Tegenstand in Nicaragua tegen concurrent Panamakanaal

Víctor Sánchez, 59 jaar, is een kleinschalige landbouwer in het zuidoostelijke departement Rivas. Hier heeft hij altijd gewoond met zijn grote familie. Hij kent de details niet van het megaproject dat de Nicaraguaanse regering voorstelt als de definitieve oplossing voor de armoede, zegt hij, maar is bezorgd dat hij onteigend zal worden en geen financiële compensatie zal krijgen voor zijn gronden.

Dat vertelde hij ook op 15 juli, tijdens een bijeenkomst in de Internationale Universiteit voor Landbouw en Veeteelt in Rivas, aan vertegenwoordigers van het bedrijf HKND Group, die de concessie bezit voor het kanaal.

Sánchez wil alleen maar dat ze hem laten leven zoals hij dat altijd heeft gedaan, op zijn boerderij aan de oevers van de rivier Las Lajas, pal op de voorziene route van het Grote Interoceanisch Kanaal. De cijfers van het project doen duizelen: het heeft een waarde van 50 miljard dollar, is 520 meter breed en tussen 27,6 en 30 meter diep. Naar verwachting zullen jaarlijks 5.100 schepen het kanaal doorkruisen.

Economische groei

Pang Kwok Wai van HKND legde uit dat de werken in december zullen beginnen, in de gemeente Brito, aan de Stille Oceaankust. Het departement Rivas wordt gesplitst en een deel van de bevolking wordt onteigend en verplaatst. In Rivas komt ook een vrijhandelszone van zo’n 29 vierkante kilometer. Er zullen vier toeristische complexen gebouwd worden, een nieuwe stad van 140.000 inwoners, een internationale luchthaven die duizenden tonnen vracht kan opslaan, een diepwaterhaven, gigantische bruggen en andere nevenprojecten.

In juni 2013 kende de regering van linkse president Daniel Ortega de concessie voor het kanaal toe aan HKND Group voor een periode van 50 jaar, met mogelijke verdubbeling van die termijn, omdat het project volgens de regering de economie van het Centraal-Amerikaanse land voorgoed zou kunnen veranderen. Meer dan 42 procent van de 6,1 miljoen inwoners leeft in armoede en 70 procent van het werk gebeurt informeel. Nicaragua is volgens de Wereldbank na Haïti het armste land van Latijns-Amerika.

Het project zou 50.000 rechtstreekse banen creëren tijdens de bouw en 200.000 vaste posities vanaf 2019, wanneer het kanaal afgewerkt zou moeten zijn. HKND kondigt ook nieuwe cement-, staal-, energie- en andere centrales. De Nicaraguaanse overheid verwacht dat de werken de jaarlijkse economische groei van het land zullen opdrijven tot 10,8 procent in 2015 en 15 procent in 2016.

Milieuschade

Het kanaal spreekt tot de verbeelding van duizenden Nicaraguanen, volgens twee nationale enquêtes over het project. Eén consultancybedrijf dat een peiling uitvoerde, MyR Consultores, zei deze maand dat 31,3 procent van de bevolking denkt dat het project “een redelijk tot groot voordeel” zal meebrengen voor het land.

Maar tegelijkertijd vreest 43,4 procent van de ondervraagden voor de milieuschade die de werken zullen aanrichten, volgens een voorlopige analyse van het rapport dat werd voorgesteld in Managua door onderzoeker Kenneth Coleman van de Universiteit van Michigan en Arturo Maldonado van de Universtieit van Vanderbilt.

Tientallen milieu-activisten en ngo’s delen die vrees. Vooral het Cocibolca-meer, met 8.624 vierkante kilometer het grootste zoetwatermeer van Centraal-Amerika, zou bedreigd zijn. Volgens schattingen van de organisatie Fundación Nicaragüense para el Desarrollo Sostenible zouden de werken aan het kanaal 400.000 hectare tropisch woud en wetlands aantasten.