Brazzaville heeft weinig over voor straatkinderen

Hulporganisaties in Congo-Brazzaville schrijven succesverhalen met straatkinderen die met wat begeleiding aan een nieuwe toekomst beginnen. Maar de regering in Brazzaville heeft nauwelijks geld over voor dergelijke initiatieven, al raakte de schatkist van de vijfde petroleumproducent van zwart-Afrika goed gevuld door de hoge olieprijzen van de voorbije jaren.
Bamanandoki Pitchou is zestien. Hij is nog niet klaar met z’n stage als kapper, maar hij heeft wel al eigen klanten. Niet slecht voor een jongen die enkele maanden geleden nog op straat leefde in Kinsoundi, een voorstad van Brazzaville. ‘s Ochtends gaat Pichou verder in de leer, na de middag werkt hij voor eigen rekening.
“Hij is op korte tijd helemaal veranderd”, zegt Jean Didier Kibinda, het hoofd van het Gezinsherintegratieproject voor Straatkinderen. “Bamanandoki neemt nu zijn verantwoordelijkheid op voor zichzelf en voor zijn familie.”
Volgens Florent Niama, de directeur-generaal van de hulporganisatie Sociale Actie, leven er zeker 3.000 straatkinderen in Congo-Brazzaville. En dat aantal blijft groeien.
Echtscheidingen doen veel kinderen op straat belanden, weet Kibinda. Ook wezen zijn een risicogroep. Het aantal kinderen zonder ouders steeg tijdens de burgeroorlog tussen 1997 en 1999; nu doet aids de aantallen verder toenemen. Zeker vijf procent van de Congolese bevolking is besmet met HIV, het virus dat aids veroorzaakt.
Straatkinderen zijn niet reddeloos verloren. “Wij gaan actief op zoek naar dergelijke kinderen en proberen hen te herenigen met hun ouders of zelfs met verre verwanten, voor zover die de kinderen willen opnemen”, legt Kibinda uit. Dat doen ze vaak, want ze krijgen hulp en begeleiding om hun inkomen te vergroten en zo voor het nieuwe gezinslid te kunnen zorgen.
De straatkinderen zelf gaan weer naar school of krijgen een opleiding waardoor ze later zelf geld kunnen gaan verdienen. “Er zijn veel succesverhalen”, zegt Niama, “sommige straatkinderen van weleer zijn nu taxichauffeur, bakker of kleermaker.”
Het project dat Kibinda leidt werd in 2005 gelanceerd door de regering, met financiële hulp van het VN-Kinderfonds Unicef. Dat jaar kon het project 40 kinderen in Brazzaville weer bij verwanten onderbrengen, en 20 in Pointe-Noire, de tweede stad van het land. In die stad springt de internationale hulporganisatie Caritas bij. Het voorbije jaar konden Kibinda en zijn medewerkers nog eens 40 straatkinderen opvissen.
“We werkten vorig jaar met een budget van 30.000 euro. Dit jaar hopen we onze activiteiten op te voeren en zo’n 400 kinderen te helpen.”
Maar daarvoor moet er wel meer geld worden gevonden, en dat is een probleem. Vorig jaar zag Kibinda elf kinderen die zijn organisatie had geholpen, toch weer op straat belanden omdat er niet genoeg middelen waren om de kinderen verder te begeleiden.
Het is onze grote uitdaging, zegt ook Niama van Sociale Actie, die alle herintegratieprojecten met straatkinderen coördineert. “Naast de 102.000 euro die we van Unicef kregen, gaf de staat ons maar 30.000 euro. Dat is veel minder dan wat we hadden verwacht. We kloppen nu op andere deuren om meer financiële armslag te krijgen.”
Ook het Centrum voor de Integratie en Herintegratie van Kwetsbare Kineren (CIREV), een ander regeringsinitiatief dat tientallen straatkinderen helpt, klaagt over financiële ademnood. “In 2006 hadden we een budget van 77.500 euro”, zegt Martin Malanda, adjunct-directeur van het CIREV. “Maar de procedure om het geld te doen uitkeren, is zo complex, dat we niet aan al die middelen konden komen. De overheid toont niet veel interesse voor wat wij doen.”
Hulporganisaties hebben wel oren naar de kleine wonderen die hulp op het juiste moment kan bewerken. “Vroeger sliep ik onder de Pont Centenaire (een grote brug in Brazzaville, nvdr)”, vertelt Gildas Okoungou. Ik bedelde, stal en werkte af en toe.” Met hulp van Unicef en Don Bosco, een katholieke hulporganisatie, kon Okoungou een kleine schoenmakerij opzetten. “Nu verdien ik 7,5 euro per dag. Ik help mijn grootmoeder, die voor me zorgde nadat mijn ouders in de oorlog omkwamen, tot ze helemaal geen geld meer had. Ik geef nu zelfs geld aan straatkinderen die bij mij komen bedelen.”
“Dat er nog zoveel straatkinderen rondlopen is een schande voor een rijk land als Congo”, vindt Kibinda. “Misschien kunnen we het probleem niet helemaal uitroeien, maar we kunnen het wel terugdringen.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.