200.000 Syrische vluchtelingenkinderen zitten niet op de schoolbanken

Meer dan 1,1 miljoen Syrische kinderen zijn vluchteling volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR). 75 procent van hen zijn jonger dan twaalf. De helft van de Syrische vluchtelingenpopulatie of  2,2 miljoen mensen zijn nu op de vlucht.

Het merendeel van hen leeft in Jordanië en Libanon, de Syrische buurlanden, die samen 60 procent van de vluchtelingen opvangen.  In 2013 hadden de VN en zijn partners contact met 250.000 kinderen in Jordanië en Libanon voor verschillende vormen van psychosociale ondersteuning.

UNHCR  brengt vandaag een rapport uit over de toekomst van kinderen in Syrië. Sinds de start van het conflict in maart 2011 is dit het eerste diepteonderzoek naar de situatie van Syrische vluchtelingkinderen. Een van de conclusies is dat veel Syrische vluchtelingenkinderen opgroeien in gebroken gezinnen en dat de kinderen vaak de broodwinners in het huishouden zijn. Meer dan 70.000 Syrische kinderen leven zonder een vader in het gezin en meer dan 3700 vluchtelingkinderen zijn wees of gescheiden van hun ouders.

‘Als we niet snel handelen zal een generatie van onschuldige kinderen blijvend slachtoffer worden van een afschuwelijke oorlog’, zegt VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen António Guterres.

In Jordanië werden tijdens het eerste half jaar van 2013 meer dan 700 Syrische vluchtelingenkinderen doorverwezen naar een ziekenhuis. In het Jordaanse  vluchtelingenkamp Za’atri werden meer dan 1000 kinderen behandeld voor verwondingen die ze tijdens de oorlog hebben opgelopen.

Onderzoekers ontvingen ook bericht over jongens die als strijdkracht getraind worden in voorbereiding op hun terugkeer naar Syrië.  Een aantal van de vluchtelingenkinderen wil  teruggaan naar Syrië om er te gaan vechten, vaak uit woede.

Werken om te overleven…

Een gebrek aan financiële middelen maakt dat Syrische kinderen vaak moeten werken om te overleven. Zowel in Jordanië als in Libanon zagen onderzoekers kinderen van zeven jaar oud die lange dagen werkten en weinig betaald kregen. Vaak ging het om werk in gevaarlijke omstandigheden of was er sprake van uitbuiting. In vluchtelingenkamp Za’atri, in Jordanië,  heeft het overgrote deel van de 680 winkels kinderen in dienst. Uit onderzoek in elf van de twaalf provincies in Jordanië bleek dat bijna een op twee vluchtelinghuishoudens gedeeltelijk of volledig afhankelijk is van het inkomen van een kind. In sommige gezinnen is het voor de ouders onmogelijk om werk te vinden  of genoeg te verdienen of zelf te werken omdat het fysiek, legaal of cultureel onmogelijk is.

29 procent van de vluchtelingenkinderen zegt de woning, een tent, een overvol appartement of een geïmproviseerd onderkomen maar eenmaal per week te verlaten.

… in plaats van op de schoolbanken zitten

Meer dan de helft van de vluchtelingenkinderen in Jordanië gaat niet naar school. Er wordt geschat dat in Libanon tegen het einde van het jaar zo’n 200.000 Syrische vluchtelingkinderen niet naar school gaan.

Dat heeft onder meer te maken met de capaciteit en de kosten van de scholen en met het transport erheen en de afstand. Ook de andere taal en het verschillende leerplan maken het schoolgaan niet zo eenvoudig.  Sommige kinderen gaan uit werken en kunnen daardoor geen les volgen of ze worden gepest of gewelddadig bejegend.  Het risico bestaat voor Syrië dat een hele generatie ongeschoold blijft.

Een recente enquête omtrent de geboorteregistratie in Libanon die UNHCR afnam van Syrische ouders onthulde dat 77 procent van de 781 zuigelingen geen officieel geboortecertificaat heeft. Dat document is nochtans een essentieel document in de strijd tegen staatloosheid, het is nodig om de leeftijd en de identiteit van een kind vast te leggen.

Exodus

De exodus van vluchtelingen naar de buurlanden is ook voor die buurlanden dramatisch. Libanon, zelf maar met vier miljoen inwoners, ving al 800.000 vluchtelingen op in twee jaar.

VN Hoog Commissaris voor de Vluchtelingen António Guterres en UNHCR Speciaal Gezant Angelina Jolie roepen de internationale gemeenschap op om de Syrische buurlanden te ondersteunen. Ook andere landen worden door hen dringend gevraagd om hervestiging en humanitaire hulp te bieden aan mensen die zich onveilig blijven voelen in ballingschap, en aan families met gewonde kinderen.