In 2018 neem ik mijn wensen voor waarheid

© Brecht Goris

 

Aanvankelijk wil ik geen wensen. Geen wensen zenden, geen wensen ontvangen. Ik wil geen momentum. Geen kantelpunt, geen ‘vanaf nu’. Ik hou er nochtans van om mezelf opnieuw uit te vinden. Te vervellen tot een betere versie van mezelf. Een kast vol sportgerei en een blonde uitgroei zijn stille getuigen van die drang naar heruitvinding. Een jaarwissel vlak na een ronde verjaardag, dat is dubbelop. Dat laat ik normaal niet liggen.

2017 echter, trapte een deuk in mijn ego en mijn vooruitgangsgeloof deelde in de klappen. Ik ontvlucht dus het vuurwerk en de knallende kurken en draai het laatste goede voornemen van 2017 vakkundig de nek om door op de laatste dag van het jaar op een vliegtuig te stappen naar een bestemming binnen Europa, een low cost geval dan nog.

Wie feestgedruis wil ontvluchten, vindt altijd goed gezelschap, ik hoef het laatste avondmaal in Barcelona gelukkig niet alleen weg te werken. Ik heb van deze trip maar één verwachting, het eten van Pimientos de Padron, en die is na drie uren al ingelost. Wij haasten ons als twee assepoesters om voor middernacht weer op onze hotelkamer te zijn. Maar op de hoek van de straat worden wij aangesproken door twee jonge mannen. Die hebben al een slok op. Ze zijn de weg kwijt, of dat beweren ze toch. Ze zijn vooral op zoek naar wat aanspraak.

Zij komen uit Nîmes en daar is geen hol te beleven. Wij komen uit Brussel en daar knallen de voetzoekers al van voor kerst.

Ze zijn, net als wij, gevlucht naar Barcelona voor de wissel van oud en nieuw. Wij hier om het feest te ontlopen, zij om er vol in te zitten. Zij komen uit Nîmes en daar is geen hol te beleven. Wij komen uit Brussel en daar knallen de voetzoekers al van voor kerst. Zij komen snel to the point. Zij vinden dat er in thuisland Frankrijk veel racisten zijn. Zelf (Soufiane heeft Algerijnse en Yassine Marokkaanse roots) hebben ze daar weinig last van. Zij werken, dat scheelt. Ze werken in een fabriek, gepistonneerd door een van hun vaders.

Ze vertellen het ons met een vet Provençaals accent. L’accang du sud. Tussendoor bieden ze ons een slokje aan uit twee kleine waterflesjes die ze zelf hebben gevuld met een energiedrankje met aardbeiensmaak en vodka, een eigen cocktail om al wat in te drinken. Uitgaan op oudejaarsnacht is prijzig. Wij zijn twintig jaar te oud voor zo’n drankje.

Ze fluiten tussen hun tanden als ze horen dat wij van Brussel zijn. ‘Bruxelles, c’est chaud’. De ‘au’ in chaud houden ze lang aan om hun woorden kracht bij te zetten. Ze zagen op YouTube hoe hun geliefde rapper Fianso werd onthaald bij zijn passage in Molenbeek. Die kreeg flessen naar zijn hoofd geslingerd en er werd een busje traangas in zijn gezicht gespoten. Deze jongens hebben al veel gezien, maar dat? ‘Rwina!’ Een woord dat je op duizend manieren kan gebruiken om te vertellen hoe iets op duizend verschillende manieren kan uit de hand lopen.

‘Ik heb geen zin om in die kwaadheid te blijven hangen, maar ik begrijp dat sommige jongeren daar in gevangen zitten.’

Ontnuchterd door de ernst van het gespreksonderwerp zegt Soufiane dat wie opgroeit in armoede, op straat, heel erg veel geweld moet incasseren, zichtbaar en onzichtbaar. En dat geweld, dat moet gekanaliseerd worden. ‘Ik heb geen zin om in die kwaadheid te blijven hangen, maar ik begrijp dat sommige jongeren daar in gevangen zitten.’

En zo krijgen we op de valreep van 2017 nog een heldere kijk op het gedrag van rellende jongeren. De klok tikt. We hebben allemaal dezelfde deadline, maar niet omwille van dezelfde reden. We nemen afscheid van elkaar als oude vrienden. Het is een wonderlijke ontmoeting over taal-, generatie-en landsgrenzen heen. Want voor ik het weet wens ik deze twee jongens, bien dans leurs baskets, het allerbeste voor 2018. Oprecht, uit de grond van mijn hart.

 

 

Soms bestaat de remedie om uit een impasse te geraken uit twee leuke jongens. Want ik blijk ineens toch op een berg onuitgesproken wensen te zitten. Boven op een hoopje hoop, verlangens en dromen. En nu ik er een luidop heb uitgesproken, is de rest niet meer te stoppen.

Dat is waar hij na een half leven in de illegaliteit het meeste naar snakt: eens iets te kunnen betalen met een bankkaart.

Ik wens de Senegalese man die bijklust als buitenwipper in de Alhambrawijk, maar een bloedhekel heeft aan de donkerte in de ogen van de mensen die hij soms noodgedwongen op straat zwiert, een bankkaart. Hij lijkt op Michael Clarke Duncan die gevangene John Coffey speelde in The Green Mile. Als hij me de hand drukt, lijkt het wel in de zijne te verdwijnen. Dat is waar hij na een half leven in de illegaliteit het meeste naar snakt: eens iets te kunnen betalen met een bankkaart. Het ultieme bewijs zou dat zijn, van het feit dat hij er wel degelijk bij hoort.

Ik wens iedereen toe om hartstochtelijk verliefd te worden. Al dan niet op zijn eigen lief.
Ik wens dat de treinen op tijd rijden.
Ik wens de mensen in het Maximiliaanpark een warm bed. Ik wens zij die het bed aanbieden dat de kracht van hun overtuiging blijft duren.
Ik wens het onderwijs toch een hervorming.
Ik wens de nachttrein een terugkeer.
Ik wens de onzichtbare zichtbaarheid.
Ik wens iedereen een dertigurenweek.
Ik wens dat diversiteit geen thema meer is.
Ik wens dat wie de bal kaatst, alleen maar liefde terugkrijgt.
Ik wens dat iedereen die ploetert op een subsidiedossier, zijn geld krijgt, de volledige aangevraagde som.
Ik wens wie al zijn energie in een eerste voorstelling heeft gestoken, een lovende recensie.
Ik wens dat de weggelopen kat van mijn buurvrouw terugkomt. Of een beter baasje vindt.
Ik wens dat mijn vrienden die in Latakia wonen de nodige papieren krijgen om naar Beiroet te reizen zodat wij daar samen een koffie kunnen gaan drinken.
Ik wens dat de batterijen van de gsm’s langer meegaan. Ik wens dat de smaak langer in de kauwgum blijft zitten.
Ik wens films om in het donker bij te huilen, bij wijze van catharsis.
Ik wens iedereen een buurtwinkel op de hoek als ‘Chez Rachid’ waar je naast verse munt ook gratis een opinie over internationale politiek kan krijgen. En geen plastiek zakjes meer.
Ik wens iedereen een wandelclub en benen die meekunnen.
Ik wens politici die al in campagnemodus zijn een hernieuwd geloof in de maakbaarheid van de wereld.
Ik wens dat de babyboomers achter zich kijken of ze niemand in de weg staan.
Ik wens de terugkeer van de seizoenen.
Ik wens het einde van het autotijdperk.
Mijn vrienden wens ik veel tijd om met mij door te brengen.
De Lijn wens ik beterschap.
Studenten goeie examens.
De regering dat ze valt.
Ik wens iedereen tijd voor genuanceerde longreads.
Ik wens iedereen die daar zin in heeft het budget voor natuurwijn waar je geen koppijn van krijgt.
Ik wens dat wij weer weten dat wij elkaar toebehoren.
Ik wens wie ernaar snakt, inzicht.
Ik wens wie daar nood aan heeft, inkeer.
Ik wens ons allemaal: elkaar.

Bij de bakker staan de driekoningentaarten vanaf vandaag in de afslag. Sommige wensen worden wel degelijk waarheid.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Coördinator van Vzw Toestand

    Bie Vancraeynest is coördinator van Vzw Toestand, een organisatie die leegstaande of vergeten gebouwen reactiveert tot tijdelijke en autonome socioculturele centra.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.