In onze kwetsbaarheid zijn we met elkaar verbonden

De moed om teder te zijn

© Brecht Goris

MO*columnist Jan Mertens

Zou tederheid een goed voornemen kunnen zijn voor het nieuwe jaar? En hebben we daar dan wel de moed voor? Heel wat mensen zouden het vast belachelijk, ja zelfs beangstigend vinden. Het zou van ons vragen dat we dingen doen die we nu misschien niet doen. Toch loont het, betoogt MO*columnist Jan Mertens, want in onze kwetsbaarheid zijn we met elkaar verbonden.

Deze column is ook te beluisteren:

Ik was op weg naar het station om naar mijn werk te gaan. Nadenkend over mijn goede voornemens voor dit nieuwe jaar. Dat is altijd een proces van wachten en kijken. Wie ben je zelf? Misschien ben je iets als de golven van de zee. Altijd in beweging.

Soms denk ik dat de golven het verlangen van de zee zijn. Je zou kunnen zeggen dat een golf waarneembaar is, als een ‘iets’. Maar tegelijk kan een golf zichzelf niet ‘ontzeeën’. De zee kan nooit de ander zijn. En wie ben je zelf? Iets als de ogen die naar de golven kijken. Dat beeld hoorde ik onlangs van iemand, en ik vond het meteen heel mooi.

Zou tederheid een goed voornemen kunnen zijn?

Nadenken over goede voornemens is iets als kijken, en wachten op een beeld of een woord. Ik probeer mezelf al jaren te oefenen in stappen en wachten tegelijk, als een soort wandelende meditatie.

Op dat moment kwam uit de andere richting een papa met zijn drie nog kleine kinderen. Eentje van hen zat in de kinderwagen. Zijn dochter, die achter hem aan liep, was aan het zingen. En toen merkte ik dat ze als een echo waren. Zij zong een stukje, en daarna zong de papa een stukje, en dan zij weer. En zo waren ze op weg, ergens naartoe.

Ik moest dus naar het station, met nog een omweg langs het postkantoor, om twee verjaardagspakjes af te geven. En terwijl ik stond te wachten aan het loket, kwam het woord tederheid naar me toe. Ik kon er moeilijk iets over zeggen tegen de vriendelijke meneer aan het loket. Maar toen kwam dus die vraag in mijn hoofd. Zou tederheid een goed voornemen kunnen zijn? Ik ben vaak niet zo blij met zo’n woord dat naar me toe komt, maar meestal wil dat zeggen dat het goed is.

Uitnodiging

Misschien is wachten op een goed voornemen iets als uitgenodigd worden. In dat wachten is er een stilte, en in die stilte kun je iets zien van de weg die de jouwe zou kunnen zijn in de tijd die komt. Mij maakt het altijd heel even een beetje bang, wat ook meestal wil zeggen dat het goed is.

In mijn persoonlijke geval zie ik daar op die plek voor me onder meer de sporen die de tijd in mijn lichaam gemaakt heeft en wat ik daarmee te doen heb. (Het persoonlijke verhaal is niet zo belangrijk, maar het heeft me iets geleerd over hoop, en daar wil ik naartoe vertellen.)

Wat je wél doet, doet ertoe. De woorden die je uitspreekt, ze doen ertoe.

Je probeert je huid te helen, je probeert een trage dans te vinden die je toestaat om je golfbewegingen vrij te laten. Om te kunnen vertrekken, moet je eigenlijk eerst naar een soort nulpunt, denk ik.

Daar ben je heel kwetsbaar en naakt, daar ben je heel raakbaar. Misschien is de stap die daarna komt, waar je in beweging komt, wel de moeilijkste. Daar beweeg je in de wereld, daar word je elke dag opnieuw geboren, daar kun je elke dag opnieuw beginnen. Daar zou je aanraakbaar kunnen zijn. En daar is dan ook de tederheid.

(Sorry voor de heel vage woorden, maar iets in dien aard dacht ik in die paar minuten tussen het station van aankomst en mijn werkplek. Er was veel wind en enkele mensen met een lege blik in hun ogen doolden door de straten, alsof ze verloren waren.)

Wat je wél doet, doet ertoe. De woorden die je uitspreekt, ze doen ertoe. Zo probeer ik soms naar een dag te kijken. Zo vaak heb je het gevoel dat je faalt. Soms denk je dat alles te groot of te zinloos is. Soms voel je je afgescheiden van de anderen. Soms voel je alleen dat oude verdriet dat diep in je ergens huist. Er zijn altijd 101 redenen om niets te doen of te zeggen, of te denken dat niets er nog toe doet.

Als je dat omdraait, en kijkt naar die nog lege weg voor je, dan zie je een uitnodiging. Ik probeer dan te oefenen in kleine dingen, zoals gewoon even vragen aan de mevrouw aan de kassa of ze al een goede week heeft gehad. Er komt dan meestal een heel kort moment van verwarring, en daarna begint er iets te blinken in haar ogen. Iets is er gebeurd, iets dat een klein beetje zacht is, dat ook niet had kunnen gebeuren.

Misschien zal ze ’s avonds thuiskomen in een koud leeg huis, nu ze probeert haar leven na haar echtscheiding weer op orde te krijgen. Misschien zal ze heel even tijdens het koken denken aan dat ene moment in de dag toen iemand vroeg hoe haar week geweest was. En misschien zal ze dan glimlachen en denken dat ze ook de volgende dag wel zal overleven.

Kanonnenvlees

Het overkomt me ook weleens, zoals onlangs nog. Ik ben meestal vroeg op. Er werd bij me aangebeld terwijl ik nog aan het ontbijt zat met de kranten. Het was de meneer van Post NL, die een heel grote doos bij zich had voor een buurvrouw en vroeg of hij die bij mij mocht afgeven. Hij was mogelijk al uren onderweg op dat moment. Terwijl hij de doos over mijn terrasrand duwde, keek hij me met zachte ogen aan en wenste me een gelukkig nieuwjaar.

Het is soms gemakkelijker jezelf van jezelf af te scheiden, te denken dat je geen zee bent.

Het heeft iets te maken met kijken. Het heeft iets te maken met kiezen. Op een of andere manier is er moed nodig om teder te kunnen zijn, denk ik weleens.

Sommige mannen denken dat ze moedig zijn als ze 100.000 jonge mensen naar de frontlijn sturen om daar te dienen als kanonnenvlees, in de hoop zo hun zieke waanideeën over de grootsheid van hun eeuwige rijk te voeden. Dat soort akelige mannen wil, denk ik, vooral niet naar een nulpunt gaan waar ze kwetsbaar zijn in hun naaktheid, en hebben al helemaal niet de moed om teder te zijn. Ze zouden imploderen.

Stel je voor dat we als maatschappij tederheid als een goed voornemen voor 2023 met elkaar zouden afspreken. Velen zouden het belachelijk vinden. Velen zouden het eigenlijk vooral beangstigend vinden. Omdat het van ons zou vragen dat we dingen doen die we nu misschien niet doen. Omdat we naar een plek in onszelf moeten gaan waar we misschien niet zo graag naartoe gaan. In onze kwetsbaarheid zijn we verbonden met elkaar. Het is soms gemakkelijker om dat niet te moeten voelen wanneer je een ander ziet. Het is soms gemakkelijker jezelf van jezelf af te scheiden, te denken dat je geen zee bent.

Stoerdoenerij

Stel je voor dat er een interministeriële conferentie komt met alle regeringen van ons land en dat onze eminente politici met elkaar afspreken dat ze in 2023 gaan oefenen in tederheid. Het hoeft niet meteen te lukken, ze mogen elke dag oefenen, en elke dag opnieuw beginnen. Tederheid wil wat mij betreft niet zeggen dat je het allemaal samen gezellig over alles eens moet zijn. Liefst niet zelfs.

Een minister is helemaal niet verplicht om migranten met varkens te vergelijken.

De essentie van een democratie is dat er verschillende visies zijn op wat het algemeen belang is. De kunst van de politiek zou erin moeten bestaan dat je die soms moeilijke of harde discussies effectief voert, maar wel op een manier die af en toe het risico van de tederheid neemt.

Stel je voor dat ze op Twitter een filter installeren die alleen zachte woorden toelaat. Stel je voor dat sommige politici met hun interstellaire ego zich gewoon oefenen in zwijgen. Stel je voor dat cynisme niet meer de bedrijfscultuur is van sommige partijen.

Als we willen dat veel burgers terug meer vertrouwen krijgen in de instellingen die moeten instaan voor het bewaken van het algemeen belang, zouden we nog meer het onderscheid moeten duidelijk maken tussen omgaan met inhoudelijke verschillen (wat onvermijdelijk is) en de keuze die je telkens hebt om dat wel of niet op een goede manier te doen. Elke dag opnieuw heb je als politiek verantwoordelijke de kans – en dus de uitnodiging – om je woorden zorgvuldig te kiezen.

Populisme en cynische polarisering zijn geen fataliteit. Een minister is helemaal niet verplicht om migranten met varkens te vergelijken. Misschien voelt dat stoer voor de minister in kwestie, zo van: ‘zie eens wat ik me allemaal kan permitteren’. Misschien is de moed tot tederheid een mooier element voor een toekomstige canon dan die kwetsende en egogerichte stoerdoenerij.

De woorden van Greta Thunberg

Hoe warm het was, tijdens de overgang van het oude naar het nieuwe jaar. Misschien was het fijn om in die naar winterse normen zwoele nacht buiten te staan praten met onze dierbaren, maar velen voelden zich ook een beetje ongemakkelijk en op een of andere manier schuldig. De waarheid van de klimaatverandering werd nog maar eens duidelijk.

Dat besef is op dat moment een uitnodiging, een keuze, zou je kunnen zeggen. Als je je probeert in te denken dat je nog niet geboren achterkleinkind je een brief zou sturen, over hoe jij bent omgegaan met de urgente uitdagingen van vandaag, dan weet je al min of meer wat er in die brief zou kunnen staan.

Ben ik erin geslaagd om nooit cynisch te worden?

Om dat echt te beseffen, moet je evenwel ook even in dat nulpunt gaan staan. Daar waar je naakt en bang en verdrietig zou kunnen zijn. Wat je daarna doet, bij je eerste stap, is de vraag. Wil je het risico van de tederheid lopen?

Ik ben proMO*

 

Steun ons unieke non-profit mediaproject en word proMO*.

Je ontvangt ons magazine en geniet van een pak andere voordelen

Je maakt MO* mee mogelijk en steunt ons in onze missie.

Voor € 4,60/maand of € 60/jaar.

Ik word proMO*

Ik zit al een hele tijd met die woorden van Greta Thunberg in mijn hoofd. Dat hoop iets is dat je moet verdienen. Het is een gedachte die me weleens kwelt en die me heel klein maakt. Heb ik voor mijn achterkleinkind gedaan wat ik kon? Had ik de moed om dat kleine (en daarna grote) ding net wel te zeggen of te doen, of net niet?

Waren mijn woorden zacht genoeg wanneer ik harde dingen wilde zeggen? Ben ik erin geslaagd om nooit cynisch te worden? Faalde ik niet te vaak? Heb ik mijn kracht voor de goede dingen gebruikt? Heb ik die dingen die ik kon doen en waarmee ik een verschil kon maken, hoe klein ook, gedaan?

Ik kan het niet goed uitleggen, maar om hoop te zien en te voelen, moet je af en toe naar dat stille nulpunt. Om daarna telkens opnieuw te kunnen beginnen, elke dag opnieuw.

Elke dag opnieuw geboren worden, zoals ik leerde van Hannah Arendt. Elke dag oefenen om dat te doen wat binnen je mogelijkheden ligt, in een leven in waarheid. Die eerste stap, telkens weer, die heeft iets met tederheid te maken.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.