Aziatische gasdeal met Myanmar ondergraaft EU-sancties

“De Amerikaanse en Europese sancties zijn zo ongeveer de enige maatregelen die de groeiende kracht van het militaire regime in Myanmar (het voormalige Birma) hebben vertraagd.” Dat zegt Jeremy Woodrum, campagnedirecteur van U.S. Campaign for Burma. “Het probleem is nu dat het niet langer westerse investeerders zijn die de gasvoorraden aanboren voor productie.”
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) roept Zuid-Korea en India daarom op hun plannen te herzien. De organisatie verwacht dat de aanleg van gaspijpleidingen in Myanmar gepaard zal gaan met dwangarbeid, landonteigening en geweld tegen dorpsbewoners. Human Rights Watch besluit dat op grond van ervaringen met eerder gas- en olieprojecten in Myanmar.
“Het Birmese leger is berucht om het gebruik van geweld en dwangarbeid”, aldus Arvind Ganesan, directeur van het handel en mensenrechtenprogramma van HRW in een verklaring. “De aanleg van meer gaspijpleidingen in Myanmar zal waarschijnlijk leiden tot meer zakkenvullerij door militaire leiding van het land, terwijl duizenden burgers eronder zullen lijden.”
De pijpleidingen waar HRW op doelt, zijn onderdeel van een project rond de Shwe (Gouden) Gasvelden. Die velden worden tot ontwikkeling gebracht door een consortium van Zuid-Koreaanse en Indiase bedrijven, die daarvoor een partnerschap aangingen met de Birmese militaire junta. De Gouden Gasvelden liggen voor de kust van de staat Arakan in het westen van Myanmar.
Aanjager van het Shwe Gasproject is het Zuid-Koreaanse Daewoo International. Veertien leidinggevenden van Daewoo moesten deze maand voor de rechter verschijnen, op beschuldiging van het bouwen van een illegale wapenfabriek in centraal-Myanmar.
Human Rights Watch wijst erop dat fiscale transparantie en verantwoording zo goed als afwezig zijn in projecten die gefinancierd worden door de Myanmarese overheid. Bij het consortium zijn verder diverse staatsbedrijven in India en Zuid-Korea betrokken.
De waarde van de Shwe-gasvoorraden ligt naar schatting tussen 37 en 52 miljard dollar. De Myanmarese junta geeft het grootste deel van de gasinkomsten uit aan het leger, terwijl het wereldwijd tot de landen behoort die het minste uitgeven aan sociale voorzieningen.