Biodiesel brengt licht in Amazonewoud
De bewoners van het Braziliaanse oerwoud kunnen binnenkort zelf een alternatief produceren voor de dure diesel waarmee ze nu stroom opwekken. In Carauarí, een stadje van 25.000 inwoners dat alleen via de lucht of de rivier te bereiken is, begint dit jaar een fabriek te draaien waar biodiesel gemaakt wordt uit de vruchten van in het wild groeiende palmsoorten. Het project werd vijf jaar geleden in de steigers gezet, nog voor de dramatische stijging van de brandstofprijzen.
Mario Osava . 29 juli 2008
Carauarí ligt op 1600 kilometer varen of 2,5 uur vliegen van Manaus, de hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas. Andere plaatsen in de oneindige deelstaat zijn nog meer afgelegen. Van de pakweg 4600 kleine nederzettingen in Amazonas is maar een dertigtal aan het stroomnet gekoppeld – de lijnen verder doortrekken, is gewoon onbetaalbaar. Alleen grotere gemeenschappen kunnen zich een generator veroorloven, die vaak maar enkele uren per nacht stroom levert. Met lokale biodiesel kunnen die generatoren de hele nacht draaien, zeggen de initiatiefnemers van het project in Carauarí.
In het Amazonewoud komen verschillende palmsoorten voor waaruit biodiesel kan worden gemaakt. “We kennen een tiental veelbelovende soorten die dicht bijeen groeien in de natuur en veel olie bevatten”, zegt Roberto Figliuolo, een expert van het Nationaal Instituut voor Onderzoek van het Amazonegebied die het project in Carauarí coördineert. Daar werd gekozen voor de tucumán-palm. Die is wijdverspreid, en de vruchten worden nu al op grote schaal geoogst en verbruikt. Tonnen ervan komen elke dag aan in Manaus, de belangrijkste markt. Het vruchtvlees wordt er veel gegeten, vers of gebakken. De harde palmnoten met hun oliehoudende pit worden grotendeels weggeworpen.
Dat is dubbel zonde. Het meest waardevolle van de palmvruchten blijft ongebruikt, en de transporten kunnen heel wat lichter en dus goedkoper worden gemaakt door de noten ter plaatse te verwerken. Er moeten overal fabrieken komen zoals de installatie in Carauarí, vindt Figliuolo. Het verse vruchtvlees kan er netjes van de noten gescheiden en hygiënisch ingeblikt worden, klaar voor veel goedkoper transport. De pitten kunnen geperst worden om de grondstof voor biodiesel te leveren die in de omgeving dure diesel kan vervangen. Tucumán-pitten zijn niet erg zuur, wat de omzetting naar biodiesel vergemakkelijkt. Het enige probleem is het kraken van de harde noten.
“Alleen biodiesel kan stroom brengen naar kleinere gemeenschappen in Amazonas en de brandstofbevoorrading van de hele regio in de toekomst verzekeren ”, maakt Figliuolo zich sterk. Toch is het volgens hem moeilijk om burgemeesters en andere lokale beleidsmensen te overtuigen.
De biodieselfabriek staat er al, maar alle voorwaarden zijn nog niet vervuld om ze op volle kracht te doen draaien. Als katalysator is ethanol nodig. De lokale productie daarvan is ook opgestart, op basis van suikerriet dat op ontboste stukken grond wordt geteeld. Maar net als bij de biodieselfabriek is het een heksentoer om alle onderdelen en wisselstukken van dergelijke installaties over duizenden kilometers aan te voeren. Er zijn ook niet zomaar gespecialiseerde technici te vinden. En geld voor dergelijke projecten ligt ook niet voor het oprapen. Daardoor kan er nu nog niet genoeg biodiesel geproduceerd worden om de elektriciteitscentrale van Carauarí te doen omschakelen.
Toch is Figliuolo ervan overtuigd dat er overal in Amazonas biodieselfabrieken zullen verschijnen als de installatie in Carauarí, wanneer de techniek eenmaal heeft bewezen rendabel te zijn.
In het Amazonewoud komen verschillende palmsoorten voor waaruit biodiesel kan worden gemaakt. “We kennen een tiental veelbelovende soorten die dicht bijeen groeien in de natuur en veel olie bevatten”, zegt Roberto Figliuolo, een expert van het Nationaal Instituut voor Onderzoek van het Amazonegebied die het project in Carauarí coördineert. Daar werd gekozen voor de tucumán-palm. Die is wijdverspreid, en de vruchten worden nu al op grote schaal geoogst en verbruikt. Tonnen ervan komen elke dag aan in Manaus, de belangrijkste markt. Het vruchtvlees wordt er veel gegeten, vers of gebakken. De harde palmnoten met hun oliehoudende pit worden grotendeels weggeworpen.
Een harde noot om te kraken
Dat is dubbel zonde. Het meest waardevolle van de palmvruchten blijft ongebruikt, en de transporten kunnen heel wat lichter en dus goedkoper worden gemaakt door de noten ter plaatse te verwerken. Er moeten overal fabrieken komen zoals de installatie in Carauarí, vindt Figliuolo. Het verse vruchtvlees kan er netjes van de noten gescheiden en hygiënisch ingeblikt worden, klaar voor veel goedkoper transport. De pitten kunnen geperst worden om de grondstof voor biodiesel te leveren die in de omgeving dure diesel kan vervangen. Tucumán-pitten zijn niet erg zuur, wat de omzetting naar biodiesel vergemakkelijkt. Het enige probleem is het kraken van de harde noten.
“Alleen biodiesel kan stroom brengen naar kleinere gemeenschappen in Amazonas en de brandstofbevoorrading van de hele regio in de toekomst verzekeren ”, maakt Figliuolo zich sterk. Toch is het volgens hem moeilijk om burgemeesters en andere lokale beleidsmensen te overtuigen.
De biodieselfabriek staat er al, maar alle voorwaarden zijn nog niet vervuld om ze op volle kracht te doen draaien. Als katalysator is ethanol nodig. De lokale productie daarvan is ook opgestart, op basis van suikerriet dat op ontboste stukken grond wordt geteeld. Maar net als bij de biodieselfabriek is het een heksentoer om alle onderdelen en wisselstukken van dergelijke installaties over duizenden kilometers aan te voeren. Er zijn ook niet zomaar gespecialiseerde technici te vinden. En geld voor dergelijke projecten ligt ook niet voor het oprapen. Daardoor kan er nu nog niet genoeg biodiesel geproduceerd worden om de elektriciteitscentrale van Carauarí te doen omschakelen.
Toch is Figliuolo ervan overtuigd dat er overal in Amazonas biodieselfabrieken zullen verschijnen als de installatie in Carauarí, wanneer de techniek eenmaal heeft bewezen rendabel te zijn.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Column
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Analyse