewanika, coördinator van de koepelorganisatie ‘Crisis in Zimbabwe Coalition’, Gideon Shoko, Vice-Secretaris-Generaal van het ‘Zimbabwe Congress of Trade Unions’ (ZCTU) en Machinda Marongwe, project coördinator van de koepelorganisatie ‘National Association of Non Governmental Organisations’ (NANGO).
Tijdens de zitting werd een balans opgemaakt van twee jaar GPA. Is de situatie voor jullie van de civiele maatschappij erop vooruit gegaan?
Shoko: Toen het ZANU PF alleen aan de macht was, was het echt moeilijk om ons werk te doen. Ze duldden geen oppositie en sloten echt iedereen op. Maar nu met de GPA zijn de dingen een beetje versoepeld en kunnen we ongestoord bijeenkomsten organiseren. Praktisch blijft echter erg moeilijk om te werken door het gebrek aan middelen.
Lewanika: Sinds de IG is de situatie er op vooruit gegaan omdat we nu op het niveau van de overheid enkele bondgenoten hebben zitten.
Marongwe: Ook al zijn de arrestaties over het algemeen gedaald, toch wordt de oppositie nog steeds bestreden. Vooral door het leger, de politie, de centrale inlichtingendienst en de oorlogsveteranen. Zij zijn degene met de echte macht. Zelfs indien de president of de eerste minister zeggen: ‘we gaan die richting uit’, dan nog doen zij wat ze willen. Het MDC heeft dus echt geen macht.
Lewanika: Het geweld van 16 oktober 2009, toen de MDC zich gedeeltelijk terug trok uit de regering, toont dat de kleine verworvenheden zo weer teniet gedaan kunnen worden zolang deze regering aan de macht is. We weten nooit wat er gaat gebeuren. Geen van de echt heikele punten, zoals extreem geweld en massale moordpartijen in het verleden zijn effectief aangepakt. Het lijkt er meer op alsof er even op de pauzeknop is gedrukt. Toch zijn we blij met dit rustmoment.
Iemand merkte op hoe uitzonderlijk de Zimbabwaanse civiele maatschappij in is. Is dat zo?
Marongwe: (lacht) Wel, dat zeggen ze waarschijnlijk omdat we er in geslaagd zijn om ons onder extreem moeilijke omstandigheden toch erg goed te organiseren en druk te leggen op de politiek en te overleven. Hieruit is bovendien een echte oppositiepartij kunnen ontstaan. Dat maakt ons misschien uitzonderlijk. Maar buiten dat hebben we het echt wel moeilijk. Financieel, maar ook om mensen te bereiken of mobiliseren. Het is echt moeilijk om geloofwaardig en onafhankelijk te blijven.
Lewinaka: Het klopt dat we een goed geoliede machine zijn met goed opgeleide mensen. Maar onze civiele maatschappij is niet meer wat het vier jaar geleden was. Momenteel zitten we met erg jonge mensen die relatief grote verantwoordelijkheden dragen. Want onze hoog opgeleide mensen gaan na verloop van tijd verder met hun leven. Velen trekken naar het buitenland met hun kennis en ervaring. De ‘brain-drain’ problematiek treft dus ook de civiele maatschappij erg hard.
Met het GPA is een open conflict vermeden kunnen worden in Zimbabwe, maar heel veel vooruitgang in de levenssituatie van de gemiddelde Zimbabwaan heeft het niet gebracht. Is de civiele maatschappij niet mee verantwoordelijk voor het in stand houden van deze slechte situatie?
Marongwe: Wij waren geen deel van de GPA. De civiele maatschappij heeft van meet af aan haar protest hierover laten klinken. Nu geven we de politici de kans, we wachten rustig af en kijken wat ze er van bakken.
Shoko: De overeenkomst is er gekomen omdat de regionale actoren meteen op de kar zijn gesprongen om verder extreem geweld te voorkomen. Het probleem daarbij is dat de regionale actoren een kant hebben gekozen. Moest er iemand neutraal zijn geweest om de boel te trekken, dan had die GPA er helemaal anders uitgezien. De bevolking besloot dan maar om af te wachten en te zien wat er zou gebeuren. En ze zijn nog steeds aan het wachten.
Wat vinden jullie van de rol van externe actoren? Is die eerder positief of negatief?
Shoko: Het hangt er van af wat de externe actoren willen. Als ze enkel komen om de brand te blussen zonder een kant te kiezen, dan is er geen probleem.
Ook als er duidelijk een ‘slechterik’ staat tegenover ‘goede’ politici, zoals bij ons vaak wordt gedacht over Zimbabwe?
Shoko: In het geval van Zimbabwe zitten we met een situatie waar de leider ingaat tegen de wil van de mensen die hij zogenaamd vertegenwoordigt. Mensen willen Mugabe niet maar hij dringt zichzelf op aan de bevolking. Zij die in Zimbabwe zeggen dat ze tegen Mugabe zijn worden verweten met het Westen te heulen. Maar het zijn wij zelf die dat zeggen. Zoals eerder in de zitting zijn wij het de Europeanen oproepen om iets te doen tegen wat er gaande is. En ik zeg hetzelfde tegen de Russen, tegen de Chinezen, overal waar ik kom.
Dus u vraagt dan toch om een kant te kiezen?
Shoko: Neen, wij spellen gewoon uit wat er zich afspeelt in het land. Vanuit het standpunt van de betrokkenen. Daarna is het aan de actoren zelf om te beslissen wat ze ermee doen, of ze er al dan niet een probleem mee hebben te investeren op de lijken van onze bevolking.
Lewanika: Elke strijd heeft nood aan externe actoren denk ik, dat heeft de geschiedenis uitgewezen. Neem bijvoorbeeld de Afrikaanse onafhankelijkheidstrijders. Die hadden hun strijd nooit met succes kunnen voeren zonder de inspiratie van de Afrikaanse staten die hen waren voorgegaan. Of zonder de technische en financiële steun van landen zoals Rusland en China. Of het al dan niet om steun of bemoeienis gaat, daarover valt nog te discussiëren.
Zelfs na de onafhankelijkheid hebben we in Zimbabwe ons uitzonderlijk onderwijssysteem of leger ontwikkeld met de steun van het Westen. Deze strijd voor democratie is niet anders. De rol van de internationale gemeenschap is meestal positief. Soms kan ze ook negatief zijn. Op een gegeven moment konden de Amerikanen en de Britten maar niet ophouden over Zimbabwe en dat was schadelijk voor de lokale civiele maatschappij. Telkens we om democratie en mensenrechten vroegen, werden we afgeschilderd als marionetten van het Westen. Dat was contraproductief want het plaatste ons lijnrecht tegenover de staatspropaganda, maar ook tegenover andere Afrikaanse instellingen.
Hoe kan Europa momenteel het meest nuttig zijn voor Zimbabwe? Waar liggen de prioriteiten?
Marongwe: Europa kan vooral helpen met financiële en diplomatieke ondersteuning. Wanneer Zuma eind september naar het Europees Parlement komt is het belangrijk dat ze hem wijzen op zijn rol in Zimbabwe en vragen dat hij meer druk legt op het regime om de overeengekomen afspraken te respecteren.
Shoko: Ook humanitaire hulp, want dit jaar is het echt nodig. Er is een droogte geweest en de velden zijn niet naar behoren bewerkt. Dus de humanitaire hulp moet verder gezet worden.
Marongwe: In 2009 ontvingen we enkel 40 % van de gevraagde hulp. De EU is meestal een genereuze donor. Maar het geld gaat vooral naar de landbouw. Er zijn echter verschillende gebieden waarin we hulp nodig hebben zoals: onderwijs, sociale zekerheid, gezondheid, landbouw, voedselhulp… Maar de donoren zijn kieskeurig. Neem nu sociale veiligheid, daar was helemaal geen geld voor.
Er zijn veel mensen die naar aanleiding van de politieke spanningen op de dool raakten en naar de stad vluchtten. Zij hebben sociale zekerheid nodig. Maar de organisaties die zich daarmee bezighouden hebben hier geen fondsen voor kunnen werven. Ook de ‘early recovery’ cluster krijgt niet voldoende geld. Die richt zich op de re-integratie van de boeren en een landbeleid dat Zimbabwe zelfbedruipend moet maken en minder afhankelijk van voedselhulp. Hierop moeten we meer de nadruk leggen.
Is die voedselhulp die onder andere de EU voorziet wel een goed idee op lange termijn? Ontwricht ze de locale economie niet te erg?
Shoko: Voedselhulp is goed wanneer mensen helemaal niets hebben. Maar sommige donoren brengen voedselhulp zodat we naar hun ideeën zouden luisteren. Dat is verkeerd. Het is hetzelfde als de politieke partij die geen voedselhulp geeft als je niet op hen stemt. Voedselhulp zou dus onvoorwaardelijk moeten zijn. Lewinaka: De aanpak van de EU is best wel goed. Naast voedselhulp geven ze ook langere termijn ontwikkelingshulp die er specifiek op gericht is om de landbouwers te versterken. En dat is echt wel nodig.
Neem het geval van cholera. Alle donoren waren er op gebrand om meteen ter hulp te snellen. Maar ze gaven onze eigen hulpverleners niet de kans hun werk te doen. Tijdens een crisis is die acute hulp misschien wel nodig maar op lange termijn is het problematisch. Het komt omdat donoren vaak niet geïnteresseerd zijn in wat er de volgende dag gebeurt, en gewoon binnen komen en hun hulp afleveren.
Marongwe: De hulp is ook niet constant. Vorig jaar is er bijvoorbeeld maar 40% van de nodige hulp gegeven.
Aangezien de mensen afhankelijk zijn van humanitaire hulp die niet altijd komt, zijn er misschien ook lokale initiatieven, los van het geld van de donoren?
Marongwe: Naast de donoren springen ook de kerken vaak in. En er zijn ook andere lokale initiatieven. Zoals wanneer mensen in een dorp, tijdens een goede maand, geld bijeenleggen bij de chef. Tijdens het droge seizoen is er dan een gemeenschappelijke pot. Mensen passen zich bovendien aan aan hun situatie en proberen andere gewassen uit als overlevingstechniek. En er is ook nog het geld uit de diaspora. Er zijn dus andere manieren van overleven buiten de voedselhulp. Dat is de reden dat mensen niet sterven.
Wat is jullie kijk op het feit dat de EU nu alles inzet op ‘African Solutions for African Problems’ (ASAP)?
Lewanika: Een eerste probleem is dat onze instellingen zwak zijn. Het andere probleem zijn de loyaliteitsbanden tussen de verschillende historische onafhankelijkheidsbewegingen in onze regio. Thabo Mbeki bijvoorbeeld heeft jaren in ballingschap geleefd in Zimbabwe op kosten van de staat. Kunnen we dan verwachten dat de Zuid-Afrikanen onbevooroordeeld zullen bemiddelen tussen Mugabe die al die jaren voor hem gezorgd heeft en Tsvangirai die hij bij wijze van spreken gisteren pas heeft leren kennen? T
svangirai zorgt in de ogen van het ANC bovendien voor een potentieel gevaarlijk precedent. Want als zijn arbeidersbeweging er in geslaagd is om zich op te werken tot een politieke partij die deelneemt aan de macht, wat weerhoudt de Zuid-Afrikaanse arbeidersbeweging ervan om hetzelfde te doen?
Zou het dan niet een stuk efficiënter zijn om gewoon af te stappen van dat ASAP idee? Zeker als we weten dat die regionale actoren hun werk enkel kunnen uitvoeren met de financiële hulp van het Westen?
Lewinaka: Neen, het is zeker geen tijdsverlies. Want in de politiek is perceptie echt belangrijk. Daarom dat we de EU vragen om druk uit te oefenen op de Afrikaanse Unie en de SADC en niet rechtstreeks te interveniëren in Zimbabwe. Het geeft onze vrijheidsstrijders de kans om de discussies rond imperialisme en neokolonialisme te omzeilen. Er is dus niets mis met het feit dat de EU inzet op ASAP. En als het oprecht is, is het zeker goed. Want het erkent het feit dat wij als Afrikanen in staat zijn onze eigen problemen aan te pakken. En dat zijn we ook.
Waar liggen voor jullie nu de prioriteiten?
Lewanika: De grondwet verbeteren, de verkiezingen voorbereiden, de mensen informeren en mobiliseren. Zodat de lichte politieke verbeteringen die het GPA hebben voortgebracht structureel worden ingebed.
Marongwe: Wij zijn op de verkiezingen gaan werken omdat we beseften dat je in Zimbabwe probleemloos de verkiezingen kan winnen, zonder de daarbij behorende macht te verwerven. De militairen en de politie hebben zich die macht toegeëigend. Daarom zijn er institutionele hervormingen nodig. Als we verkiezingen houden zonder de noodzakelijke hervormingen dan weten we nu de uitslag al. Daarom dat het belangrijk is dat we nu aan het hele kiessysteem werken zodat we zeker kunnen zijn dat er een scheiding der machten is.
In principe staan er volgend jaar verkiezingen op het programma. Gaat dat lukken om dit op een jaar tijd te regelen?
Marongwe: Het zal heel nipt zijn. Maar in principe kan het. De plannen voor deze hervormingen werden al vastgelegd in de GPA. Er zijn ook al enkele doorgevoerd, zoals de oprichting van een mediacommissie, een mensenrechtencommissie en een kiescommissie. Geen van deze commissies zijn echter helemaal operationeel. Ten eerste omdat er geen middelen zijn. Ten tweede omdat soms de noodzakelijke wetgeving nog niet helemaal op punt is.
Moeten de verkiezingen kost wat kost doorgaan, ook wanneer de hervormingen nog niet op punt zijn?
Shoko: De verkiezingen moeten er sowieso komen, en liefst zo snel mogelijk. Er moet een einde komen aan deze gekke situatie waarin we met twee echtgenotes in bed liggen.
Lewanika: Het is belangrijk dat de verkiezingen er komen om een democratische legitimiteit te geven aan onze instellingen.
Hoe schatten jullie de toekomst in? Zijn jullie optimistisch?
Shoko & Marongwe: (schaterlach)
Shoko: Momenteel wachten we af en kijken we toe. Het probleem is dat mensen geïntimideerd en gemanipuleerd worden hetgeen de grondwetswijzigingen en het referendum zonder meer zal beïnvloeden. Er moeten nog heel wat onderhandeld worden voor we een werkbaar compromis vinden. Maar zoals ik al zei, wij kijken aandachtig toe en wachten af.
Lewinaka: Hetgeen mij hoop geeft zijn de mensen van Zimbabwe. Zij slagen er in om resultaten te boeken in erg moeilijke situaties. Het sterkt het geloof in de macht van het volk. Het zou uiteraard beter zijn als alles geïmplementeerd zou zijn. Maar de ideale situatie bestaat niet. Dus ik zou zeggen: ‘laat ze maar komen die verkiezingen’.

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.