Australië laat duurzame energie links liggen

Sinds drie jaar heeft de Australische regering verplichte doelstellingen voor hernieuwbare energiebronnen. Die stellen dat wind, water en andere onuitputtelijke energiebronnen tegen 2010 twee procent van de stroomtoevoer moeten leveren. Omdat het tijd was om de doelstellingen opnieuw vast te leggen, buigt de regering zich opnieuw over de kwestie. Milieuorganisaties en de duurzame energiesector dringen aan op tien procent tegen 2010. Maar een regeringscommissie, voorgezeten door een conservatieve ex-senator uit de provincie Northern Territory, ziet geen noodzaak om op korte termijn meer te investeren in windmolens. Ze beveelt aan om het aandeel van windenergie pas op te voeren tot vier procent tussen 2010 en 2020.

Australië neemt niet deel aan de internationale CO2-reducties in het kader van het Kyoto-verdrag. Daarom is het opvoeren van het aandeel duurzame energie niet meteen een dwingende noodzaak. Vorig jaar draaide de Australische regering de geldkraan dicht voor het enige onderzoekscentrum voor duurzame energie in Australië. Eerder deze maand bevestigde Milieuminister David Kemp dat hij het milieuagentschap van de overheid opgedragen heeft om geen verder onderzoek te doen naar de emissiehandel, dat de kern vormt van de uitvoering van Kyoto.

De beslissing om de status quo te behouden is in economisch opzicht onverstandig, vindt Greenpeace Australië. Windenergie zit wereldwijd in de lift. De laatste vijf jaar is de wereldwijde capaciteit van windenergie verviervoudigd - in 2002 trok de sector 7 miljard dollar aan investeringen aan. De groei zal in de toekomst het sterkst zijn in Azië, meent de milieuorganisatie. In een recent rapport stelt Greenpeace Australië dat er een groeiende vraag naar windenergie is in India en China; ook Japan voert een duurzaam energiebeleid.

De expansie van windenergie in de regio is onvermijdelijk, zegt ook de Australian Wind Energy Association (AusWEA). Professor Karl Mallon : Japan, Nieuw-Zeeland en Korea hebben allen de ambitie om centra voor windenergie te worden. India heeft al een aanzienlijke productiecapaciteit en in Japan staan grote bedrijven als Mitsubishi klaar om de windmarkt te betreden. Volgens Mallon verspeelt Australië zijn kansen om de leider te worden in de productie van onderdelen voor windmolens. NEG Micon, een bedrijf dat windturbines produceert, vreest dat Australië de boot mist en dat de Filipijnen en Nieuw-Zeeland het productiecentrum zullen worden als de windsector op kruissnelheid komt.

De traditionele energiesector vindt twee procent intussen te hoog gegrepen. De conservatieve denktank Institute of Public Affairs (IPA) - gefinancierd door mijnbouw, olie- en aluminiumbedrijven - vindt dat de Australische overheid te veel investeert in duurzame energie. De doelstelling van 2 procent extra (na 2010) zal de belastingdruk op energie doen stijgen tot 380 miljoen dollar per jaar. Dat geld zal gebruikt worden voor een geldverslindende oplossingen,” stelt de IPA.