Azië heeft dringend wegen en havens nodig

Azië zou per jaar meer dan 150 miljard euro moeten vinden voor alle infrastructuurprojecten die zich opdringen, rekent de Escap, een regionaal orgaan van de Verenigde Naties, voor. Tot hiertoe is de Aziatische Ontwikkelingsbank (AsDB) de enige openbare instelling die in heel de regio ontwikkelingsprojecten financiert. Maar de AsDB stelt per jaar maar 4,7 miljard euro ter beschikking. Andere openbare en private bronnen leveren nog eens 34 miljard euro op voor ontwikkelingsprojecten in het algemeen, schat de Escap. Het tekort is dus schrijnend.

Azië groeit snel, maar de ontwikkeling van de infrastructuur blijft achter, waarschuwt Kim Hak-Su, het hoofd van de Escap. De in 1966 opgerichte AsDB kan die financiële uitdaging volgens hem niet aan. Ik geloof dat concurrentie goed zou zijn. Het zou de AsDB stimuleren om beter te doen. Een Aziatische Investeringsbank zou projecten van private ondernemingen kunnen meefinancieren en garanties bieden aan private investeerders. Op die manier kan de nieuwe instelling de financiële sector in Azië versterken, oordeelt Kim. De Aziatische Ontwikkelingsbank mag tot hiertoe alleen geld uitlenen aan regeringen. Als voorbeeld voor de nieuwe instelling zou de Europese Investeringsbank kunnen fungeren. De Escap ontvouwde het voorstel op haar jaarvergadering, die woensdag werd besloten.

De VS en Japan hebben al negatief gereageerd. We zien de noodzaak van een nieuwe instelling niet in, verklaarde Richard Behrend, het hoofd van de Amerikaanse delegatie op de jaarvergadering. Itsunori Onodera, de Japanse delegatiechef, wil eerst een beter zicht op de financieringsbehoefte. Efficiënt lijkt de oprichting van een tweede instelling hem niet. Japan en de VS zijn de grootste geldschieters van de Aziatische Ontwikkelingsbank.

Maar een rist Aziatische ontwikkelingslanden is wel gewonnen voor het plan. Een erg interessant idee, zegt Kassymzhomart Tokaev, minister van Buitenlandse Zaken van Kazachstan en de voorzitter van de jaarvergadering. Ik ben het niet eens met de tegenstanders die zeggen dat een Investeringsbank het werk van de Ontwikkelingsbank nog eens zou overdoen. Dat vindt ook Yung Chul Park, de directeur van het Centrum voor Internationale Handel en Financiën van de Nationale Universiteit in het Koreaanse Seoul. De nieuwe instelling zou leningen toestaan aan privé-bedrijven. De AsDB heeft daar geen ervaring mee, en dus kan er even goed een nieuwe instelling met een eigen mandaat worden opgericht.

De voorstanders wijzen erop dat de Aziatische Ontwikkelingsbank niet genoeg middelen heeft om grote grensoverschrijdende infrastructuurprojecten naar behoren te financieren. Een voorbeeld is de Aziatische Snelweg, een netwerk van goede wegen van 140.000 kilometer dat 32 Aziatische landen met elkaar moet verbinden, van Japan tot Georgië. De AsDB financiert tot hiertoe alleen de verbinding tussen Vietnam en Birma en tussen Thailand en Zuid-China.

Azië heeft het vooral sinds de financiële crisis van 1997 moeilijk om infrastructuurprojecten gefinancierd te krijgen, zegt Raj Kumar, het hoofd van de Afdeling Armoede en Ontwikkeling van de Escap. In 1997 bracht de regio nog 31 miljard euro bijeen voor dergelijke projecten; in 2003 was dat verminderd tot 9 miljard euro.

De Escap hoopt op zijn volgende jaarvergadering in Indonesië nog meer landen achter het voorstel voor een Aziatische Investeringsbank te krijgen. Het thema van die bijeenkomst is de financiering van infrastructuurprojecten in Azië. (PD/MM)