‘Wij, nieuwkomers, hebben geen normaal leven’

Zaterdaginterview

Steeds meer mensen lopen risico op armoede, maar mensen met een migratie-achtergrond zijn extra kwetsbaar. Een nieuw onderzoek vroeg aan nieuwkomers wat hun ervaringen zijn, en ze antwoordden met aanbevelingen aan het beleid. Els Keytsman, Meryem Kanmaz en Leen Verraest reageren en denken mee na.

  • (c) Gie Goris (c) Gie Goris
  • (c) Gie Goris (c) Gie Goris

Stilte voor de storm, het is een gekend Nederlands gezegde. ‘Wij zeggen: “Na de storm, volgt de stilte”, maar in mijn leven woedt de storm al decennia en er lijkt geen einde aan te komen’, zegt een van de vrouwen die deelnam aan het onderzoek dat door beweging.net uitgevoerd werd in het kader een Europees project. Haar verhaal breekt een paar keer, al weet ze net haar tranen te bedwingen.

Ik probeer altijd weer te focussen op wat wel kan, in plaats van op alles wat weer mislukt’

Samen met nog een Marokkaanse en een Kameroense vrouw zetten ze de toon voor een gesprek over de impact van de crisis vanaf 2008 op het leven van een van de meest kwetsbare groepen in onze samenleving: de nieuwkomers, migranten met of zonder papieren die minder dan tien jaar in België zijn.

‘Ondanks de dagelijkse beperkingen waarop ik stoot, probeer ik toch altijd weer creatief te zijn en te focussen op wat wel kan, in plaats van op alles wat weer mislukt’, zegt Souma. En Marie-Sandra: ‘Wij komen nergens met onze diploma’s, er is steeds meer racisme en steeds minder werk. Maar ik heb kracht en ik heb vaardigheden.’

Vijftien nieuwkomers -negen vrouwen en zes mannen, uit Kameroen, Irak, Afghanistan, Albanië, Armenië, Marokko en Rusland- kwamen twaalf keer samen onder begeleiding van onderzoekers van beweging.net om hun ervaringen uit te wisselen. Ze wilden echter niet zomeer hun verhaal, nog eens, vertellen. Ze wilden zelf beter worden van hun deelname aan het onderzoek, en ze wilden dat iedereen in hun situatie ervan zou kunnen profiteren. Daarom bevat het rapport niet enkel academische conclusies, maar vooral politieke aanbevelingen.

Kort samengevat komen die neer op twee basisstellingen: investeer in mensen, en dus in omkaderende diensten en organisaties, en investeer in de veerkracht van de nieuwkomers, en zorg er dus voor dat uitsluiting en discriminatie effectief bestreden worden.

Bij de voorstelling van het rapport Our Life is Not Normal, vrijdagvoormiddag in het Antwerpse Zuiderpershuis, zorgden drie goed geplaatste vrouwen voor de eerste reacties:
Els Keytsman, huidig directeur van Unia en daarvoor zes jaar directeur van Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Meryem Kanmaz, die het voorbije anderhalf jaar voor het Minderhedenforum werkte aan een rapport over armoede bij vrouwen met migratie-achtergrond, dat binnenkort verschijnt onder de titel Give Her a Break.
Leen Verraest, algemeen directeur van het Agentschap Integratie en Inburgering van de Vlaamse Gemeenschap

Els Keytsman heeft bij het lezen van het rapport een heel sterk déjà-vu gevoel. ‘Alle verhalen die ik gedurende jaren bij Vluchtelingenwerk hoorde, komen terug in de citaten en conclusies van dit rapport. Onder andere de vreselijke barrière die de kennis van het Nederlands vormt om aan werk, een woning of gewoon erkenning te komen, en de bijna alomtegenwoordigheid van discriminatie op de woning- of arbeidsmarkt. Daarnaast herken ik ook de frustratie over de niet-erkenning van de diploma’s die veel mensen wel bezitten, maar dus niet kunnen gebruiken in onze samenleving –al is daar best wel behoefte aan. Vandaar ook het belang van vrijwilligerswerk, waardoor ze hun talenten kunnen inzetten én tegelijk onze geschreven en ongeschreven regels leren kennen.’

‘Zien we die verhalen niet? Of waarom slagen we er niet in ze breder bekend te maken? Dat zijn belangrijke vragen, want we voeren dagelijks een debat over deze mensen.’

Meryem Kanmaz vergelijkt dit rapport met haar eigen werk van het voorbije jaar. ‘Deze verhalen zijn géén gekende verhalen’, zegt ze. ‘Integendeel: wij weten zo weinig over nieuwkomers, dat het ook mij schokte, ook al heb ik zelf een migratie-achtergrond. Zien we die verhalen niet? Of waarom slagen we er niet in ze breder bekend te maken?

Dat zijn belangrijke vragen, want we voeren dagelijks een debat over deze mensen. Daarom is de aanpak van dit onderzoek zo verfrissend en belangrijk. Misschien is die focus op verhalen –vertellen, delen, begrijpen- wel vooral een vrouwelijke aanpak. In elk geval is de genderdimensie een heel belangrijk aspect voor iedereen die iets wil doen aan de situatie van nieuwkomers.’

Leen Verraest reageert vanuit de vaststelling dat er vanuit het beleid heel wat gebeurt, al beseft ze dat de moeilijkheden, het vallen en opstaan, het botsen op muren en het sturen van het kastje naar de muur allemaal realiteiten zijn waarmee nieuwkomers effectief te maken krijgen. ‘De centrale uitdaging is om de mazen van het opvangnet veel kleiner te maken, zodat er veel minder mensen door kunnen vallen. Er zijn trouwens veel verschillen binnen de groep “nieuwkomers” en het is door de specifieke groepen met toegesneden beleid te benaderen dat we ervoor zullen zorgen dat iedereen beter opgevangen wordt.’

De eerste aanbeveling van deze groep nieuwkomers is: investeer in mensen en hun talenten, en dus in de diensten die hen omkaderen en ondersteunen. Volgens de deelnemers wordt die omkadering de voorbije jaren echter afgebouwd én te veel ingeschakeld in politieke keuzes die het leven voor hen moeilijker maken.

Armoede komt zesmaal meer voor bij mensen met een migratie-achtergrond, werkloosheid vijfmaal meer, onregelmatige viermaal meer

Meryem Kanmaz: In het Vlaamse Armoedeplan vind je de begrippen “gekleurde armoede”, nieuwkomers of mensen met een migratie-achtergrond gewoon niet. Nochtans stelt de EU dat armoede zesmaal meer voorkomt bij mensen met een migratie-achtergrond. De werkloosheid is bij die groep vijfmaal hoger. De onregelmatige contracten komen bij hen viermaal meer voor. Toch doet de regering alsof armoedebestrijding voor iedereen dezelfde aanpak vraagt.

Leen Verraest: Het is niet abnormaal dat een beleid uitgaat van de verwachting dat het voor alle burgers in de samenleving geldt. De harde realiteit is natuurlijk dat dit vaak niet het geval is. Daarom wordt in verschillende beleidsdomeinen onderzocht of het beleid echt werkt voor iedereen, welke afkomst mensen ook hebben. De overheid investeert daarom bijvoorbeeld ook in initiatieven die werkgevers moeten helpen hun taalvereisten beter af te stemmen op de werkelijke vereisten op de werkvloer. Niet elke baan heeft hetzelfde niveau van kennis van de Nederlandse taal nodig.

Els Keytsman: We kunnen heel concrete zaken doen, die overigens heel goed aansluiten bij dit rapport. Om de breed verspreide discriminatie op de woningmarkt tegen te gaan, zijn gewoon meer praktijktests nodig. Want goede wetten werken alleen als je goede controlemechanismen nodig. Idem voor discriminatie op het werk of op de arbeidsmarkt.

***

Tijdens de discussie over de vraag wat er nodig is om de maatschappij opnieuw menselijker te maken, werpt Bert Dhondt van Welzijnszorg op dat het huidige beleid lijkt uit te gaan van de overtuiging dat nieuwkomers of mensen in armoede niet te veel comfort mogen voelen, zodat ze vanzelf wel geneigd zullen zijn om hard te werken om uit die onaangename zone weg te geraken. Nochtans, zegt Dhondt, ‘is net het tegenovergestelde waar: mensen kunnen maar aan toekomst werken, als ze voldoende verlost zijn van de dagelijkse stress om een woning, gezondheid, school voor de kinderen…’

Die stelling sluit nauw aan bij een van de kernbegrippen uit het rapport: veerkracht. Nieuwkomers zijn vechters en doorzetters, maar het zijn ook mensen die –ondanks de tegenslagen en soms de tegenwerking die ze onderwinden- welgemeende dankbaarheid ervaren tegenover de samenleving die hen nieuwe kansen biedt, hoe klein die ook zijn. Volgens het rapport biedt die veerkracht een enorme kans op integratie, als er tenminste in geïnvesteerd wordt. Maar hoe doe je dat?

Els Keytsman: Eind 2015 werden wij bij Vluchtelingenwerk letterlijk overspoeld door de bereidheid tot helpen en solidariteit met de vluchtelingen, naar aanleiding van de tentjes in het Maximiliaanpark en de foto van Alan Kurdi. Het is dus kwestie van die solidariteit aan te boren en vorm te geven. Gelukkig was minister van Welzijn Vandeurzen meteen bereid om bestaande instrumenten, zoals pleegzorg, in te zetten voor deze nieuwe noden. Als die bereidheid uit samenleving en beleid samengebracht wordt, ontstaat er een context waarin mensen hun veerkracht kunnen voeden, in plaats van dat die gebroken wordt door discriminatie en uitsluiting.

Er is wél nog veel draagvlak in de samenleving voor solidariteit met nieuwkomers, wat sommige politici ook mogen zeggen

Leen Verraest: Ook het Agentschap krijgt meer vragen dan we kunnen beantwoorden, maar dat is eigenlijk goed nieuws. Komen die vragen te laat? Ja, want die bedrijven en lokale en hogere besturen hadden twintig, dertig jaar geleden al actie moeten ondernemen. Maar het is goed dat er vandaag veel in beweging komt.

Want dat bewijst dat er wél nog veel draagvlak is in de samenleving voor solidariteit met nieuwkomers, wat sommige politici ook mogen zeggen. We gaan ook samen met de VDAB, en met Europese middelen, een project starten dat specifiek gericht is op hooggeschoolde nieuwkomers, om ervoor te zorgen dat al die mensen niet langer automatisch richting poetsdiensten gedraineerd worden.

Meryem Kanmaz: Het is goed dat er zaken bewegen, maar intussen zitten mensen zes jaar op de wachtlijst om een sociale woning te krijgen. Dat is een hele basisschool of secundaire onderwijsperiode voor een kind, dat heeft een enorme impact. Bovendien was de solidariteitsgolf vorig jaar toch heel erg gelinkt met onmiddellijke miserie. Daar reageert iedereen op, en dat is goed. Maar het wordt veel moeilijker als het daarna gaat om onvrijwillig deeltijdse arbeid, over een vrouw met vier kinderen, een man met te veel rugpijn om zwaar werk te kunnen doen…

Als we willen inzetten op de veerkracht van mensen, dan moeten we veel meer investeren in het middenveld

Als we willen inzetten op de veerkracht van mensen, dan zullen we echt veel meer moeten investeren in het middenveld, in de organisaties die mensen omkaderen en waar ze met hun echte zorgen en verhalen terecht kunnen, waar ze vaak ook zelf handelend aanwezig kunnen zijn.

Els Keytsman: Over dat middenveld heb ik een aantal keren gesproken met Pascal Debruyne die daarover onderzoek doet, en hij signaleert hoe groot het belang is van moskeeën –en kerken- voor veel mensen die door alle mazen van het net vallen, en hoe onzichtbaar en onbekend die bijdrage in de rest van de samenleving is. Vaak halen ze betere resultaten dan officiële instanties.

(c) Gie Goris

 

Een van de deelneemsters aan het onderzoek reageert op het beklemtonen van het belang van het middenveld met de opmerking dat dat allemaal goed en wel is, maar dat de overheid uiteindelijk verantwoordelijk blijft voor het welzijn en voor de kansen die mensen krijgen, inclusief de nieuwkomers. ‘Wat heb ik aan de hulp die de moskee biedt, als ik het gevoel heb dat ik daar niet thuis hoor? Wat heb ik aan de inzet van organisaties, als ik daar niet naartoe wil?’

Zorg voor een gezonde woning, voor waardig werk en voor degelijk onderwijs –voor iedereen

Els Keytsman: Ik denk dat Paula D’Hondt nog altijd gelijk heeft met haar nadruk op de drie W’s: wonen, weten, werken. Zorg voor een gezonde woning, voor waardig werk en voor degelijk onderwijs –voor iedereen. Ik merk ook in alle verhalen dat de kinderen centraal staan in het streven en de dromen van de nieuwkomers. Daar moeten we dus meer op inzetten.

Meryem Kanmaz: Misschien moeten we ook eens nadenken over wat er gebeurt als we toelaten dat de veerkracht van mensen breekt, want dat is wat gebeurd is met de tweede, derde, vierde generatie mensen met migratie-achtergrond. Dan slaat het vertrouwen om in wantrouwen, dan wordt inzet apathie en samenhang wordt isolatie.

De ellende van gebroken veerkracht bleef vroeger beperkt tot de wijken waar de mensen woonden, tot de scholen die al “zwart” waren. Vandaag wordt de dreiging van geweld die samenhangt met het gebrek aan perspectief en geloof in de toekomst zichtbaar en voelbaar in de hele samenleving. Deze wanhoop maakt misschien eindelijk duidelijk dat de hele samenleving faalt als jongeren geen toekomst zien.

Leen Vervaest: De centrale vraag is volgens mij: hoe kunnen de mensen, de organisaties, de overheden en de diensten die hier aanwezig zijn elkaar versterken? Al te vaak kennen we elkaar niet, maar verwijten we elkaar wel dat de zaken niet vooruit gaan.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.