Belgen nog lang niet weg uit Afghanistan

Minister van Buitenlandse Zaken Reynders en minister van Defensie De Crem brengen dit weekend een kort bezoek aan Afghanistan om de komende Navo-top in Chicago voor te bereiden. De terugtrekking van Navotroepen tegen 2014 betekent nog niet dat er geen Belgische militaire aanwezigheid meer zal zijn in de jaren daarna, zegt Reynders.

De eerste stop tijdens het bezoek van beide ministers was Kunduz, waar de Belgische militairen al jaren samenwerken met onder ander Duitse troepen. Tijdens een gesprek op de militaire basis maakte minister Reynders duidelijk met welke opties en vragen hij Afghanistan bezoekt en op 20 mei naar Chicago zal afreizen, in gezelschap van minister De Crem en premier Di Rupo. ‘De Verenigde Staten hebben ons wel gezegd dat ze van België een jaarlijkse bijdrage van 15 miljoen dollar verwachten om het Afghaanse leger in staat te stellen de opstand te blijven bestrijden. Maar het is nog niet duidelijk of wij die bijdrage louter financieel moeten leveren of dat er ook bijdrage in de vorm van personeel in zit.’ Reynders benadrukt ook dat het essentieel is dat er sluitende afspraken zijn met de Afghaanse regering voordat België bereid is om jarenlang bij te dragen tot het militaire budget van dit land.

Reynders: ‘We willen garanties op het vlak van goed bestuur en het respect voor de mensenrechten. Met name de rechten van vrouwen liggen ons na aan het hart, het gaat tenslotte om meer dan 15 miljoen mensen die door het talibanregime voor 2001 vreselijk behandeld werden. We kunnen niet riskeren dat we terug afglijden naar die situatie.’ Op de vraag hoe België kan voorkomen dat de garanties van president Karzai louter bestaan uit goedkope woorden, antwoordde Reynders dat hij wil praten over een duidelijk protocol dat een voortdurende evaluatie en opvolging mogelijk maakt.

Bescherming blijft nodig

Naast de bijdrage voor het Afghaanse leger belooft België ook dat het zijn ontwikkelingssamenwerking –vorig jaar goed voor 12 miljoen euro- op peil zal houden en dat de regering bereid is om ook na 2014 te blijven zorgen voor de vorming en begeleiding van soldaten en ambtenaren. ‘Indien er behoefte is aan voortdurende vorming, mentoring en begeleiding van onder andere het Afghaanse leger, dan zou ik liefst zien dat die taak door de Navo opgenomen wordt’, aldus nog Reynders. ‘Maar de consequentie daarvan is dat de Navo ook aanwezig blijft met voldoende en goed uitgeruste troepen om die trainers bescherming te geven, zoals nu ook gebeurt. Het is dus niet uitgesloten dat er ook na 2014 Belgische militairen actief blijven in Afghanistan. Alleen zullen het geen gevechtstroepen zijn, dat is duidelijk afgesproken.’

Minister van Defensie Pieter De Crem bevestigde tijdens het bezoek aan de Belgen in Kandahar dat het ondenkbaar zou zijn om militairen of burgers in Afghanistan te stationeren zonder daar de nodige bescherming aan toe te voegen. Op de vraag of dat mogelijk ook inhoudt dat er Belgische F-16’s gestationeerd blijven in Afghanistan na 2014 bleef De Crem opvallend vaag: ‘Ik ben geen vragende partij. Eind 2014 zullen de zes F-16’s gedurende zes jaar actief geweest zijn in Afghanistan. Dat lijkt me mooi genoeg en het heeft ons al zeker het imago van een betrouwbare bondgenoot opgeleverd. Maar ik sluit de inzet van F-16’s vanaf 2015 ook niet per se uit, alles hangt af van de vraag en de behoeften. Maar het kader zal in elk geval anders zijn.

De Crem voegde daar tegenover MO* nog aan toe dat hij wél vragende partij is –en was- voor een grotere civiele inbreng in het hele ISAF-engagement in Afghanistan. ‘Ik vraag niet liever dan dat Justitie, Binnenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Defensie tot een grotere gezamenlijkheid komen. Nederland slaagt daar wel in en heeft met slechts 200 mensen op het terrein dan ook een hele grote en zichtbare impact. In België zijn we wat dat betreft nooit verder geraakt dan grote woorden.’

Niet langer hearts and minds

MO* had ook een gesprek met de gouverneur van Kunduz, Mohammad Anwar Jekdalek. Die benadrukte dat de Afghaanse veiligheidsdiensten klaar zijn om het werk van de ISAF over te nemen ‘indien de internationale gemeenschap voor de financiering en uitrusting van het leger blijft zorgen’. De paraatheid van de Afghaanse soldaten is in alle internationale toespraken en standpunten uitgegroeid tot een artikel van geloof, waarop de terugtrekkingsstrategie gefundeerd wordt. Off the record zijn niet alle betrokken militairen daar zo optimistisch over.

Gevraagd naar de redenen voor de opvallende doorbraak van de opstand rond Kunduz in de jaren na 2007, antwoordde gouverneur Jekdalek dat de grootste fout van de internationale gemeenschap en de Afghaanse regering geweest is ‘dat ze toegestaan hebben dat buurlanden zich met de Afghaanse realiteit bleven bemoeien’. Dat mag gelezen worden als een ondubbelzinnige aanklacht tegen de inmenging door Pakistan, bevestigde Jekdalek. De Duitse vertaler voegde er echter aan toe dat ook de grenzen met Oezbekistan en Tadzjikistan voor problemen zorgen –onder andere omwille van de activiteiten van smokkelnetwerken.

Intussen wordt de opdracht van de Belgische militairen wel stevig bijgesteld. De ontmijners worden veel minder ingeschakeld omdat hun werk steeds vaker gebeurt door Afghaanse ontmijners. De militairen die het civiele werk van de Provincial Reconstruction Teams in Kunduz doen, komen minder in de dorpen en al helemaal weinig in de dorpen die niet langs de grotere wegen liggen. Eerste luitenant Mieke Laperra: ‘Vroeger zouden we vrij snel reageren op de vragen vanuit het dorp om een school, een waterput of een brug te bouwen. Dat was belangrijk voor het imago van de ISAF. Vandaag doen we dat soort zaken bijna niet meer. Ook civiel zitten we in een transitielogica en willen we zowel de bevolking als de autoriteiten opvoeden tot eigen verantwoordelijkheid.’

In Kandahar vertelt luitenant Mark Scheen dat de Belgen ook een vormende rol spelen tegenover de in opbouw zijnde Afghaanse luchtmacht. Volgens hem verloopt die opleiding zo voorspoedig dat de rol van leerkracht stilaan vervangen wordt door die van coach.

Precair

De toestand in Afghanistan blijft intussen erg precair. De veiligheidsanalyses veranderen van uur tot uur en ook waar het momenteel relatief rustig is, zoals rond Kunduz, kan een klein incident tot grote crisissen leiden. Gouverneur Jekdalek zet wel zijn meest optimistische glimlach op: ‘We hebben gisteren zelfs een voetbaltornooi tussen vier noordelijke provincies kunnen organiseren! Dat bewijst hoe goed we de situatie onder controle hebben.’ Toch is de gouverneur er niet helemaal gerust op. Niet verwonderlijk: hij kwam anderhalf jaar geleden in functie nadat zijn voorganger vermoord werd door de opstandelingen. Straks zijn de ISAF-militairen niet meer beschikbaar om zijn positie te verdedigen. Als het Afghaanse leger zo paraat is als hij beweert, heeft hij niets te vrezen. Anders…

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.