Brazilië ontsluit Amazonegebied voor soja-exporteurs

De gigantische sojahonger van de Europese en Amerikaanse agro-industrie draagt bij tot de ontbossing van het Amazonewoud, stelt Greenpeace. De Amerikaanse multinational Cargill, één van de drie grote exporteurs van soja naar Europa, is volgens de milieuorganisatie verantwoordelijk voor de vernietiging van 1,2 miljoen hectaren oerwoud om plaats te maken voor sojavelden.

“Het Amazonegebied is een van de soortenrijkste gebieden op aarde, en we hebben het nodig om het klimaat op aarde te stabiliseren. Maar (Cargill) vernietigt het oerwoud om soja te kweken waarmee het vee in Europa wordt gevoed”, zegt Thomas
Henningsen, de coördinator van de Amazonecampagne van Greenpeace.

Greenpeace-activisten dwongen de belangrijkste op Europa gerichte exportfabriek van de Amerikaanse multinational Cargill in het Amazonegebied tijdelijk te sluiten, en blokkeerden in mei installaties van de onderneming in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

Brazilië is na de Verenigde Staten de tweede producent ter wereld van soja, en de teelt neemt er almaar uitbreiding. De immense sojabedrijven in Brazilië worden in belangrijke mate mee gefinancierd door internationale bedrijven uit de agrobusiness als Cargill. Samen met Archer Daniels Midland (ADM) en Bunge, twee andere transnationals uit de landbouwsector, is Cargill goed voor 60 procent van de investeringen in de Braziliaanse sojaproductie, stelt Greenpeace. Die drie bedrijven controleren bijna 80 procent van de Europese sojamarkt.

De Braziliaanse overheid steekt de sojaboeren graag een handje toe. Brazilië legt wegen, spoorwegen en kanalen aan om soja ook vanuit het binnenland vlot naar grote internationale afnemers te kunnen verschepen.

Cargill verdedigt zich. “Cargill erkent het belang van het Amazonegebied, maar verwerpt de eis van Greenpeace om commerciële landbouw te verbieden in de regio”, zegt Afonso Champi, directeur public relations van Cargill in Sao Paulo. “Vanaf volgende oogst kopen we alleen nog soja van producenten die de Braziliaanse Boscode respecteren”, verzekert Champi. Die code zegt onder meer dat 80 procent van het bos in een bepaalde regio moet blijven staan. Cargill werkt samen met de Amerikaanse milieuorganisatie Nature Conservancy, die eigenaars van bossen help die normen na te leven.

Milieuorganisaties voeren aan dat de aanleg van grote wegen ongerepte gebieden ontsluit en daardoor de ontbossing nog versnelt. En er is niemand die nauwkeurig toekijkt op de naleving van afspraken als de Boscode. Maar de Braziliaanse regering van president Luiz Inácio Lula da Silva belooft dat de BR-163 een “groene snelweg” wordt. Er is een heel plan uitgewerkt om te verzekeren dat de aanleg van de weg en het gebruik ervan niet ten koste zal gaan van de natuur. Milieugroepen staan daar sceptisch tegenover. (PD/ADR)