Zuid-Soedanese vluchtelingen getuigen: ‘Om ons leven te redden, moeten we alles achterlaten’

Gie Goris was begin deze week Zuid-Soedan en is nu in Oeganda, waar hij donderdag de vluchtelingenkampen aan de grens met Zuid-Soedan bezocht. Hij noteerde enkele verhalen van de meer dan drie miljoen Zuid-Soedanezen op de vlucht. ‘Het maakt voor de daders van seksueel geweld niet uit of het slachtoffer Nuer of Dinka is, of van een andere etnie, en of ze sympathiseert met de regering of de oppositie wordt niet eens gevraagd.’

  • CC Gie Goris (BY NC 2.0) POC3, het kamp voor 50.000 ontheemden bij de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba CC Gie Goris (BY NC 2.0)
  • CC Gie Goris (BY NC 2.0) Het brood dat in POC3 verkocht wordt, moet aangekocht worden buiten het kamp. Dat is gevaarlijk, dus worden vrouwen erop uitgestuurd. CC Gie Goris (BY NC 2.0)
  • CC Gie Goris (BY NC 2.0) Chaplin Yuga voor zijn zelfgebouwde huisje en tussen de groeten die zijn vrouw plantte CC Gie Goris (BY NC 2.0)
  • CC Gie Goris (BY NC 2.0) Margareth Yangi wil terug naar huis, maar ze wil ook een betere toekomst voor haar dochters CC Gie Goris (BY NC 2.0)

Als Sarah Nyagang haar adres zou moeten opgeven, dan eindigt dat op POC-3. Wat doet het met een mens, als de gemeente waar je woont niet langer Ghabat El-Warran of Juaibor heet, maar Proctection of Civilians Site 3? Voor Sarah Nyagang betekent het letterlijk: bescherming voor zichzelf, voor haar dochters en haar kleinkinderen. Bescherming tegen de burgeroorlog, tegen het onvoorspelbare geweld, tegen de overstromingen, tegen de honger die steeds harder toeslaat in de binnenlanden van Zuid-Soedan.

Dat is heel wat, en ze is dan ook blij dat ze de tocht naar dit vluchtelingenkamp van bijna 50.000 inwoners aan de rand van de hoofdstad Juba gemaakt heeft. Maar ook hier is veiligheid relatief, zeker voor vrouwen en meisjes. ‘Het gevaar voor vrouwen is zowat overal’, zegt een medewerkster van Handicap International, die in POC3 steun geven aan de vele ontheemden met een handicap als gevolg van het militaire geweld of van de veralgemeende afwezigheid van degelijke gezondheidszorg in het land.

CC Gie Goris (BY NC 2.0)

POC3, het kamp voor 50.000 ontheemden bij de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba

‘Als vrouwen ’s nacht naar de toiletten moeten, of ze gaan overdag buiten het kamp hout sprokkelen om te kunnen koken, lopen ze echt gevaar op aanranding of verkrachting.’ Het seksueel geweld is in deze gevallen geen onderdeel van de oorlogsvoering -dat is het in het binnenland vaak wel, als de strijdende partijen de burgerbevolking aanvallen om de tegenpartij te treffen. ‘Het maakt voor de daders niet uit of het slachtoffer Nuer of Dinka is, of van een andere etnie, en of ze sympathiseert met de regering of de oppositie wordt niet eens gevraagd.’

Brood

Een paar straten bij Sarah Nyagang vandaan zitten drie broers in de schaduw van een luifeltje waaronder plastic zakjes vol brood hangen, voor 100 Zuid-Soedanese pond per zak. In Juba betaalt je daar 90 SSP voor, zegt een van hen. De broers wonen al sinds 2014 in POC3, nadat ze in 2013 voor het eerste geweld in Jonglei op de vlucht gingen. Ook zij zijn blij met de bescherming die de Verenigde Naties bieden, want ze beseffen hoe kwetsbaar ze zijn buiten het met scheermesjesdraad omheinde kamp. Nochtans zijn ze van die buitenwereld afhankelijk voor het brood waarmee ze hun bakkershandeltje drijven, want zelf bakken, daar hebben ze de ingrediënten, de oven en de energie niet voor.

‘Het is te gevaarlijk voor ons om zelf het brood aan te kopen buiten de omheining. Daarom gaan vrouwen naar buiten om de broden aan te kopen.’

‘Het is te gevaarlijk voor ons om zelf het brood aan te kopen buiten de omheining’, zegt de oudste. ‘Daarom gaan vrouwen naar buiten om de broden aan te kopen’, zeggen de broers. Het is een strategie om met onveiligheid om te gaan, al zal niet iedereen het een goede strategie vinden.

In totaal zijn er in Zuid-Soedan momenteel niet minder dan twee miljoen ontheemden -mensen die in eigen land op de vlucht zijn voor geweld, vervolging of honger. De meesten hebben niet het “geluk” opgevangen te worden in VN-kampen. Zij trekken in bij verwanten of proberen op eigen kracht een voorlopig nieuw bestaan op te bouwen.

CC Gie Goris (BY NC 2.0)

Het brood dat in POC3 verkocht wordt, moet aangekocht worden buiten het kamp. Dat is gevaarlijk, dus worden vrouwen erop uitgestuurd.

De regering in Juba ziet de kampen voor ontheemden liever vandaag dan morgen verdwijnen. Het zijn heel zichtbare tekenen van een land in burgeroorlog, het verzamelplaatsen van misnoegde burgers, en ze vormen de belangrijkste reden waarom de Verenigde Naties zo massaal aanwezig zijn in het land. Die aanwezigheid levert weliswaar onmisbare hulp en inkomsten op voor de overheid, maar ze zorgt ook voor voortdurende internationale politieke druk op de regering om tot een politiek vergelijk te komen met de oppositie. En daar wil politiek Juba voorlopig niet van weten, want men hoopt op een militaire overwinning op de oppositie.

Tijdens een korte ontmoeting met een groep mensen die door Handicap International ondersteund worden in POC3, wond een van de woordvoerders er in elk geval geen doekjes om: de politici moeten een einde maken aan het geweld en de onzekerheid, dan kan iedereen terug naar huis en er eindelijk werk gemaakt worden van de beloften die de nieuwe natie zes jaar geleden inhield.

Al werd tijdens diezelfde bijeenkomst ook meteen duidelijk dat terugkeren naar de toestand van voor de burgeroorlog voor heel wat mensen niet langer mogelijk is. De burgeroorlog wordt namelijk uitgevochten met gebruik van extreem geweld tegen burgers, die vervolgens geen beroep kunnen doen op goede en tijdige gezondheidszorg, met als resultaat dat de verwondingen die burgers of soldaten opliepen permanente handicaps worden.

***

Ook Margareth Yangi en haar man Chaplin Yuga hebben een adres dat hun vluchtelingenstatus meteen duidelijk maakt. Ze wonnen namelijk in Dorp 13 van Zone 3. Margareth vertrok in december al uit de boerderij in het district Kajo-Keji in met de zeven kinderen. Chaplin bleef nog, in de hoop de koeien, varkens en geiten te kunnen redden en de groenten te oogsten, maar uiteindelijk was zijn schuilplaats in de bossen rond het dorp niet veilig meer en moest ook hij alles achterlaten.

‘We houden niets over van alles wat we opgebouwd en gespaard hadden. Om ons leven te redden, moesten we alles achterlaten.’ 

‘We houden niets over van alles wat we opgebouwd en gespaard hadden’, zegt hij. ‘Om ons leven te redden, moesten we alles achterlaten.’ Ze zagen hoe kennissen afgemaakt werden door het regeringsleger en ze wilden het risico niet lopen om ook een gewelddadige dood te sterven.

Dorp 13 ligt in Oeganda, op enkele dagreizen van Kajo-Keji, en het is een onderdeel van wat meestal omschreven wordt als het tweede grootste vluchtelingenkamp ter wereld: Bidi Bidi. Maar in vergelijking met POC3 bij Juba, ziet Bidi Bidi er helemaal niet uit als een vluchtelingenkamp, en Zone 3 nog minder dan andere delen van Bidi Bidi.

Geen eindeloze rijen witte tenten met groot opgedrukte logo’s van de donororganisaties, geen regimentering en letterlijke verwoestijning van de plek, geen rijen mensen die voor alles en nog wat afhankelijk zijn van wat humanitaire organisaties aanbieden.

CC Gie Goris (BY NC 2.0)

Chaplin Yuga voor zijn zelfgebouwde huisje en tussen de groeten die zijn vrouw plantte

Margareth en Chaplin wonen er in een klein, rond lemen huisje, dat ze zelf gebouwd hebben. En rond het huis hebben ze genoeg grond om wat okra, kikkererwten en andere groenten te telen. Niet de weelde van thuis, waar ze ook tomaten, sla, uien, cassave, maïs en aubergines teelden, maar toch: de nederzetting van zo’n zevenhonderd families ziet eruit als een dorp en mannen en vrouwen steken er de handen uit de mouwen om een nieuw bestaan op te bouwen.

Verfrissende aanpak van Oeganda

De Oegandese regering pakt de vluchtelingentoestroom aan met een Wir Schaffen Das waar Europa een mensenrechtenpuntje aan kan zuigen. Elk gezin krijgt een stuk grond om een huisje op te bouwen en om groenten op te telen. Soms zijn dat stukken van 50 op 50 meter, soms van dertig op dertig, maar dan krijgen ze elders toegang tot landbouwgrond. Er is natuurlijk ruimte in de noordelijke grensregio en de Zuid-Soedanese vluchtelingen zijn in zekere zin verwant aan de dorpsbewoners in Noord-Oeganda, maar toch is de aanpak zo verfrissend in een wereld waar vluchtelingen alleen maar omschreven worden als problemen en bedreigingen, dat Oeganda er internationaal de aandacht mee trekt.

Helemaal onbaatzuchtig is die aanpak niet, want alle donoren moeten dertig procent van hun middelen inzetten om ook de precaire levensomstandigheden van de lokale bevolking te verbeteren. Op die manier voorkomt de Oegandese regering een gevoel van ressentiment bij de bevolking die haar grond en schaarse voorzieningen met de nieuwkomers deelt, en hoopt ze een ontwikkelingsimpuls te creëren in een regio die erg afgelegen en achtergebleven is.

Chaplin denkt er voorlopig niet aan om terug te keren naar Zuid-Soedan, tenzij de burgeroorlog en het geweld echt eindigen.

Honger

Margareth is ook tevreden met de veiligheid die Bidi Bidi het gezin biedt, maar -ze zegt het niet spontaan, maar wel als antwoord op de vraag wat haar grootste zorg is vandaag- ze hebben honger. De voedseldistributie in de vluchtelingennederzettingen zijn teruggeschroefd en ze komen niet altijd of niet tijdig bij de nieuwere, verder afgelegen nederzettingen zoals de dorpen in de zones 3, 4 en 5. Ze kunnen momenteel maar één keer per dag eten, zegt ze, en dat doet haar zichtbaar pijn. ‘Ik hoop dat we van de ngo’s extra zaad krijgen’, voegt Chaplin daar aan toe. ‘Dan kan ik meer grond bewerken en hebben we meer en beter te eten.’ Vandaag bestaat het beperkte menu uit sorghum, bonen en olie.

‘De stroom vluchtelingen bereikte begin dit jaar een hoogtepunt met tot 5000 mensen per dag die de grens overstaken naar Oeganda.’

De toename van het aantal vluchtelingen in het noorden van Oeganda is het voorbije jaren explosief geweest. ‘De stroom vluchtelingen bereikte begin dit jaar een hoogtepunt met tot 5000 mensen per dag die de grens overstaken naar Oeganda’, zegt een hulpverlener. ‘Vandaag zijn er dat in de West-Nile provincie nog zo’n vijfhonderd per dag. Dat heeft niet te maken met een verbeterde situatie in Zuid-Soedan, wat de regering in Juba ook mag beweren, maar met het feit dat de grensdistricten intussen zo goed als leeggemaakt zijn.’

De Oegandese regering zegt dat ze in totaal zo’n 1,2 miljoen vluchtelingen opvangt vandaag, waarvan 72 procent afkomstig uit Zuid-Soedan en 18 procent uit de Democratische republiek Congo.

Om Oeganda te helpen het hoofd te bieden aan die grote groep vluchtelingen op zijn grondgebied organiseert de Oegandese regering samen met de Verenigde Naties op 22 en 23 juni een Solidarity Summit in de hoofdstad Kampala. Naast VN-secretaris-generaal Antonio Gutteres en VN Hoog Commissaris voor de Vluchtelingen Filippo Grandi, nemen ook enkele toppolitici uit de regio alsook de Belgische vice-premier en minister voor Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo deel aan de conferentie. Oeganda rekent op 2 miljard dollar bijkomende middelen om zijn inspanningen te financieren, De Croo en andere Europese donoren zullen zeker de nadruk leggen op de noodzaak om méér te doen om de bron van de vluchtelingenstroom aan te pakken.

Heel concreet zou een einde aan de burgeroorlog in Zuid-Soedan heel snel voor een vermindering van vluchtelingenaantallen kunnen zorgen, zegt de hulpverlener. ‘Want ook al worden de mensen in Oeganda waardig opgevangen, ze hadden het echt beter in Zuid-Soedan en de meesten zullen dan ook willen terugkeren zodra dat mogelijk is.’ Ook Margareth Yano en Chaplin Yuga willen terug naar huis, maar dat betekent niet dat ze terugkeren naar het leven zoals het ooit was.

CC Gie Goris (BY NC 2.0)

Margareth Yangi wil terug naar huis, maar ze wil ook een betere toekomst voor haar dochters

Tijdens het gesprek herhaalt Margareth voortdurend dat ze wil voorkomen dat het veertien jaar oude dochter te jong zou trouwen. Ze noemt het een echt veiligheidsrisico voor haar, want zo’n jong meisje wordt daar vaak ongelukkig van, beklemtoont ze. Hoe oud was ze zelf toen ze trouwde? ’15 jaar’, zegt Margareth. Maar dat is dus een leven waarnaar ze haar gezin liever niet laat terugkeren, of ze nu in Dorp 13, Zone 3, Bidi Bidi blijven wonen of toch opnieuw in Kajo Keji zouden gaan wonen. Voor haar is het geweld waartegen ze haar kinderen wil beschermen méér dan de burgeroorlog alleen -al was die wel de aanleiding om te vluchten.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.