Boliviaanse ondernemingen krijgen groen randje

Bij het Boliviaanse bedrijf América Textil S.A. (Ametex) in La Paz werken meer dan 3.000 werknemers die 150 tot 190 ton textiel per maand fabriceren, waarvan 85 procent bestemd is voor de Amerikaanse markt. Het bedrijf heeft laten weten dat het zijn productieproces wil stroomlijnen, vervuilende stoffen wil beperken, minder grondstoffen wil gebruiken en materialen wil recycleren.

Het bedrijf zal daarvoor ingrijpen in het volledige productieproces. Om op katoen te besparen, heeft de fabriek Hilasa, die deze grondstof verwerkt tot garen, een recyclagesysteem ingevoerd. Daarbij worden zelfs de kortste vezels gebruikt, vertelt hoofd van het milieudepartement Marcelo Gorriti.

Bij Universaltex, dat instaat voor het weven en afwerken van katoenstoffen, werd een machine geplaatst om minder chemicaliën en verf toe te voegen. “We werken met volledig biologische verfstoffen”, verklaart Gorriti. Twee andere fabrieken van Ametex, met name Matex en Mex,  experimenteerden met het hergebruiken van water in hun airconditioning. Tot slot worden ook overschotjes bij het versnijden niet langer weggegooid. Seltex maakt er iedere maand ongeveer 80.000 beddenlakens van.

Het is een investering die het bedrijf niet ter discussie stelt, maar die duidelijk blijkt uit de machinerie. Zo is er het Goler-systeem, dat het verbruik van water, brandstof en chemicaliën regelt en de hoeveelheid uitstoot beperkt. Daarnaast heb is de toepassing van het Environmental Pollution Prevention Project (EP3) om het energieverbruik in te tomen. Deze technologie is een programma van het Amerikaanse Bureau voor Internationale Ontwikkeling (USAID).

Oerproduct

De biologische cacaocoöperatie El Ceibo verkoopt een waaier aan afgeleiden van dit Oeramerikaanse product, dat geteeld wordt met niet meer dan een menselijke hand, water en grond. Om zorg te dragen voor het milieu richtte El Ceibo het Programma voor de Uitvoering van Agro-ecologie en Bosbeheer (PIAF). Het programma is bedoeld om de degradatie van de bodem tegen te gaan en de hoge biologische kwaliteit van de grondstof te vrijwaren. Het promoot eveneens waarden als respect voor het leven, gelijkheid en solidariteit.

El Ceibo begon in 1977 met 12 kleine boerenfamilies. Vandaag verenigt de coöperatie 800 gezinnen in de gebieden Alto Beni en Yungas van de provincie La Paz. Ze gaan er prat op 500 ton biologische cacao en chocoladesnoep uit te voeren naar Duitsland, Nieuw-Zeeland, Zwitserland en Japan.

“In de jaren 1960 en 1970 stelden opkopers de prijs en konden ze de producenten slecht behandelen”, vertelt de voorzitter van de administratieve raad Mario Choque. Nu doen de families van El Ceibo aan duurzame productie, van bij het planten, over het oogsten, het gisten, drogen, tot aan het afleveren aan de coöperatie. Dit alles zonder chemicaliën. 

Ecotoerisme

In San José de Uchupiamonas, in het Boliviaanse Amazonewoud, is ecotoerisme in handen van de inheemse bevolking. De Josesanos, van de Quechua-Tacana-bevolking, hebben hier een economische goudmijn ontdekt. Ze bouwden het Chalalán Ecohostel, op de oevers van het gelijknamige meer.

Elk jaar vinden meer dan 1.000 toeristen de weg naar dit “eiland”, te midden van een zee aan groen in het Madidi National Park. Ze verblijven er in hutten van bamboe en palm.

Het bedrijf werd in de jaren 1990 voorgesteld als een alternatief inkomen voor 100 lokale gezinnen die anders zouden jagen en kappen. Volgens Guido Mamani, één van de oprichters, betekent het initiatief een beter inkomen voor de betrokken families. Bovendien krijgen ze betere toegang tot onderwijs. Andere voordelen omvatten de installatie van water, sanitair, telefoons voor elk gezin, zonnepanelen en computers voor de school, en de uitrusting van een gezondheidscentrum.