Zaken doen in Congo is moeilijker dan elders. In een klimaat van wetteloosheid heb je bedrijven die niet aan de verleiding kunnen weerstaan om ethische grenzen te overschrijden. Maar er zijn gelukkig ook andere.
“Kaarstmis is dien dag dat ze niet schieten”. Wannes Van de Velde draait zich beslist om in zijn graf. In de o zo democratische republiek Congo is de situatie zo ontaard dat zelfs 25 december 2017 geboekstaafd wordt als een dag van geweld. Geweld met een boodschap. Geweld met een vlijmscherpe focus.
De volkswoede zwelt aan als een orkaan boven een hete oceaan. Alles wat de overheid doet voedt de verontwaardiging. Voor het eerste wordt een hele week van verzet gepland in Butembo.
Wil Congo ooit zijn enorme potentieel kunnen waarmaken, dan is daarvoor een heuse revolutie nodig. Niet op straat met geweld, maar in de hoofden en harten van overheden en hun ambtenaren.
Het geeft een ontzettend naar gevoel te weten dat de stad waar je leeft belaagd wordt door roversbendes zonder dat de overheid daar iets aan doet of de buitenwereld daar iets over weet. Gelukkig is er nog Mo* om er toch enige ruchtbaarheid aan te geven.
In één van de meest door onveiligheid geteisterde zones van Congo, de provincie Noord-Kivu, blijf je overal mensen tegenkomen die zoeken naar een betere toekomst voor hen en hun kinderen. Sommige ideeën komen wel uit een heel verrassende hoek.
De ontspoorde politici van Congo hebben een omgeving gecreëerd waarin vooral misdaad gedijt. De manier waarop de overheid denkt die te moeten aanpakken, laat iedereen perplex.
31 juli 2017 gaat de annalen in als een bewogen dag voor de hele niet zo Democratische Republiek Congo. In Butembo werden we de godganse dag geconfronteerd met de harde realiteit waarin de jeugd van Congo moet zien stand te houden.
De politieke impasse van Kinshasa kent in het binnenland vergelijkbare lokale varianten, door het mutisme van de leiders. Voor gelijkaardige problemen, gelijksoortige oplossingen?