Aasgierfondsen vereisen internationale aanpak

De wet moet verhinderen dat commerciële kredietinstellingen nog langer beslag kunnen laten leggen op Belgisch ontwikkelingsgeld dat bedoeld is voor ontwikkelingslanden. Deze landen zijn echter niet gevrijwaard van deze praktijken. Volgens 11.11.11, de koepel van de Noord-Zuidbeweging, is hiervoor internationale regelgeving nodig.
De senatoren hebben daarom ook aanbevelingen aan de regering geformuleerd om de aasgierfondsen op middellange en lange termijn alsook op bilateraal niveau aan te pakken. 11.11.11 zal deze aanbevelingen aanscherpen en aanvullen. De voorstellen vragen onze regering om juridische bijstand te verlenen aan de landen die geviseerd worden door deze aasgierfondsen.
Ook zouden er internationale afspraken moeten worden gemaakt opdat de schulden van land tot land niet langer zouden worden doorverkocht aan deze aasgierfondsen. Het IMF zou ook een collectieve schuldenregeling voor arme landen moeten uitwerken, naar het voorbeeld van wat nu reeds kan voor ondernemingen in nood. 
‘Lijkenpikkers’
Open VLD-senator Paul Wille nam het initiatief voor de wet: ‘Het is toch al te pervers dat, terwijl ons land concrete projecten opzet met soms straatarme landen om hen te helpen, lijkenpikkers via juridische spitstechnologie beslag laat leggen op deze hulp. Dit kost mensenlevens. Zo ligt een watervoorzieningsproject dat proper drinkwater kan leveren aan 100.000 mensen momenteel stil’, zegt hij.
De Belgische ontwikkelingshulp in Congo-Brazzaville is bijvoorbeeld al sinds 30 december 2004 geblokkeerd. Toen liet het aasgierfonds Kensington International door een rechtbank van eerste aanleg in Brussel beslag leggen op meer dan 5 miljoen euro Belgisch ontwikkelingsgeld dat bestemd was voor het land. Bovendien wordt een uitspraak door de Brusselse rechter pas in januari of februari 2009 verwacht.