Angola krijgt cholera niet onder controle

Angola heeft de snelst groeiende economie in Afrika, maar de hoofdstad Luanda vecht al sinds februari tegen de cholera, een typische ziekte van arme mensen. Betere wegen maken dat de plaag zich in de rest van het land kan verspreiden.
De cholera-epidemie kost gemiddeld elke dag 25 mensen het leven. Tot dinsdag waren er volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) al 1.034 mensen aan de ziekte gestorven. De epidemie neemt nog snel uitbreiding: dinsdag telde de WGO 1.000 nieuwe gevallen in 10 van de 18 provincies van het land. Zowat de helft van de meer dan 25.000 gevallen die tot hiertoe werden gemeld, doen zich voor in de hoofdstad. Maar de epidemie woedt ook in hevig in de provincies Benguela, Cuanza do Norte, Bengo en Malange.

De eerste patiënt met de typische verschijnselen - overvloedig braken en diarree - dook op 13 februari op in een armenwijk in Ingombotas, vlakbij de haven van Luanda. Daarna breidde de ziekte zich snel uit naar andere arme delen van de hoofdstad. Intussen slaat de epidemie ook in steeds meer andere provincies toe.

Angola telt slechts 15 miljoen inwoners, maar daarvan wonen er 7 miljoen in de hoofdstad. Veel nieuwe inwoners moesten hun dorpen op het platteland verlaten tijdens de 27 jaar durende burgeroorlog die in 2002 eindigde. Toen de Portugese kolonisatoren Luanda in de helft van vorige eeuw zijn huidige vorm gaven, hielden ze rekening met 700.000 inwoners. Vijf miljoen inwoners van de Angolese hoofdstad hebben geen sanitair en geen toegang tot zuiver drinkwater. De krottenwijken waar ze wonen vormen een ideale broeihaard voor cholera, een erg besmettelijke ziekte die via vuil water en levensmiddelen die daarmee in aanraking komen wordt overgedragen.

Angola is een belangrijke diamantproducent en de grootste aardolieproducent van zwart Afrika na Nigeria. Nu de burgeroorlog voorbij is en de hoge olieprijzen de schatkist spijzen, gaat er veel geld naar de heropbouw van het land. Maar ironisch genoeg werkt dat de verspreiding van cholera in de hand. “Tijdens de oorlog raakte de ziekte nooit weg uit de hoofdstad”, zegt Richard Veerman, het hoofd van de missie van Artsen zonder Grenzen in Angola. “Nu zijn er nieuwe wegen en reizen de mensen veel meer. De ziekte volgt de beste wegen.”

Zonder enige behandeling sterft volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een kwart tot de helft van de cholerapatiënten. Goede geneeskundige zorgen dringen dat aandeel terug tot één à twee procent. Nu bedraagt het sterftecijfer in Angola iets meer dan vijf procent - het gemiddelde voor het Afrikaanse continent.

De Europese Unie zegde op 27 april al 1,5 miljoen euro noodhulp toe voor Angola. Die wordt verdeeld via de Wereldgezondheidsorganisatie, het VN-Kinderfonds Unicef en hulporganisaties als Artsen zonder Grenzen.

Angola heeft nog met meer onheil af te rekenen. Sinds maandag is het oosten van de rest van het land afgesneden doordat de enige brug over de rivier de Samba instortte. Dat is een gevolg van de hevige regenval in de provincie Malange. Waarschijnlijk duurt het minstens een maand voor de belangrijke verbinding weer hersteld is. De inwoners van het oosten van Angolazijn afhankelijk van levensmiddelen en brandstof die via Luanda worden aangevoerd. (PD/ADR)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.