Aziatische groei drijft theeprijs op

Een kilogram zwarte thee was volgens de FAO in 2011 gemiddeld 2,85 dollar(2,12 euro) waard. De vraag naar zwarte thee, het leeuwendeel van de wereldproductie, is al sinds 2009 hoger dan het aanbod.

Voor exportlanden als Kenia, Sri Lanka, China en India is dat goed nieuws. In 2011 stegen hun exportinkomsten uit thee door de sterke vraag met 2,2 procent. Dat geld stroomt bovendien vooral naar plattelandsgebieden, die voor het overige minder sterk groeien.

Evenwicht

Het mondiale verbruik van thee steeg in 2010 – het laatste jaar waarover cijfers bekend zijn – met 5,6 procent tot 4 miljoen ton. China nam daarvan 1,06 miljoen ton voor zijn rekening, India 828.890 ton.

De wereldproductie steeg met 4,2 procent tot 4,1 miljoen ton in 2010. China blijft met een productie van 1,4 miljoen ton ‘s werelds grootste producent.

De Intergouvernementele Groep over Thee van de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) verwacht dat vraag en aanbod de komende jaar naar elkaar toe zullen bewegen. Het overaanbod dat het grootste deel van het afgelopen decennium kenmerkte, zal daardoor verdwijnen, waardoor de prijzen vrij hoog zullen blijven. Dat zal echter niet gebeuren als de producenten te enthousiast reageren op de huidige sterke prijzen.

De Groep verwacht dat de productie van zwarte thee de komende tien jaar met 1,87 procent per jaar zal toenemen, tot een totaal van 3,28 miljoen ton in 2021. De vraag zal iets sneller groeien, waardoor de markt tegen 2021 bijna in evenwicht zal zijn. Dat zou een gemiddelde prijs van 2,75 dollar (2,04 euro) per kilogram opleveren.

De productie van groene thee groeit naar verwachting met ongeveer 7,2 procent per jaar. Binnen tien jaar kan de wereldproductie van die soort al 2,6 miljoen ton bedragen. 2,3 miljoen daarvan zal in China geteeld worden.