Braziliaanse ontbossing meer dan driemaal sneller dan vorig jaar

De snelheid van vernieling van het Amazonegebied is meer dan driemaal zo hoog als verleden jaar. Een scherp contrast na drie jaar van verminderende ontbossing. Milieuminister Carlos Minc zei dat dit deels te wijten is aan de komende nationale verkiezingen. Burgemeesters in het Amazonegebied laten illegale houtkap sneller zonder gevolg in de hoop lokaal stemmen te winnen.
Milieuactivisten wijten de sterke stijging aan de wereldwijde hoge voedselprijzen. Die moedigen sojaboeren en veetelers aan om bos te kappen voor gewassen en gras. “De toenemende trend van ontbossing is sterk gekoppeld aan de stijgende voedselprijzen,” zei Paulo Adario, die de Amazonecampagne van Greenpeace coördineert. “Wanneer er verkiezingen zijn is de wil van de autoriteiten om de wet na te leven lager,” zei hij nog. “Maar de federale regering moet inspringen en zijn werk doen.”
Zo’n 756 vierkante kilometer woud is vorige maand vernietigd, tegenover 230 in augustus vorig jaar. Dit blijkt uit een rapport van het Braziliaanse Nationale Instituut voor Ruimteonderzoek. Het instituut gebruikt satellietbeelden om de illegale houtkap in kaart te brengen. De vernietiging is waarschijnlijk nog groter omdat er geen gegevens zijn van ongeveer 26 procent van het gebied wegens bewolking.

Ministerie van ontbossing

Het ministerie van milieu heeft ook een lijst uitgebracht van de honderd ergste overtredingen de laatste jaren. Ze zullen allemaal vervolgd worden, zo wordt gesteld. De lijst bevat voornamelijk Braziliaanse boeren en veetelers.
Opvallend genoeg staat op de lijst het Instituut van Kolonisatie en Landbouwhervorming (Incra), een regeringsinstituut dat land verdeelt onder de armen, op de eerste zes plaatsen. De zes grootste stukken land die ontbost werden sinds 2005 behoorden dus allemaal tot Incra.
In totaal gaat het om meer dan 220.000 hectare regenwoud, allemaal in de deelstaat Mato Grosso. Greenpeace heeft overheidsfunctionarissen van  Incra ervan beschuldigd illegaal regenwoud aan houtkapbedrijven over te dragen en valse nederzettingen te creëren om de milieuwetgeving te omzeilen. Rolf Hackbart, de voorzitter van Incra, zei dat alle gebieden, die minister Minc noemde en die door zijn administratie ontbost zouden zijn, tussen 1995 en 2002 legaal bewoond waren.

Regenwoudfonds

Eerder deze maand heeft Noorwegen 1 miljard dollar (700 miljoen euro) beloofd aan een nieuw internationaal fonds om Brazilië te helpen het Amazoneregenwoud te beschermen. Deze donatie is de eerste in het fonds waarvan Brazilië hoopt dat het 21 miljard dollar (14,7 miljard euro) zal opleveren om natuurgebieden te beschermen. Niet zonder voorwaarden: het geld zal gekoppeld zijn aan de jaarlijkse hoeveelheid ontbossing.
Jens Stoltenberg, de premier van Noorwegen, zei dat het project belangrijk is in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Brazilië is een van de grootste producenten van broeikasgassen. Drie vierde daarvan is afkomstig van het verbranden van bomen uit het Amazonegebied.
“Inspanningen om ontbossing tegen te gaan, geven ons wellicht de grootste, snelste en goedkoopste vermindering in broeikasgassen,” zei Stoltenberg. Ook Japan, Zweden, Duitsland, Zuid-Korea en Zwitserland zouden overwegen het fonds te spijzen.