Afzet biobrandstoffen klein door ontbreken sluitend wettelijk kader
De Amerikaanse autobouwer Ford verwijt de Belgische overheid op het “87ste Salon voor Lichte Bedrijfs-, Vrijetijdsvoertuigen en Moto’s” in Brussel dat er nog steeds geen afgewerkt legaal kader voor biobrandstoffen is.
Steven Vanden Bussche . 17 januari 2009
Ondertussen moeten de Belgische biobrandstofproducenten ruim 70 procent van hun productie noodgedwongen in het buitenland verkopen.
Sedert 2006 produceren Ford, Volvo en Saab wagens die rijden op E85. Dat is een brandstofmix met een hoog percentage (85%) ethanol en de rest benzine. Toch is er in België welgeteld één tankstation die E85 verkoopt: Octa+ in Oudergem.
Daarnaast wordt wel brandstof verkocht met een zogenaamd laagpercentage biobrandstof. Toch gaat het enkel om de brandstof van verdeler Total, die ongeveer acht procent biobrandstof bevat. De overheid kende in september 2006 een aantal bedrijven licenties toe om biobrandstoffen te produceren, maar het stimuleert de brandstofverdelers niet om die onder hun producten bij te mengen.
Zo is het nog steeds wachten op de homologatie van E85 als officiële brandstof in België, is er geen enkele verplichting voor het bijmengen voor biobrandstoffen in België en is de fiscale vrijstelling voor de laagpercentage biobrandstof maar partieël.
“Er is dus wel degelijk biobrandstof te verkrijgen, al gaat het in ons land enkel om de lagere percentage biobrandstoffen” verduidelijkt professor Wim Soetaert van de Ugent.
“Maar omdat er geen verplichting is tot het bijmengen hangt het gebruik af van de goodwill van de petroleumboeren. Die zien het zonder stimulans niet zitten om biobrandstoffen bij hun producten te mengen en via hun circuits te verdelen. In de ons omringende landen gebeurt dat wel, omdat er net een bijmengverplichting is. De federale overheid moet hierin haar verantwoordelijkheid nemen.”
Ondertussen is het ontbreken van een wettelijk kader niet alleen voor de autoconstructeurs zeer frustrerend, ook de producenten van biobrandstoffen kunnen nauwelijks met hun product in eigen land weg.
“Ongeveer 70 procent van de productie wordt noodgedwongen in het buitenland verkocht, de rest vloeit bijna allemaal naar Total,” merkt Wim Soetaert op.
“Jaarlijks produceert het Gentse Bioro en Oleon samen 300.000 ton biodiesel en Alco Bio Fuel (Gent) en Tate & Lyle (Aalst) zowat 200.000 kubieke meter bio-ethanol. Binnenkort opent in het Waalse Wanze een installatie die jaarlijks 250.000 bio-ethanol kan produceren. Dus worden in België grote volumes biobrandstoffen geproduceerd, maar door het ontbreken van sluitend wettelijk kader is er nauwelijks een afzetmarkt in eigen land.”
Sedert 2006 produceren Ford, Volvo en Saab wagens die rijden op E85. Dat is een brandstofmix met een hoog percentage (85%) ethanol en de rest benzine. Toch is er in België welgeteld één tankstation die E85 verkoopt: Octa+ in Oudergem.
Daarnaast wordt wel brandstof verkocht met een zogenaamd laagpercentage biobrandstof. Toch gaat het enkel om de brandstof van verdeler Total, die ongeveer acht procent biobrandstof bevat. De overheid kende in september 2006 een aantal bedrijven licenties toe om biobrandstoffen te produceren, maar het stimuleert de brandstofverdelers niet om die onder hun producten bij te mengen.
Homologatie
Zo is het nog steeds wachten op de homologatie van E85 als officiële brandstof in België, is er geen enkele verplichting voor het bijmengen voor biobrandstoffen in België en is de fiscale vrijstelling voor de laagpercentage biobrandstof maar partieël.
“Er is dus wel degelijk biobrandstof te verkrijgen, al gaat het in ons land enkel om de lagere percentage biobrandstoffen” verduidelijkt professor Wim Soetaert van de Ugent.
“Maar omdat er geen verplichting is tot het bijmengen hangt het gebruik af van de goodwill van de petroleumboeren. Die zien het zonder stimulans niet zitten om biobrandstoffen bij hun producten te mengen en via hun circuits te verdelen. In de ons omringende landen gebeurt dat wel, omdat er net een bijmengverplichting is. De federale overheid moet hierin haar verantwoordelijkheid nemen.”
Buitenland
Ondertussen is het ontbreken van een wettelijk kader niet alleen voor de autoconstructeurs zeer frustrerend, ook de producenten van biobrandstoffen kunnen nauwelijks met hun product in eigen land weg.
“Ongeveer 70 procent van de productie wordt noodgedwongen in het buitenland verkocht, de rest vloeit bijna allemaal naar Total,” merkt Wim Soetaert op.
“Jaarlijks produceert het Gentse Bioro en Oleon samen 300.000 ton biodiesel en Alco Bio Fuel (Gent) en Tate & Lyle (Aalst) zowat 200.000 kubieke meter bio-ethanol. Binnenkort opent in het Waalse Wanze een installatie die jaarlijks 250.000 bio-ethanol kan produceren. Dus worden in België grote volumes biobrandstoffen geproduceerd, maar door het ontbreken van sluitend wettelijk kader is er nauwelijks een afzetmarkt in eigen land.”
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Wereldblog
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Reportage
-
Nieuws