De terugkeer van de despotische staat

Terwijl Europese overheden ons in slaap wiegen met liedjes over veiligheid, graaien ze ongegeneerd een ongeziene hoeveelheid macht naar zich toe met een heel apparaat van vrijheidsbeperkende maatregelen.

  • Konrad Lembcke (CC BY-ND 2.0) Konrad Lembcke (CC BY-ND 2.0)
  • Ashley (CC BY-NC-ND 2.0) Ashley (CC BY-NC-ND 2.0)
  • Jean-Marc Aspe (CC BY-NC-ND 2.0) Jean-Marc Aspe (CC BY-NC-ND 2.0)
  • Vince11111 (CC BY 2.0) Vince11111 (CC BY 2.0)
  • habeebee (CC BY-NC-ND 2.0) habeebee (CC BY-NC-ND 2.0)
  • Jean-Marc Aspe (CC BY-NC-ND 2.0) Jean-Marc Aspe (CC BY-NC-ND 2.0)
  • habeebee (CC BY-NC-ND 2.0) habeebee (CC BY-NC-ND 2.0)
  • Αλέξης Τσίπρας Πρωθυπουργός της Ελλάδας (CC BY-SA 2.0) Hongaars premier Viktor Orbán op staatsbezoek in Griekenland Αλέξης Τσίπρας Πρωθυπουργός της Ελλάδας (CC BY-SA 2.0)

Vorige week onthulde Amnesty International haar rapport ‘Dangerously Disproportionate’, een rapport dat heel hard aan de alarmbel trekt over de verregaande ontmanteling van onze rechtstaat in de naam van ‘war on terror’. Dat 9/11 een omkeer betekende in de Westerse wereld en het startschot gaf voor haar obsessie met veiligheid en antiterrorisme is gekend. Dat er een terechte taak is van de overheid om de veiligheid van haar burgers te garanderen, staat ook buiten twijfel. Maar niet tegen elke prijs.

Er zijn in Europa sinds 9/11 niet minder dan 200 (!) maatregelen genomen met het oog op antiterrorisme bestrijding. En tot de dag van vandaag hebben de Europese instellingen nog geen enkele evaluatie ondernomen om te bestuderen of deze maatregelen - die zowel een enorme budgettaire impact hebben en heel vaak disproportioneel afbreuk doen aan onze burgerlijke rechten - eigenlijk effectief zijn.

Een goed doordachte, onderbouwde langetermijnstrategie interesseert de dagvlinder-politicus van vandaag niet. In Europa heerst een cultus van ‘slaapliedjes’-symboolpolitiek.

Een goed doordachte, onderbouwde langetermijnstrategie interesseert de dagvlinder-politicus van vandaag niet. In Europa heerst een cultus van ‘slaapliedjes’-symboolpolitiek: bij elke nieuwe bedreiging of aanslag wordt er halsoverkop een hele resem nieuwe maatregelen voorgesteld en in recordtempo - en vaak zonder democratisch debat - gestemd zonder werkelijk te bestuderen of ze noodzakelijk en effectief zijn.

Het is gemakkelijker als politicus of regeringsleider om jezelf op te werpen voor de ongeruste bevolking als redder in nood, waarschijnlijk vergezeld van een pakkende electorale belofte voor de nakende verkiezingen. Helaas geeft deze symboolpolitiek de burgers enkel een gevoel van schijnveiligheid, en is het bovendien een self-fulfilling prophecy.

Immers, omdat men de wetten niet test op hun effectiviteit in het bestrijden van terrorisme en de echte tekortkomingen in de reguliere opsporingsdiensten (gebrek aan financiën, mankracht, gebrek aan samenwerking over de grenzen heen) en het gestuntel in het samenwerken tussen intelligentiediensten niet aangekaart worden, kan het zijn dat er nog aanslagen volgen die dan op hun beurt weer leiden tot een stortvloed van ineffectieve maatregelen, en dit ad aeternam.

Terug naar het rapport van Amnesty International. Wat zijn nu de gevaren waar Amnesty International zo resoluut op wijst?

Ashley (CC BY-NC-ND 2.0)

 

1. De afbreuk van de zorgvuldig opgebouwde ‘checks and balances’ van onze rechtstaat, namelijk dat de balans van de scheiding der machten gewaarborgd wordt door onafhankelijke controle.

Het Montesquiaanse idee van de scheiding der machten is er op het Europese continent vooral gekomen na de Franse revolutie waarin een eind werd gesteld aan een regime dat ‘judge, jury and executioner’ was. Men verdeelde de macht in drie van elkaar gescheiden instellingen die elkaar onderling aansprakelijk hielden. Wetten werden gestemd door een onafhankelijk parlement, verkozen door de bevolking. De Regering voert de wetten uit en is verantwoording verschuldigd aan het Parlement. De rechtelijke macht houdt de gestemde wetten en hun uitvoering ter controle aan hogere normen en mensenrechten. Zo werd vermeden dat de macht in één despotisch orgaan wordt verenigd en misbruikt.

In het post 9/11 Europa ziet men nu duidelijk een heel zorgelijke trend waarin men de gerechtelijke controle en tussenkomst, de hoeksteen van de rechtstaat, steeds verder aan het kortwieken is en de macht steeds meer gecentreerd wordt in de overheid, met een parlement dat als schoothondje de plannen van de regering - zonder omstandig democratisch debat - een stempeltje geeft.

Zo ziet men in Frankrijk dat wetten gestemd onder de noodtoestand aan de Minister van binnenlandse Zaken enorm brede machten geeft, zoals het autoriseren van huiszoekingen in het midden van de nacht zonder enige voorafgaande gerechtelijke of toelating, de inbeslagname van persoonlijke gegevens of het stoppen en doorzoeken van auto’s ook zonder gerechtelijke toelating, en een aanhouding zonder enige formele verdenking tot 78 uur (3 dagen en nachten) alweer zonder enige rechterlijke tussenkomst.

Deze rechterlijke tussenkomst is net ingesteld door de historische wetgever omdat men besefte dat politiemaatregelen een grote impact hebben op onze rechten, en men een herhaling van de arbitraire uitoefening van macht à la ‘ancien régime’ wilde voorkomen. Dus werd er voorzien in een onafhankelijke rechterlijke toetsing om te kijken of zulke maatregelen wel noodzakelijk en proportioneel waren, en niet in willekeur of machtsmisbruik ontaardden.

Deze maatregelen lijken meer op het Spanje van Franco of het Italië van Mussolini dan die van een 21ste eeuwse EU lidstaat.

Een rapport van Amnesty International heeft gedocumenteerd dat van de 3000 huiszoekingen (zonder gerechtelijke toelating) die in de maanden na de aanslagen in Parijs zijn verricht, slechts 1 percent resultaten opleverden met aan terrorisme gelinkte verdachten. Dit wijst duidelijk op een zeer gevaarlijke trend waar de overheden en politiemachten klaarblijkelijk meer als vertoon van macht ongefundeerde interventies doen die een heel grote impact hebben op rechten van onschuldige burgers.

Vele burgers die door deze nachtelijke huiszoekingen opgeschrikt werden, rapporteerden intimidatie, vernietiging en disproportioneel vertoon van politiegeweld. In een democratische rechtsstaat moet de politie en het openbaar ministerie aantonen dat er een concrete verdenking is van strafbaar gedrag, wat de rechter dan controleert op zijn waarachtigheid. Dit systeem wordt nu helemaal afgebroken, wat leidt tot een gevaarlijke toename van ongebreidelde politiemacht.

Een ander voorbeeld: Hongarije. Het land met misschien wel de meest verregaande antiterrorisme wet, waarbij de overheid bij een gevaarlijk vaag gedefinieerde ‘mogelijke bedreiging door terrorisme’ het leger kan inzetten en het gebruik van vuurwapens en zelfs dodelijk geweld kan toelaten, zij bestaande democratisch gestemde wetten met onmiddellijke ingang kan schorsen en nieuwe wetten in noodtoestand kan doorduwen.

Deze maatregelen lijken meer op het Spanje van Franco of het Italië van Mussolini dan van een 21ste eeuw EU lidstaat. Daarbij komt nog dat de regering Orban al sinds 2012 probeert om het grondwettelijke hof monddood te maken, wat hij vermoedelijk ziet als het enige gerechtelijke controle orgaan dat nog zijn aan-fascisme-aanleunende plannen zou kunnen dwarsbomen.

Men ziet parallelle pogingen om de rechterlijke macht aan banden te leggen in Polen en zelfs in het Verenigd Koninkrijk waar Theresa May het vonnis van een Court of Appeal (beroepsrechtbank) dat de herziening van de terrorismewet vereist om in lijn te zijn met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, doodleuk naast zich neerlegt en zelfs de toetreding van de VK tot het mensenrechtenverdrag wil opzeggen.

Dit zou elke burger angst moeten inboezemen.

In België merkt men ook al een zelfde denken op als leden van de overheid rechters die enkel de democratische gestemde wetten eerbiedigen, ‘wereldvreemd’ noemen.

Jean-Marc Aspe (CC BY-NC-ND 2.0)

 

2. De afbraak van vrijheden en burgerlijke rechten zoals de vrijheid van meningsuiting, vermoeden van onschuld, habeas corpus - ook voor burgers die helemaal niet gelinkt zijn aan terrorisme.

In Frankrijk is de noodtoestand misbruikt om bvb. betogingen tegen de hervorming van de arbeidswet of het klimaatakkoord te verbieden, net zoals in Spanje de nieuwe strafwet (die Ley Mordaza wordt genoemd) de regering de mogelijkheid biedt protesten en vreedzame samenkomsten strafbaar te stellen.

U leest dit goed: men kan een gevangenisstraf oplopen voor een vreedzaam protest.

U leest dit goed: men kan een gevangenisstraf oplopen voor een vreedzaam protest.

Verschillende regeringen, waaronder de Belgische – hebben nieuwe wetteksten ingediend om de ‘vergoelijking’ (apology) van terrorisme strafbaar te stellen, zonder weliswaar een duidelijke definitie hiervan te geven (wat ook het legaliteitsbeginsel – burgers hebben het recht te weten wat precies strafbaar gedrag is - van het strafrecht schendt).

Zo zijn er voorbeelden van landen waarin 16-jarige kinderen op het schoolplein worden aangehouden door de politie doordat ze - om stoer te doen of omdat kinderen nu éénmaal domme dingen doen – pro Daesh slogans scandeerden, bepaalde uitspraken deden op Facebook of ‘Vive Daesh’ schreven op toiletdeuren.

In Spanje worden muzikanten en artiesten vervolgd voor ‘glorificatie van terrorisme’ als ze in hun liedjes of kunstwerken kritische uitspraken doen over het buitenlandse regeringsbeleid.

De NVA en de MR hebben in België soortgelijke wetswijzigingen ingediend. Het is niet totaal ondenkbaar dat zo’n wet misbruikt zou kunnen worden. Dat je als kritische onderzoeker, vrijdenker of medewerker van een oppositiepartij niet meer de bredere context rond radicalisering en terrorisme mag aankaarten, zoals sociale exclusie en discriminatie. Nochtans zijn dat relevante factoren in het terrorismedebat die consequent worden aangetoond door Oxfam, het Fundamental Rights Agency van de EU, de OESO en andere NGOs.

Julia Hall, de hoofdauteur van het rapport van Amnesty International, gaf in een voorstelling in het Europees Parlement vorige week zelf aan dat onderzoekers en mensenrechten-advocaten die wijzen op de impact van anti-terreur maatregelen op burgerlijke rechten en vrijheden, nu al vaak kritisch bekeken worden en soms zelfs ‘vriendjes’ van de terroristen worden genoemd.

We leven vandaag in een Europa waarin het vermoeden van onschuld is omgekeerd, guilty unless proven innocent.

Nog dichter bij huis: De Europese volkspartij (waartoe het CD&V en CDH behoren) in het Europese Parlement stuurde na de aanslagen in Parijs zelfs een persbericht uit met de titel: “terroristen zouden glunderend op Links stemmen”, schandelijk insinuerend dat de centrum-linkse partijen die zich sterk maken voor op mensenrechten-gebaseerde antiterrorisme wetgeving, de aanslagen zouden gefaciliteerd hebben.

Anti-terreur maatregelen zoals de Data Retentie richtlijn, de EU Passenger Name Records richtlijn en de EU Terrorist Finance Tracking richtlijn, die de verzameling, analyse en langtijdig opslaan van alle internet- en emailgegevens, alle bankgegevens en alle passagiersgegevens van alle burgers verplicht maken, tonen duidelijk aan dat het vermoeden van onschuld en daarmee de accusatoire bewijsplicht van het openbaar ministerie al helemaal is uitgehold.

We leven vandaag in een Europa waarin het vermoeden van onschuld is omgekeerd, guilty unless proven innocent.

De in Maart te stemmen nieuwe Europese Antiterrorisme richtlijn maakt voortaan zelfs het reizen naar het buitenland strafbaar voor mensen die ‘mogelijk de intentie hebben’ aan het deelnemen van handelingen die met terrorisme kunnen gelinkt worden. De definitie en de vereiste causaliteit tussen intentie en duidelijk aantoonbaar strafbaar gedrag is zo vaag en zwak dat het virtueel een blanco cheque is voor de politiediensten om elke toekomstige reiziger aan te houden, zonder concrete aanwijzing van verdenking en ook hier alweer zonder de vereiste van enige gerechtelijke toelating. Alle burgers worden hier potentieel mee geviseerd.

Zoals Amnesty International in dit rapport duidelijk aangeeft, misbruikt men de terrorismedreiging om vrijheden en rechten van burgers te beperken die niet gelinkt zijn aan enige verdenking van terrorisme.

Vince11111 (CC BY 2.0)

 

3. Het gevaar dat de erg uitgebreide machten van de regering onder ‘noodtoestand’ nu worden vastgelegd in het gewone recht, waarmee de uitzonderlijke brede macht van de regering permanent wordt.

Het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens stelt zeer duidelijk dat de noodtoestand een zeer uitzonderlijke toestand is ‘zoals in tijden van oorlog of andere publieke noodtoestand die het voortbestaan van de natie bedreigt’ en die zo snel mogelijk weer beëindigd dient te worden. Het is een uiterst uitzonderlijke toestand die in essentie altijd tijdelijk moet zijn.

Als de noodtoestand eindigt, blijven de verregaande maatregelen en de macht die ze in de handen van de regering leggen gewoon voortduren.

De Franse noodtoestand is nu al bijna twee jaar ingesteld, en de uitgebreide maatregelen onder die noodtoestand zijn onderhands in het gewoon strafrecht ingebeiteld wat betekent dat als de noodtoestand eindigt, de verregaande maatregelen en de macht die ze in de handen van de regering leggen gewoon blijven voortduren.

Dit gaat in tegen het idee van de noodtoestand zelf, waarin burgerlijke vrijheden enkel tijdelijk beperkt mogen worden en daarna weer de normale bescherming van de rechtsstaat terugkeert.

In de meeste andere Europese landen is de officiële noodtoestand nooit door de regering of het parlement uitgeroepen, maar zijn wel equivalente verregaande maatregelen gestemd die overeenkomen met zo een noodtoestand, zoals bijvoorbeeld in België waar verregaande verzameling en analyse van persoonsgegevens door de Belgische dataretentiewet verplicht wordt of waar men nu delibereert of de administratieve aanhouding (dus gevangenzetting zonder formele verdenking) verlengd wordt tot 72 uur.

Het gevaar van een langdurige noodtoestand en het normaliseren van deze noodmaatregelen in het gewone recht is dat de overheid meer beslissingsmacht verzamelt, en dat de rol van het parlement en vooral de rechterlijke macht kleiner wordt, wat machtsmisbruik en schending van rechten en vrijheden doet toenemen.

Human Rights Watch heeft in een rapport over de noodtoestand in Frankrijk een grote toename van zeer ingrijpende politietussenkomsten gedocumenteerd, met schrijnende verhalen over het toenemend gebruik van politiegeweld naar Moslims toe, willekeurige aanhouding van jonge kinderen, een toename van traumatisering, wat weer op haar beurt leidt naar problemen van gezondheid, familieproblematiek en sociaaleconomische problemen.

Konrad Lembcke (CC BY-ND 2.0)

 

4. The elephant in the room: het discriminerend element

Doorheen al deze maatregelen loopt nog een andere rode draad: impliciet worden met al deze maatregelen één bepaalde etnische groepering, Moslims, geviseerd. In verschillende lidstaten, zoals Hongarije, Polen en Oostenrijk wordt er opzettelijk een link gesuggereerd tussen asielzoekers die oorlogsgebied ontvluchten en de dreiging van terrorisme.

In verschillende lidstaten, zoals Hongarije, Polen en Oostenrijk wordt er opzettelijk een link gesuggereerd tussen asielzoekers die oorlogsgebied ontvluchten en de dreiging van terrorisme.

Ook in de Europese politiek worden zulke standpunten frequent verdedigd door de centrumrechtse en extreemrechtse partijen, terwijl onafhankelijk onderzoek dit duidelijk ontkracht.

Deze stigmatisering is uitermate gevaarlijk en speelt enkel in de kaarten van de extreemrechtse opkomende partijen die dankbaar gebruik zullen maken van de verregaande en mensenrechten-beperkende antiterreur maatregelen die door de traditionele partijen in plaats zijn gesteld.

Zoals Julia Hall van Amnesty International aangeeft: vandaag wordt er naar iedereen die Moslim is of er als Moslim uitziet gezegd: jij staat op onze watchlist, jij bent verdacht, ook al heb je nu nog geen verdachte handelingen gesteld, wij vermoeden sterk dat jij dat in de toekomst wel doet en gaan je daarom nu al op voorbaat beperken in wat je mag en kan.

In vele EU landen is deze permanente staat van verdenking aan het ontaarden in een allesomvattend vijandig gedrag, geweld en hate-speech tegen alle buitenlanders, migranten en asielzoekers zoals recent vast gesteld door een onderzoek van het OESO.

Αλέξης Τσίπρας Πρωθυπουργός της Ελλάδας (CC BY-SA 2.0)

Hongaars premier Viktor Orbán op staatsbezoek in Griekenland

5. Conclusie: we zijn terug dichterbij de jaren ‘30 dan het vreedzame post-WO II Europa

Zoals Amnesty International het zo mooi zegt:

Ultimately, however, the threat to the life of a nation – to social cohesion, to the functioning of democratic institutions, to respect for human rights and the rule of law – does not come from the isolated acts of a violent criminal fringe, however much they may wish to destroy these institutions and undermine these principles - but from governments and societies that are prepared to abandon their own values in confronting them.

De ontwikkelingen die Amnesty International zo duidelijk bloot legt moeten ons allemaal erg zorgen baren. De principes van onze rechtstaat – scheiding der machten, gerechtelijke controle, het hele mensenrechten-apparaat dat ons moet beschermen tegen machtsmisbruik en willekeur, worden vakkundig door de traditionele partijen afgebroken en in hun plaats worden verregaande machten verenigd in handen van de overheid.

Met de dreiging van extreemrechtse partijen die morgen zomaar in het overheidszadel kunnen komen te zitten, is dit zorgwekkend.

We hebben dringend nood aan een politiek die stopt met de valse dichotomie tussen mensenrechten en veiligheid te promoten.

Nog veel morbider is de idee dat we nu dichter staan bij een vooroorlogs Europa dan het Europa dat het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens goedkeurde. En dat waar deze concentratie van regeringsmacht in het verleden voornamelijk is georganiseerd door extreem rechts en fascistische partijen, het nu zonder schroom wordt verdedigd door de traditionele centrumpartijen.

We hebben dringend nood aan een politiek die stopt met de valse dichotomie tussen mensenrechten en veiligheid te promoten. Dat er nood is aan een effectieve bescherming van de veiligheid van de burgers tegen terroristische aanslagen staat buiten kijf, evenals dat de overheid daartoe dringende maatregelen kan nemen. Maar deze maatregelen dienen steeds de essentie van een democratische rechtstaat te versterken, niet te verzwakken.

We hebben vandaag nood aan een moedig beleid dat niet meeloopt met de hysterie en symboolpolitiek en zich sterk maakt voor doelgerichte antiterreur-maatregelen die gestoeld zijn op de beginselen van de rechtsstaat, de mensenrechten niet uithollen en die werkelijk gemonitord en geëvalueerd worden op hun doeltreffendheid.

In alle recente aanslagen waren de verdachten door de intelligentiediensten van minstens twee lidstaten bekend, maar is er schromelijk gefaald in het communiceren tussen de intelligentiediensten. De gegevens waren beschikbaar, de verdachten waren gekend en werden soms zelfs geschaduwd.

De nieuwe antiterreurmaatregelen van de laatste twee jaar die alsmaar inzetten op meer persoonsgegevens verzamelen hadden deze aanslagen niet verholpen omdat ze niet raken aan de operationele en samenwerkingsproblemen in de opsporingsdiensten zelf.

Er is nood aan durf om te evalueren welke antiterreurmaatregelen werken en welke niet, en ten koste van welke burgerlijke vrijheden om van daaruit een gerichte, doeltreffende veiligheidspolitiek te voeren zoals ook het Europees Parlement al verschillende malen heeft gevraagd in haar resoluties.

Burgers hebben recht op echte veiligheid en geen schijnveiligheid, en al zeker niet als ze daarvoor hun burgerlijke rechten moeten opgeven.

Tegelijkertijd moet de regering even moedig zijn om de buitenlandse politiek kritisch onder ogen te zien en durven inzien dat de Westerse militaire interventie enkel heeft bijgedragen aan het escalerend geweld.

Als mensen het gevoel hebben ergens bij te horen, gaan ze onze gemeenschap enkel koesteren en beschermen.

Ook moeten we binnenlands weer gaan investeren in straatwerkers, sociale insluiting en bevordering van sociaaleconomische cohesie, en een heuse anti-discriminatie cultuur opbouwen. Om te spreken met de woorden van Bart Somers op een conferentie over ‘foreign fighters’ te Mechelen: alleen door insluiting kunnen we radicalisering vermijden.

Inderdaad, alleen als mensen het gevoel hebben er niet bij te horen, ontstaat er agressie en vernietigingsdrang. Als als mensen het gevoel hebben ergens bij te horen, gaan ze onze gemeenschap enkel koesteren en beschermen.

Dat is een beleid waar we nu meer als ooit in moeten gaan investeren, als overheid en als burgers.

 

Olivier Winants, Beleidsmedewerker European United Left Group (GUE/NGL) in het Europese Parlement

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.