Verlaten olietanker voor Jemenitische kust mag eindelijk geborgen worden

De verlaten olietanker FSO Safer in de Rode Zee vormt al sinds 2015 een tikkende tijdbom voor mens en milieu. Maar nu is er een doorbraak in het dossier. De Verenigde Naties kondigen aan dat de bergingswerken eindelijk kunnen beginnen.

De FSO Safer, een drijvende verwerkingseenheid voor olie, werd in 2015 achtergelaten te midden van het conflict in Jemen. Het roestende schip, dat zo’n vijf mijl voor de kust ligt aangemeerd, bevat nog altijd 1,1 miljoen vaten olie. Dat is vier keer zoveel als wat vrijkwam bij de enorme milieuramp met de Exxon Valdez in 1989.

Als de tanker scheurt, dreigt niet alleen een ecologische maar ook een humanitaire ramp: miljoenen mensen in de regio kunnen zonder voedsel, drinkwater en brandstof komen te zitten.

Crowdfunding

Na jaren van onderhandelen is er nu eindelijk genoeg geld gevonden om de bergingsoperatie te starten, melden de Verenigde Naties. De nodige 77 miljoen dollar is afkomstig van zeventien landen, maar ook van stichtingen, de privésector en een ‘zeer succesvolle’ crowdfundingcampagne.

In een eerste fase zal de tanker gestabiliseerd worden, om vervolgens de olie over te pompen naar een beveiligd, dubbelwandig schip. Als de politieke situatie stabiel genoeg is, kan die olie op termijn verkocht en vervoerd worden. Voor de tweede fase van het plan zijn de VN wel nog op zoek naar 38 miljoen dollar extra.

Vissersgemeenschappen

‘Iedereen begrijpt de kosten, iedereen begrijpt de impact en iedereen wil in actie komen’, zegt David Gressly, VN-coördinator voor Jemen. ‘Ik ben erg tevreden met de verenigde inspanning die we nu zien, om een ​​oplossing te vinden.’

Hij benadrukt hoeveel er op het spel staat als er niet snel actie wordt ondernomen. Een olieramp zou een verwoestende impact hebben op de vissersgemeenschappen rond de Rode Zee en niet enkel gevolgen hebben voor Jemen, maar ook voor landen als Eritrea, Djibouti en Somalië, zegt hij.

De olie zou ook de Jemenitische havens van al-Hudaydah en Saleef kunnen bedreigen, die essentieel zijn voor de import van voedsel voor ongeveer negentien miljoen mensen.