Bangkok start miljoenenoffensief tegen mensenhandel

We moeten de slachtoffers van de smokkelaars onderscheiden, zo verklaarde de Thaise president Thaksin Shinawatra vrijdag op een Nationale Conferentie over Mensenhandel. De slachtoffers hebben niets verkeerd gedaan. Ze kunnen de bewijzen leveren om tot vervolging over te gaan. Mensenhandel is geen gewone misdaadvorm, maar het equivalent van moord.

Nog niet zo lang geleden beschouwde de Thaise politie de slachtoffers als misdadigers, omdat ze de arbeids- of migratiewet overtraden. Nu wil de regering er 12,5 miljoen dollar tegenaan gooien en met de buurlanden Birma, Cambodja en Laos samenwerken om te voorkomen dat hun burgers naar Thailand worden gesmokkeld. In oktober gaan de staatshoofden uit de regio een plechtige verklaring ondertekenen om de smokkelcyclus te
doorbreken.

Waarnemers schrijven het Thaise offensief tegen de mensenhandel toe aan Amerikaanse druk. In het jaarlijkse rapport Trafficking in Persons van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken had Thailand dit jaar een minder goede score gekregen. Het land was verdwenen uit de categorie van landen die hun best doen om minimale standaarden in de strijd tegen mensensmokkel overeind te houden. Thailand werd verbannen naar een lijst met landen die in het oog moeten worden gehouden.

Daarmee was Thailand in het gezelschap gekomen van Laos en Vietnam. Enkel Birma krijgt van de VS een nog lagere score, die aanleiding kan geven tot
sancties. Cambodja kreeg na slechte punten in de vorige jaren een betere score dan Thailand.

Schattingen gaan ervan uit dat elk jaar 600.000 tot 800.000 mensen over de staatsgrenzen worden gesmokkeld, 250.000 onder hen in Zuidoost-Azië. Ze
krijgen de belofte dat ze in een restaurant kunnen werken, maar eindigen meestal in een bordeel. Thailand vervult inzake mensenhandel een driedubbele functie. Het is zowel bron-, doel- als doorvoerland voor menselijke smokkelwaar.

Mensenrechtenactivisten wijten het misbruik aan een falend schoolsysteem. Twintig procent van de kinderen verlaat de school voor het zesde
onderwijsjaar, zegt Saisuree Chutikul van de nationale subcommissie voor handel in vrouwen en kinderen. De ngo’s reageren niettemin overwegend
positief op de plannen van de regering. (MC/MM)