Jokowi wint Indonesische presidentsverkiezingen

Bijna twee weken nadat de 185 miljoen stemgerechtigde Indonesiërs een nieuwe president konden kiezen, werd Joko Widodo op dinsdagavond als winnaar aangeduid door de Algemene Kiescommissie (KPU). Widodo kreeg 53,15 procent van de stemmen achter zijn naam, terwijl zijn concurrent Subianto het moest stellen met 46,85 procent.  Met de bekendmaking van de nieuwe president komt een voorlopig einde aan een spannende verkiezingsstrijd. Ten laatste in oktober zou hij de eed afleggen en zo de derde rechtstreeks verkozen president van Indonesië worden.

In de loop van de dag had zich een indrukwekkende politiemacht verzameld rond het bureau van de KPU, omdat de vrees bestond dat er geweld zou uitbreken in de straten van de hoofdstad Jakarta nadat de resultaten werden bekendgemaakt. Voorlopig is er van onrust geen sprake.

Beschuldigingen van fraude

Even zag het ernaar uit dat die vrees gegrond was. Slechts enkele uren voor de definitieve resultaten werden vrijgegeven en de geruchten over een verlies toenamen, verwierp Subianto de uitslag. Hij verklaarde eerder al dat zijn campagneteam bewijzen in handen heeft waaruit blijkt dat er ‘op grote schaal, gestructureerd en systematisch’ fraude is gepleegd.

Subianto beschuldigt de KPU daarom van het niet naleven van de grondwet. De commissie moet volgens die grondwet namelijk eerst de beschuldigingen van fraude behandelen vooraleer het verdergaat met tellen. De KPU heeft daar geen gehoor aan gegeven en Subianto zegt nu te bekijken om hiermee naar het Grondwettelijk Hof te stappen.

Politieke analisten beweren dat de kloof van 6,3 procent, of omgerekend 8,4 miljoen stemmen, te groot is om nog iets aan de resultaten te veranderen. ‘Een verschil van meer dan één procent is in feite al te groot om er mee naar het Hof te trekken’, zegt expert in grondwettelijk recht Margarito Kamis aan The Jakarta Globe. ‘De verliezer heeft het recht om dit te doen, maar hij moet ook opletten zijn geloofwaardigheid niet op het spel te zetten.’

Nek-aan-nekrace

Zoals voorspeld werden de presidentsverkiezingen een nek-aan-nekrace. De intensieve  tweestrijd tussen Joko Widodo en Prabowo Subianto is het gevolg van de Indonesische verkiezingswet. Een partij kan immers maar een presidentskandidaat leveren als twintig procent van de kiezers voor de partij stemden bij de jongste parlementsverkiezingen of als een kwart van de parlementsleden tot de partij van de kandidaat behoren.

Bij de parlementsverkiezingen in april haalde de PDI-P van Widodo als grootste partij nog geen 19 procent. Hierdoor waren alle partijen gedwongen op zoek te gaan naar coalitiepartners.

Subianto heeft als luitenant-generaal gediend in het leger van dictator Soeharto en volgt een islamitischer discours. Hij staat voor een doorgedreven economisch nationalisme en een sterk leiderschap. Widodo, de ex-meubelproducent die zich wist op te werken tot gouverneur van Jakarta, kan eerder omschreven worden als een sociaal-democraat en ijvert onder andere voor de verdere uitbouw van de nationale plattelandseconomie.

Over de inzet van deze verkiezingen verscheen begin juli een Indonesië-dossier op MO.be.